Na de dood van de Profeet (s) hield Imam Ali (a) zich bezig met het wassen en het begraven van de Profeet (s). Abu Bakr, Omar en anderen metgezellen hielden zich met totaal iets anders bezig. Zij gingen naar een plek in Medina, genaamd Saqiefa Bani Sa`ida, waar zij de staatsgreep pleegden. We beginnen met een voorspelling van de Profeet (s) en zullen dan direct beginnen met de situatie die zich na de dood van de Profeet (s) voordeed.
De honger naar macht.
Al-Bukhari:
Van Abu Huraira, die zei: De Profeet (s) zei: “Jullie zullen verlangen om het leiderschap te hebben, waarna het een zaak van spijt zal zijn op de Dag der Opstanding.”
Bron: Sahih al-Bukhari, Blz. 1766, # 7148


Een keuze tussen de Profeet (s) en macht.
Na de dood van de Profeet (s) negeerden de metgezellen de begrafenis van de Profeet (s) en hielden zij zich juist bezig met het verkiezen van een leider.
Ibn Hajar al-Haytami:
اعلم أيضا أن الصحابة رضوان الله تعالى عليهم أجمعين أجمعوا على أن نصب الإمام بعد انقراض زمن النبوة واجب بل جعلوه أهم الواجبات حيث اشتغلوا به عن دفن رسول الله
Weet ook dat de metgezellen het er over eens waren dat het verplicht was om een imam (leider) te verkiezen nadat de periode van profeetschap was afgelopen. Sterker nog, zij beschouwden het als het meest belangrijke van de verplichte zaken, tot het punt dat zij er zelfs mee bezig waren ten koste van de begrafenis van de Profeet (s).
Bron: Al-Sawa’iq ul-Muhriqa


Mohammad Rashid:
أجمع سلف الأمة وأهل السنة وجمهور الطوائف الأخرى على أن نصب الإمام أي توليته على الأمة واجبة على المسلمين شرعًا لا عقلاً فقط كما قال بعض المعتزلة ، واستدلوا بأمور لخصها السعد في متن المقاصد بقوله : لنا وجوه ( الأول ) الإجماع ، وبيّن في الشرح أن المراد إجماع الصحابة قال : وهو العمدة حتى قدموه على دفن النبي – صلى الله عليه وسلم
De voorgangers van deze umma, de soennieten en de meerderheid van de andere stromingen zijn het er over eens dat het aanstellen van een imam als leider over de umma wettelijk verplicht is op de moslims, zoals ook sommigen van de mu`tazila gezegd hebben. En ze beargumenteren dit met verschillende redenen die Sa`d in zijn boek Al-Maqasid heeft samengevat: “We hebben verschillende redenen: De eerste is de consensus van de metgezellen, en dat is het correcte standpunt. Zij achtten het zelfs belangrijker dan de begrafenis van de Profeet (s).”
Bron: Majallat al-Manar
Ibn Hajar al-`Asqalani:
لم يحضر ذلك لاشتغاله بأمر البيعة
Hij (Abu Bakr) was daar (bij de begrafenis) niet aanwezig, omdat hij bezig was met het leiderschap.
Bron: Fat’h ul-Bari
Ibn Abi Shayba:
Van `Orwa, die zei: Abu Bakr en Omar waren niet aanwezig bij de begrafenis van de Profeet (s). Zij waren in Saqiefa. Dus hij (s) werd begraven, voordat zij terugkeerden.
Bron: Al-Musannaf, Vol. 13, Blz. 469, # 38043


Van Sa`id bin al-Musayyib, die zei: Degenen die de begrafenis van de Profeet (s) verzorgden waren 4 personen en niemand anders: Ali, Al-`Abbas, Al-Fadhl en Salih; een dienaar van de Profeet (s). Ze plaatsten een steen op zijn (s) graf en bedekten het met stenen.
Bron: Al-Musannaf, Vol. 13, Blz. 457, # 38026

Al-Waqidi:
انحازت طائفة من المهاجرين إلى أبي بكر رضي الله عنه ، وانحازت طائفة من الأنصار إلى سعد بن عبادة الخزرجي في سقيفة بني ساعدة ، قال : وجلس علي بن أبي طالب كرم الله وجهه في منزله مغموما بأمر النبي صلى الله عليه وسلم ، وعنده نفر من بني هاشم
Een groep van de Muhajirien sloten zich aan bij Abu Bakr en een groep van de Ansar sloten zich aan bij Sa`d bin `Obada in Saqiefa Bani Sa`ida. Ali zat in zijn huis en was bezig met de begrafenis van de Profeet (s). Met hem was een groep van Bani Hashim.
Bron: Al-Ridda
Daar waar vele metgezellen, inclusief Abu Bakr en Omar, zich in Saqiefa verzamelden om het leiderschap op te eisen, was Imam Ali (a) degene die zorg droeg voor de begrafenis van de Profeet (s).
Wat gebeurde er in Saqiefa Bani Sa`ida?
