Is de dochter van Imam Ali (as) gehuwd met Omar ibn al Khatab ?
In de naam van Allah, de barmhartige de genadevolle
O gij die gelooft, vreest Allah en weest met de waarachtigen. (Koran 9:119)
De soennieten hebben meerdere leugens verzonnen om te ‘bewijzen’ dat er geen conflict is geweest tussen een aantal metgezellen en de verwanten van de profeet Mohammed (vzmh). Een van die leugens is dat de dochter van Imam Ali (as) genaamd ‘Umm Kulthoem’ gehuwd zou zijn geweest met Omar ibn al Khatab.
Meerdere grote Sjiitishe geleerden hebben deze misconceptie weerlegd door meerdere boeken hierover te schrijven waarin zij ontkennen dat Umm Kulthoem is gehuwd met de tiran Omar ibn al Khatab :
* Sheikh Muhamad Jawad al Balaghi (ra) in zijn boek ‘Tazwiej Umm Kulthoem bint Amir al Moe’meneen (as) wa inkaar wuquihi’.
* Sayed Naser Husain al Hindi, in zijn boek ‘Ifhaam al a’daa wa al khusoem’.
* Sheikh al Mufid (ra) in zijn boek ‘ al masaeil al sarwia’ .
Sheikh al Mufid (ra): ”De bewering dat Imam Ali (as) zijn dochter aan Omar heeft gehuwd staan niet vast, het is overgeleverd door al Zubair ibn Bakar, hij is niet betrouwbaar in het overleveren, hij had een haat aan Imam Ali (as) en hij was niet betrouwbaar in wat hij overleverde over de familie ‘Banee Hashem’. ” (1)
Laten wij de overlevering erbij halen van Zubair ibn Bakar uit de Soennitische boeken:
Overgeleverd door Zubair ibn Bakar: ”Omar ibn al Khatab ging met Umm Kulthoem de dochter van Ali huwen, Ali zei tegen Omar: ‘zij is nog te jong.’ Omar zei: ‘huwelijk haar uit aan mij o Ali, ik zie in haar een waarde die niemand anders ziet.’ Ali zei: ‘ik stuur haar morgen naar jou toe, als zij tevreden is over jou zal ze met jou trouwen.’ Ali stuurde haar met een jurk, Ali zei tegen haar, zeg tegen Omar: dit is de jurk waarover ik het had. Zij (umm kulthoem) ging naar omar en zei dat. Omar zei: zeg dat je tevreden bent over mij.’ Vervolgens pakte Omar, haar bij de benen en splitse die open. Umm kulthoem zei tegen hem: ‘voer jij dit uit? als jij niet de leider over de gelovigen was had ik jouw neus gebroken.’ Ze ging terug naar haar vader en zei: ‘heb jij mij naar zo’n ondeugende oude man gestuurd?” (2)
Deze overlevering is een schande voor de reputatie van Omar ibn al Khatab. Om zijn reputatie te behouden zijn er ‘soennietische’ geleerden die het huwelijk tussen Omar ibn al Khatab en Umm Kulthoem ontkennen, hoe durft Omar ibn al Khatab aan de benen van een klein meisje te zitten?! Indien men wilt bewijzen dat Omar ibn al Khatab met Umm Kulthoem is ‘gehuwd’ dan betekent dat gelijk ook dat Omar ibn al Khatab een immoreel mannetje was, als de profeet (vzmh) weigerde Fatima al Zahra (sa) aan Omar ibn al khatab uit te huwen omdat ze te jong is, hoe kan Imam Ali (as) dan accepteren van Umm Kulthoem ze was dus te jong?
Soennieten die het huwelijk hebben ontkent om de eer van Omar te behouden:
Muhamad Insha’allah al Hanafi zegt in zijn boek ‘ al sir al maghtoemfie rad zawaaj umm kulthoem: ”Beste lezers, al Zubair ibn Bakar de leugenaar heeft dit beweerd over onze leider Omar en heeft gelogen over Ali, en heeft deze overlevering verzonnen over Umm Kulthoem en het is niet waar.” (3)
Al Zarqani al Maliki: ”Umm kulthoem de vrouw van Omar, Omar overleed voordat zij in de pubertijd was.” (4)
Sibt al Jawzi: ”Mijn grootvader overleverde in het boek ‘ al muntadham’ dat Ali haar stuurde zodat Omar haar kon zien, Omar begon aan haar benen te zitten en splitste die open, bij Allah dit is walgelijk, al was zij zelfs een bediende had hij dat niet bij haar gedaan, de moslims zijn het erover eens dat het niet toegestaan is om een vreemde vrouw aan te raken, laat staan dat Omar zo iets zou doen.” (5)
Opmerkelijk is dat de Soennitische geleerde ‘al Haythami’ de overlevering kapt om de eer van Omar ibn al Khatab te behouden, dit bewijst maar weer eens dat het Soennisme is gebaseerd op de smaak van de geleerde en niet op waarheid:
Al Haythami: ”Haar kussen en naar zich toetrekken is uit respect, omdat ze nog jong was is er geen verbod hierop, als ze niet zo jong was had haar vader haar nooit gestuurd.” (6)
Al zou het zo zijn dat Omar en Umm Kulthoem zijn gehuwd dan betekent dat niet dat er geen vijandschap meer is tussen Imam Ali (as) en de tiran Omar ibn al Khatab . In de Arabische geschiedenis treffen wij aan dat er verschillende stammen oorlog onderling hadden gevoerd, maar van elkaar huwden.In de edele koran treffen wij zelfs verzen van profeten die getrouwd waren met de meest ondeugende vrouwen zoals profeet Loet (as) en profeet Noah (as). De farao was een onderdrukker hij was getrouwd met Asia bint khuza’im (as), Asia is een van de vier meest belangrijke vrouwen in de hemel.
Al zou het huwelijk hebben plaatsgevonden, dit is geen ‘fout’ van Imam Ali (as), sinds wanneer is het binnen de Islam verboden om jouw dochter uit te huwelijken aan een onderdrukker, zolang hij de twee getuigenissen uit heeft gesproken? Zo zei de grote Sjiietische jurisprudent Sayed Abee Saleh al Halabi (moge