We weten nu dus dat de metgezellen, bestaande uit twee groepen; de Muhajirien en de Ansar, zich verzameld hadden in Saqiefa Bani Sa`ida. Laten we nu lezen wat er zich precies afspeelde op deze plek.
De onderstaande overlevering speelt zich af in enkele jaren na de staatsgreep in Saqiefa. Het speelt zich af tijdens het leiderschap van Omar. Omar kreeg namelijk te horen dat het leiderschap van Abu Bakr een plotselinge onderneming was. Met andere woorden: Het was incorrect hoe het leiderschap van Abu Bakr tot stand kwam. Omar tolereerde dit niet en besloot een preek te geven, waarin hij vertelt en verantwoordt hoe het leiderschap van Abu Bakr tot stand kwam.
Al-Bukhari:
Van Ibn `Abbas, die zei: Ik leerde de Koran aan sommige mannen van de Muhajirien, waaronder Abd al-Rahman bin `Awf. Toen ik in zijn huis in Mina was, en hij met Omar bin al-Khattab was tijdens zijn laatste bedevaart, kwam Abd al-Rahman naar mij toe en zei: Er kwam een man naar Omar en die zei tegen hem: “O leider van de gelovigen, wat vindt jij van degene die zegt: ‘Als Omar sterft, zal ik mijn eed afleggen aan die ene. Want wallah, het eed van Abu Bakr was slechts een plotselinge onderneming wat achteraf werd afgerond’.” Omar werd woedend en zei: “Ik zal, indien Allah wil, vanavond voor de mensen staan en hen waarschuwen tegen degenen die hun leiderschap willen afpakken.”
[Omar keerde terug naar Medina en ging vervolgens op de preekstoel staan, en zei:]
Ik heb vernomen dat een persoon gezegd heeft: “Wallah, als Omar sterft, zal ik mijn eed afleggen aan die ene”. Iemand moet zichzelf niet misleiden om te zeggen dat het eed van Abu Bakr een plotselinge onderneming was wat achteraf werd afgerond. Voorzeker, dat was wel het geval, maar Allah heeft (ons) gered van haar kwaad. En er is niemand onder jullie waar zo naar opgekeken kan worden als Abu Bakr. Wie zijn eed aflegt aan een persoon zonder te hebben overlegd met de moslims: aan hem moet het eed dan niet geschonken worden, noch aan degene die zijn eed aflegde aan hem. Anders moeten ze beiden worden vermoord.
Toen de Profeet (s) stierf, hoorden wij dat de Ansar zich tegen ons hadden gekeerd en dat zij zich hadden verzameld in hun schuilplaats in Saqiefa Bani Sa`ida. Ali, Al-Zubayr en wie er met hen waren, keerden zich ook tegen ons. De Muhajirien verzamelden zich met Abu Bakr, dus zei ik: “O Abu Bakr, laten we naar onze broeders, de Ansar, gaan.” We vertrokken naar hen en toen wij bij hen aankwamen, kwamen wij twee oprechte personen van hen tegen. Zij vertelden ons wat de Ansar hadden besloten. Die twee personen zeiden: “Waar willen jullie naartoe, O Muhajirien?” Wij zeiden: “Wij willen naar onze broeders, de Ansar.” Zij zeiden: “Nee, jullie mogen hen niet benaderen. Doe wat besloten is.” Ik zei: “Wallah, we zullen naar hen toegaan!”
We liepen totdat wij bij hen aankwamen in Saqiefa Bani Sa`ida, waar wij vervolgens een zieke man zagen tussen hen. Ik zei: “Wie is dit?” Zij zeiden: “Dit is Sa`d bin `Obada.” Ik zei: “Wat is er aan de hand met hem?” Zij zeiden: “Hij is ziek.” Nadat wij een tijdje hadden gezeten, zei de spreker van de Ansar: “Wij zijn de Ansar van Allah en het leger van de Islam. En jullie, O Muhajirien, zijn een kleine groep. Een groep van jullie is gekomen met de intentie om ons uit te sluiten van dit leiderschap.” [Omar zegt]: Toen de spreker zweeg, wilde ik spreken en ik had een toespraak verzonnen die ik mooi vond, die ik graag wilde houden in de aanwezigheid van Abu Bakr. Ik vermeed om hem te provoceren. Toen ik wilde spreken, zei Abu Bakr tegen mij: “Wacht even.” Dus ik zei niks, want ik wilde hem niet boos maken. Abu Bakr sprak vervolgens en hij was wijzer en geduldiger dan ik. Wallah, er was geen woord dat ik in mijn verzonnen toespraak had voorbereid die ik mooi vond, behalve dat hij exact hetzelfde gezegd heeft of zelfs mooier.
Vervolgens zweeg Abu Bakr en hij zei (tegen de Ansar): “Jullie verdienen het goede wat jullie over jullie zelf gezegd hebben, maar dit leiderschap is alleen bestemd voor Quraysh. Zij zijn de besten van de Arabieren qua afkomst en stam. En ik heb twee personen voor jullie uitgekozen, dus leg jullie eed af aan één van hen.” [Omar zegt]: Abu Bakr pakte vervolgens mijn hand en de hand van Abu `Obayda bin al-Jarrah, die tussen ons inzat. Er was niets wat ik haatte van hetgeen dat hij zei, behalve dat. Want wallah, ik wens liever onthoofd te worden, dan dat ik leider word van een volk waar Abu Bakr zich in bevindt.
Vervolgens zei iemand van de Ansar: “Er zal een leider zijn van ons en een leider van jullie, O Quraysh!” Vervolgens ontstond er lawaai en de stemmen verhieven zich, tot het punt dat ik bang werd dat er onenigheid zou ontstaan, dus zei ik: “Strek jouw hand uit, O Abu Bakr!” Abu Bakr strekte zijn hand uit en ik legde mijn eed af aan hem, waarna de Muhajirien en vervolgens ook de Ansar hun eed aan hem aflegden. En zo wonnen wij van Sa`d bin `Obada, waarna één van hen zei: “Jullie hebben Sa`d vermoord!” Dus ik zei: “Moge Allah, Sa`d doden!”
[Omar zegt]: Wallah, na de dood van de Profeet vonden wij niks moeilijker dan het eed van Abu Bakr. We waren namelijk bang, dat indien wij de mensen zouden verlaten, zij het eed na ons zouden schenken aan iemand van hen. Dan zouden wij ingestemd hebben met iets waar wij niet tevreden mee zijn, of we zouden hen hebben tegengestaan, waardoor het ongeldig zou zijn. Dus wie zijn eed aflegt aan een persoon zonder de moslims te hebben overlegd, die moet dan niet gevold worden, noch degene aan wie het eed is geschonken. Anders moeten ze beiden vermoord worden.
Bron: Sahih al-Bukhari, Blz. 1689, # 6830



Van `Orwa, van Aisha, die zei: … De Ansar hadden zich verzameld bij Sa`d bin `Obada in Saqiefa Bani Sa`ida. Zij zeiden: “Er zal een leider zijn van ons en een leider van jullie.” Abu Bakr, Omar bin al-Khattab en Abu `Obayda bin al-Jarrah gingen naar hen toe. Omar wilde beginnen te praten, maar Abu Bakr liet hem zwijgen. Omar zei achteraf: “Wallah, ik wilde praten omdat ik een toespraak had voorbereid die ik mooi vond. Ik vreesde dat Abu Bakr niet zo goed zou spreken. Vervolgens sprak Abu Bakr en hij sprak als de beste. Hij zei onder andere: “Wij zijn de leiders en jullie zijn de ministers.” Hubab bin al-Mundhir zei: “Nee, wallah, dat zullen wij niet doen! Er zal een leider zijn van ons en een leider van jullie!”
Abu Bakr zei: “Nee, wij zijn de leiders en jullie zijn de ministers, want de Quraysh zijn de beste stam van de Arabieren en hebben de beste afkomst. Dus kies Omar of Abu `Obayda.” Omar zei: “We zullen jou juist kiezen, want jij bent onze meester, de beste van ons en het meest geliefd bij de Profeet (s).” Omar pakte hem vervolgens bij de hand en gaf hem zijn eed van trouw, waarna de rest van de mensen ook hun eed aflegden aan hem. Eén van hen zei: “Jullie hebben Sa`d vermoord!” Omar zei: “Moge Allah, Sa`d doden!”
Bron: Sahih al-Bukhari, Blz. 901 – 902, # 3667 – 3668
Er valt werkelijk waar veel te zeggen over deze gebeurtenis. Maar we zullen dit hier niet bespreken, aangezien het zal uitlopen. Als je bovenstaande overleveringen leest, kun je in ieder geval niet echt begrijpen wat voor verkiezing dit was. Het bestond uit geduw, getrek en ruzie tussen de metgezellen. Daarnaast gaat het allemaal zo snel, dat je eigenlijk niet snapt wat er gebeurd.
Maar hoe dan ook. In andere bronnen is de intensiteit van de situatie nog beter te zien:
Al-Tabari:
فقام الحباب بن المنذر بن الجموح ، فقال : يا معشر الأنصار املكوا عليكم أمركم ؛ … فإن أبى هؤلاء إلا ما سمعتم ، فمنا أمير ومنهم أمير
Hubab bin al-Mundhir stond op en zei: “O Ansar, neem de macht in handen. … Als deze mensen weigeren te accepteren, behalve hetgeen wat zij zeggen, dan zal er een leider zijn van ons en een leider zijn van hen.”
فقال عمر : هيهات لا يجتمع اثنان في قرن
Omar zei: “Nooit! Er zullen niet tegelijkertijd twee leiders zijn.”
فقام الحباب بن المنذر ، فقال : يا معشر الأنصار املكوا على أيديكم ولا تسمعوا مقالة هذا وأصحابه ، فيذهبوا بنصيبكم من هذا الأمر ، فإن أبوا عليكم ما سألتموه ؛ فاجلوهم عن هذه البلاد ، وتولوا عليهم هذه الأمور ، فأنتم والله أحق بهذا الأمر منهم ، فإنه بأسيافكم دان لهذا الدين من دان ممن لم يكن يدين أنا جذيلها المحكك ، وعذيقها المرجب ، أما والله لئن شئتم لنعيدنها جذعة. فقال عمر : إذا يقتلك الله. قال : بل إياك يقتل
Hubab bin al-Mundhir stond op en zei: “O Ansar, neem het in handen. Luister niet naar deze man en zijn metgezellen, waardoor zij ervandoor zullen gaan met jullie deel in dit leiderschap. Als zij weigeren wat jullie vragen, verban ze dan tijdelijk uit deze steden en neem de macht over hen. Jullie hebben namelijk meer recht op dit leiderschap dan hen. Het is namelijk middels jullie zwaarden dat deze religie gepraktiseerd wordt. Ik ben de stam bij wie rust wordt gezocht en ik ben de magnifieke tak daarvan. Wallah, indien jullie willen zullen we opnieuw oorlog voeren.” Omar zei: “Dan zal Allah jou doodmaken!” Hubab zei: “Hij zal jou juist doodmaken!”
Bron: Tarikh al-Tabari
Ibn Hajar al-`Asqalani:
فقال عمر : لا والله لا يخالفنا أحد إلا قتلناه ، فقام حباب بن المنذر فقال كما تقدم وزاد : وإن شئتم كررناها خدعة ” أي أعدنا الحرب . قال : فكثر القول حتى كاد أن يكون بينهم حرب فوثب عمر فأخذ بيد أبي بكر
Omar zei: “Nee wallah! Niemand zal ons tegenstaan, behalve dat we diegene vermoorden!” Hubab bin al-Mundhir stond op en zei: “Als jullie willen, zullen we opnieuw oorlog voeren!” Vervolgens vermeerderden de woordenwisselingen totdat er bijna een oorlog tussen hen zou uitbreken, dus Omar sprong op en pakte Abu Bakr bij de hand.
Bron: Fat’h ul-Bari


In een andere overlevering lees je dat de Ansar aangeven dat zij o.a. niet door de Muhajirien willen worden geregeerd, omdat zij vóór de Islam tegen elkaar hebben gestreden. De Ansar vertrouwden de Muhajirien niet. Het antwoord van Omar op deze bezorgdheid van de Ansar is wederom merkwaardig.
Ibn Hajar al-`Asqalani:
ووقع عند ابن سعد بسند صحيح من مرسل القاسم بن محمد قال : ” اجتمعت الأنصار إلى سعد بن عبادة ، فأتاهم أبو بكر وعمر وأبو عبيدة ، فقام الحباب بن المنذر وكان بدريا فقال : منا أمير ومنكم أمير ، فإنا والله ما ننفس عليكم هذا الأمر ولكنا نخاف أن يليها أقوام قتلنا آباءهم وإخوتهم . فقال عمر : إذا كان ذلك فمت إن استطعت
En Ibn Sa`d overleverde met een sahih (authentieke) overleveringsketen van Al-Qasim bin Mohammad, op een mursal manier, die zei: De Ansar hadden zich verzameld bij Sa`d bin `Obada. Abu Bakr, Omar en Abu `Obayda bin al-Jarrah gingen vervolgens naar hen toe. Hubab bin al-Mundhir, die aanwezig was bij de slag van Badr, zei: “Er zal van ons en van jullie een leider zijn. Wallah, wij ontnemen dit leiderschap niet van jullie, maar wij zijn bang dat er mensen zullen regeren wiens vaders en broeders wij vermoord hebben (tijdens de voorbije slagvelden).” Omar zei tegen hem: “Als dat het geval is, sterf dan maar als je kan!”
Bron: Fat’h ul-Bari


De laatste woorden van de Ansar.
Pas totdat de Ansar verslagen waren door de Muhajirien, wilden ze het leiderschap erkennen aan degene die er echt recht op had: Ali bin Abi Talib. Dit gebeurde op het moment dat de mensen het eed begonnen af te leggen aan Abu Bakr.
Al-Tabari:
فبايعه عمر وبايعه الناس ، فقالت الأنصار أو بعض الأنصار : لا نبايع إلا عليا
Vervolgens legde Omar zijn eed af aan Abu Bakr, en daarna deden de mensen dat ook. De Ansar, of sommigen van hen, zeiden: “We leggen ons eed aan niemand af, behalve aan Ali!”
Bron: Tarikh al-Tabari
Ibn ul-Athir:
فبايعه عمر وبايعه الناس . فقالت الأنصار أو بعض الأنصار : لا نبايع إلا عليا . قال : وتخلف علي ، وبنو هاشم ، والزبير ، وطلحة – عن البيعة
Vervolgens legde Omar zijn eed af aan Abu Bakr, en daarna deden de mensen dat ook. De Ansar, of sommigen van hen, zeiden: “We leggen ons eed aan niemand af, behalve aan Ali!” Ali, Banu Hashim, Al-Zubayr en Talha waren erop tegen om hun eed af te leggen (aan Abu Bakr).
Bron: Al-Kamil fi Tarikh


Waarom werden Imam Ali (a) en Banu Hashim buitengesloten?
Quraysh was het bekende Arabische volk dat oorspronkelijk in Mekka leefde. Quraysh bestond uit verschillende stammen, waaronder de stam ‘Banu Hashim’. Banu Hashim was de stam waar de Profeet (s) aan toebehoorde. Imam Ali (a) en de rest van de Ahlalbait behoorden ook tot deze stam. Deze stam, zoals de Profeet (s) zelf zei, was de verkozen stam van alle stammen die onder het volk ‘Quraysh’ vallen.
Muslim bin al-Hajjaj:
Van Wathila bin as-Asqa`, die zei: Ik hoorde de Profeet (s) zeggen: “Allah heeft de stam Kinana verkozen van de kinderen van Isma`il, en Hij heeft Quraysh verkozen van Kinana, en Hij heeft Bani Hashim verkozen van Quraysh en Hij heeft mij verkozen van Bani Hashim.”
Bron: Sahih Muslim, # 2276


Het is best schandalig om te zien hoe Abu Bakr heel trots roept dat hij meer recht heeft op het leiderschap omdat hij tot ‘Quraysh’ hoort. Indien dat het geval is, dan moet hij het leiderschap erkennen voor Banu Hashim, aangezien zij weer de beste stam zijn van Quraysh. Abu Bakr zelf behoort tot een doodnormale stam, genaamd Banu Taym. Dus het eigen argument van Abu Bakr werkt hem tegen.
Het is uiteraard logisch waarom Banu Hashim, maar vooral Imam Ali (a), werden buitengesloten. Als Imam Ali (a) deze discussie had bijgewoond in Saqiefa, dan was er überhaupt geen discussie mogelijk geweest. Er was niemand die het van hem zou kunnen winnen. Dit is wat een persoon ook erkent tijdens de discussie in Saqiefa.
Al-Ya`qoubi:
وقام المنذر بن أرقم فقال: ما ندفع فضل من ذكرت، وإن فيهم لرجلاً لو طلب هذا الأمر لم ينازعه فيه أحد، يعني علي بن أبي طالب
Vervolgens stond Al-Mundhir bin Arqam op en zei: “We ontkennen de deugden die je hebt vermeld, niet. Er is namelijk een man onder hen die, indien hij dit leiderschap eist, door niemand kan worden tegengestaan.” Daarmee bedoelde hij Ali bin Abi Talib.
Bron: Tarikh al-Ya`qoubi
Pas nadat Abu Bakr de macht had gegrepen, vond hij het belangrijk om Imam Ali (a) te roepen. Hij riep hem niet om zijn mening te geven, maar juist om zijn eed af te leggen. Imam Ali (a) antwoordde daarop met de volgende woorden:
Al-Waqidi:
نحن أولى بمحمد صلى الله عليه وسلم حيا وميتا ، لأنا أهل بيته ، وأقرب الخلق إليه ، فإن كنتم تخافون الله فانصفونا ، واعرفوا لنا في هذا الأمر ما عرفته لكم الأنصار. قال : فقال له عمر رضي الله عنه : إنك أيها الرجل لست بمتروك ، أو تبايع كما بايع غيرك ، فقال علي رضي الله عنه : إذن لا أقبل منك ولا أبايع من أنا أحق بالبيعة منه
Ali zei: “Wij hebben meer recht op Mohammad (s), zowel levend als dood. Wij zijn namelijk zijn Ahlalbait en wij zijn het dichtst aan hem verwant dan alle mensen. Dus als jullie Allah vrezen, erken dan voor ons in dit leiderschap wat de Ansar voor jullie hebben erkend.” Omar zei tegen hem: “Jij zal niet met rust gelaten worden totdat je het eed aflegt zoals de anderen.” Ali zei: “Als dat het geval is, dan accepteer ik niks van jou, en ik zal niet mijn eed afleggen aan iemand terwijl ik meer recht heb op het leiderschap dan hem.”
Bron: Al-Ridda
Sommigen van Banu Hashim waren achteraf zeer verbaasd om te horen dat Abu Bakr het leiderschap had overgenomen. De bekende personen onder hen, zoals Al-`Abbas (de oom van de Profeet), wist al dat dit zou gebeuren, aangezien de Profeet (s) dit voorspeld had.
Al-Ya`qoubi:
وجاء البراء بن عازب، فضرب الباب على بني هاشم وقال: يا معشر بني هاشم، بويع أبو بكر. فقال بعضهم: ما كان المسلمون يحدثون حدثا نغيب عنه، ونحن أولى بمحمد. فقال العباس: فعلوها، ورب الكعبة
Al-Bara’ bin `Azib kwam en klopte op de deur van Bani Hashim en zei: “O Bani Hashim, het eed is afgelegd aan Abu Bakr.” Sommigen van hen zeiden: “De moslims zouden nooit iets bespreken zonder ons bijzijn!? Wij hebben namelijk het meeste recht op Mohammad (s)!” Al-`Abbas zei vervolgens: “Wallah, ze hebben het gedaan!”
Bron: Tarikh al-Ya`qoubi
Hoe is het mogelijk dat Banu Hashim en Imam Ali (a) worden buitengesloten en achteraf niks mochten inbrengen in dit leiderschap? Dit, terwijl de Profeet (s) zelf aangaf dat Banu Hashim de verkozen stam is van alle stammen van Quraysh. Los van het feit dat de Profeet (s) überhaupt al in Ghadier Khum had bevolen om Imam Ali (a) en de rest van de Ahlalbait te volgen.
Het meesterbrein achter de staatsgreep.
Abu Bakr en Omar hebben deze staatsgreep overigens niet in hun tweeën gepleegd. Zoals in andere artikelen zal worden besproken, behoorden Abu Bakr en Omar tot de meest waardeloze en laffe metgezellen die er waren. Hoe is het dan mogelijk dat deze twee personen de macht wisten te grijpen over een grote groep als de Ansar en de moslims in het geheel? Een kort antwoord daarop is dat ze hulp hadden van gehuurde soldaten. Maar wie dit financierde en organiseerde, zal besproken worden in een apart artikel.
De moord op Sa`d bin `Obada.
In de eerste twee overleveringen van Bukhari kon je lezen dat iemand van de moslims riep dat Omar en zijn metgezellen, Sa`d bin `Obada hebben vermoord. Sa`d was degene die de Ansar als hun leider wilden hebben. Omar antwoordde vervolgens heel bot dat Allah hem mag doden. Wat is hier precies gebeurd? Waarom werd er tegen Omar en zijn partij geroepen dat zij Sa`d hebben vermoord?
In enkele overleveringen is het vermeld dat Sa`d bin `Obada vertrapt werd, waardoor sommigen dachten dat hij doodging, terwijl dit niet het geval was. Dit is waarschijnlijk waarom er geroepen werd dat Sa`d vermoord is. Maar als we gaan kijken naar enkele andere overleveringen, dan lezen we dat Sa`d uiteindelijk alsnog vermoord is door Abu en Omar. Dat komt omdat Sa`d zijn eed niet wilde afleggen aan Abu Bakr, noch aan Omar.
We beginnen met een sjiitische overlevering.
Abu al-Qasim al-Kufi:
وروى مشايخنا من طريق اهل البيت عليهم السلام ان عمر استقبل خالدا يوما في بعض الطريق وفي بعض حيطان المدينة فقال له عمر يا خالد انت قتلت مالكا فقال يا امير المؤمنين ان كنت قتلت مالكا بن نويرة لهنات كانت بيني وبينه لقد قتلت لكم سعدا بن عبادة لهنات كانت بينكم وبينه فاعجب عمر قوله فضمه الى صدره وقال له انت سيف الله وسيف رسوله
Onze leraren hebben overgeleverd via de route van de Ahlalbait (a) dat Omar op een dag, Khalid aansprak terwijl hij onderweg was. Omar zei tegen hem: “O Khalid, jij hebt Malik vermoord.” Khalid zei: “O leider van de gelovigen, als ik Malik bin Nuwayra vermoord heb wegens iets tussen mij en hem, dan heb ik al eerder Sa`d voor jullie vermoord wegens iets tussen jullie en hem.” Omar vond zijn uitspraak mooi, dus omhelsde hij hem en zei: “Jij bent het zwaard van Allah en het zwaard van Zijn boodschapper.”
Bron: Al-Istighatha
Vanuit het soennisme.
Als we nu gaan kijken naar een soennitische overlevering, dan lezen we dat Omar tijdens het eed van Abu Bakr een man stuurde om Sa`d te gaan vermoorden. Deze man is Khalid, zoals de sjiitische overlevering duidelijk maakte, maar in de soennitische overlevering hieronder is de identiteit van deze man verborgen gehouden.
Al-Baladhuri:
عن الكلبي ، وغيرهما ، أن سعد بن عبادة ” لم يبايع أبا بكر ، وخرج إلى الشام ، فبعث عمر رجلا ، وقال : ادعه إلى البيعة واختل له ، وإن أبى فاستعن بالله عليه ، فقدم الرجل الشام ، فوجد سعدا في حائط بحوارين ، فدعاه إلى البيعة ، فقال : لا أبايع قرشيا أبدا ، قال : فإني أقاتلك ، قال : وإن قاتلتني ، قال : أفخارج أنت مما دخلت فيه الأمة ؟ ، قال : أما من البيعة فإني خارج ، فرماه بسهم فقتله
Van Al-Kalbi en anderen, die zeiden dat Sa`d bin `Obada zijn eed niet aflegde aan Abu Bakr en naar Syrië vertrok. Omar stuurde een persoon en zei tegen hem: “Roep hem om zijn eed af te leggen. Als hij weigert, zoek dan hulp bij Allah tegen hem.” De man ging naar Syrië en vond Sa`d in een badhuis in Hawran. Hij riep hem om zijn eed af te leggen, maar Sa`d zei: “Ik zal nooit mijn eed afleggen aan Quraysh!” De man zei: “Dan zal ik je bestrijden!” Sa`d zei: “Ook al zou je me bestrijden.” De man zei: “Dus jij treed uit hetgeen waar de umma in is binnengetreden?” Sa`d zei: “Wat betreft het eed, dan sta ik daar buiten.” De man vuurde vervolgens een pijl op hem en vermoordde hem.“
Bron: Ansab ul-Ashraf

Ibn `Abd Rabbah:
وأما سعد بن عبادة فإنه رحل إلى الشام. أبو المنذر هشام بن محمد الكلبي قال: بث عمر رجلا إلى الشام، فقال: ادعه إلى البيعة واحمل له بكل ما قدرت عليه، فإن أي فاستعن الله عليه. فقدم الرجل الشام، فلقيه بحوران في حائط، فدعاه إلى البيعة، فقال: لا أبايع قرشيا أبدا. قال: فإني أقاتلك. قال: وإن قاتلتني! قال: أفخارج أنت مما دخلت فيه الأمة؟ قال: أما من البيعة فأنا خارج. فرماه بسهم، فقتله. ميمون بن مهران عن أبيه قال: رمي سعد بن عبادة في حمام بالشام، فقتل
Wat betreft Sa`d, die vertrok naar Syrië. Abul Mundhir al-Kalbi zei: Omar stuurde een man naar Syrië en zei: “Roep hem naar het eed en dwing hem met alles wat je kan. Als hij weigert, zoek dan hulp bij Allah tegen hem. De man kwam aan in Syrië. Hij kwam Sa`d tegen in een badhuis in Hawran en riep hem tot het eed. Sa`d zei: “Ik zal nooit mijn eed afleggen aan Quraysh!” De man zei: “Dan zal ik je bestrijden!” Sa`d zei: “Bestrijd me maar!” De man zei: “Dus jij treed uit hetgeen waar de umma in is binnengetreden?” Sa`d zei: “Wat betreft het eed, dan sta ik er buiten.” De man vuurde vervolgens een pijl op hem en vermoordde hem.” Maymoun overleverde van zijn vader, die zei: “Sa`d bin `Obada is beschoten in een badhuis in Syrië, en zo is hij vermoord.”
Bron: `Iqd ul-Farid
Het is niet vergezocht dat Khalid degene was die Sa`d heeft vermoord voor Abu Bakr en Omar, aangezien Khalid later ook al Malik bin Nuwayra vermoordde voor Abu Bakr. Deze huurmoord zal verderop in een ander artikel te lezen zijn.
De schuld wordt gegeven aan de jinn.
Wat vervolgens enorm opmerkelijk is aan enkele andere soennitische overleveringen, is hoe zij de moord op Sa`d bin `Obada hebben willen afschuiven op jinn (geesten)!
Ibn Sa`d:
عن سعيد بن أبي عروبة ، قال : سمعت محمد بن سيرين يحدث ، أن سعد بن عبادة بال قائما ، فلما رجع ، قال لأصحابه : ” إني لأجد دبيبا ” ، فمات ، فسمعوا الجن تقول : قد قتلنا سيد الخزرج سعد بن عباده ورميناه بسهمين فلم نخط فؤاده
Van Sa`id bin Abi `Urouba, die zei: Ik hoorde Mohammad bin Sirien vertellen: Sa`d bin `Obada was staand aan het plassen. Toen hij terugkeerde, zei hij tegen zijn metgezellen: “Ik hoor gekruip.” Vervolgens stierf hij. De mensen hoorde vervolgens de jinn roepen: “We hebben de meester van de Khazraj; Sa`d bin `Obada, vermoord. We beschoten hem met twee pijlen en misten zijn hart niet.”
Bron: Al-Tabaqat
Abd al-Razzaq:
عن قتادة قال : قام سعد بن عبادة يبول ثم رجع فقال : ” إني لأجد في ظهري شيئا فلم يلبث أن مات ، فناحته الجن فقالوا : قتلنا سيد الخزرج سعد بن عبادة ورميناه بسهمين فلم نخطئ فؤاده
Van Qutada, die zei: Sa`d bin `Obada stond op en ging plassen. Vervolgens kwam hij terug en zei: “Ik voel iets in mijn rug.” Het duurde vervolgens niet lang voordat hij stierf. De jinn reciteerden vervolgens poëzie en zeiden: “We hebben de meester van de Khazraj; Sa`d bin `Obada, vermoord. We beschoten hem met twee pijlen en misten zijn hart niet.”
Bron: Al-Musannaf, # 6778
Wat direct opvalt is dat de jinn, Sa`d vermoord zouden hebben door pijlen op hem af te vuren. Dit is exact hoe Sa`d door Khalid vermoord is volgens de eerder genoemde overleveringen. Welk verhaal is logischer en geloofwaardiger?
De soennitische fabels over de jinn gaan verder.
Ondanks het feit dat de soennitische geleerden ons willen doen geloven dat Sa`d bin `Obada vermoord is door jinn, erkennen ze toch enkele belangrijke details.
Al-Dhahabi:
الأصمعي : حدثنا سلمة بن بلال عن أبي رجاء ، قال : قتل سعد بن عبادة بالشام ، رمته الجن بحوران
Van Abi Rija’, die zei: Sa`d bin `Obada is vermoord in Syrië. De jinn hebben hem beschoten in Hawran.
وإنما جلس يبول في نفق ، فمات من ساعته . ووجدوه قد اخضر جلده
Hij zat en plaste in een tunnel, waardoor hij in datzelfde uur stierf. Ze vonden hem terwijl zijn huid al groen was geworden.
وروى المدائني : عن يحيى بن عبد العزيز ، عن أبيه ، قال : مات في خلافة أبي بكر
Al-Mada’ini overleverde van Yahya, van zijn vader, die zei: Hij stierf tijdens het leiderschap van Abu Bakr.
Bron: Siyar A`lam al-Nubala’


Ibn ul-Athir:
ولما توفي النبي صلى الله عليه وسلم طمع في الخلافة ، وجلس في سقيفة بني ساعدة ليبايع لنفسه ، فجاء إليه أبو بكر ، وعمر ، فبايع الناس أبا بكر ، وعدلوا عن سعد ، فلم يبايع سعد أبا بكر ولا عمر ، وسار إلى الشام ، فأقام به بحوران إلى أن مات سنة خمس عشرة ، وقيل : سنة أربع عشرة ، وقيل : مات سنة إحدى عشرة ، ولم يختلفوا أنه وجد ميتا على مغتسله ، وقد اخضر جسده ، ولم يشعروا بموته بالمدينة حتى سمعوا قائلا يقول من بئر ، ولا يرون أحدا : قتلنا سيد الخزرج سعد بن عبادة رميناه بسهمين فلم نخط فؤاده فلما سمع الغلمان ذلك ذعروا ، فحفظ ذلك اليوم فوجوده اليوم الذي مات فيه سعد بالشام
Toen de Profeet (s) stierf was Sa`d begerig naar het leiderschap. Hij zat in Saqiefa om zichzelf tot leider te maken. Abu Bakr en Omar kwamen naar hem, waarna de mensen hun eed vervolgens aflegden aan Abu Bakr. Zo wonnen ze van Sa`d. Sa`d legde zijn eed niet af aan Abu Bakr, noch aan Omar. Hij vertrok naar Syrië en bleef daar in Hawran, totdat hij stierf in het 15e jaar na de hijra. Er is ook gezegd dat hij in het 14e jaar na de hijra stierf. Er is ook gezegd dat hij in het 11e jaar na de hijra stierf. Ze zijn het er in ieder geval over eens dat hij dood werd aangetroffen tijdens zijn wassing, terwijl zijn lichaam al groen was geworden. De mensen waren in de stad niet op de hoogte van zijn dood, totdat ze iemand hoorden roepen vanuit een put: “We hebben de meester van de Khazraj; Sa`d bin `Obada, vermoord. We beschoten hem met twee pijlen en mistten zijn hart niet.” Maar de mensen zagen niemand. Toen de kinderen dat hoorden, werden ze bang. Die dag werd vervolgens onthouden en ze kwamen er later achter dat, dat de dag was dat Sa`d gestorven was in Syrië.
Bron: Usd ul-Ghaba
Je leest dus dat Sa`d begerig was naar het leiderschap en concurrentie vormde voor Abu Bakr en Omar. Hij vormde een aanhoudende dreiging door zijn eed niet af te leggen. Dit allemaal wijst erop dat Abu Bakr en Omar degenen waren die achter zijn moord zaten. Het verhaal dat de jinn hem hebben vermoord, maakt zijn mysterieuze dood alleen maar nog verdachter. Wat hebben de jinn met Sa`d te maken? Omar zei immers zelf:
فقال عمر : لا والله لا يخالفنا أحد إلا قتلناه
“Nee wallah! Niemand zal ons tegenstaan, behalve dat we diegene vermoorden!“
Bron: Fat’h ul-Bari


Slotwoord.
Dit verhaal van Saqiefa is nog lang niet compleet. Er zijn heel wat details en conclusies die belangrijk zijn om te vermelden, maar we houden het voorlopig hierbij. In het volgende artikel zullen wij bespreken wat Abu Bakr en Omar na deze staatsgreep in Saqiefa hebben gedaan. We weten namelijk dat Imam Ali (a) tijdens deze gebeurtenis de Profeet (s) aan het begraven was en achteraf zijn eed weigerde af te leggen. Wat hebben Abu Bakr en Omar gedaan om het eed van Imam Ali (a) en de rest van de Ahlalbait te verkrijgen? Lees het volgende artikel.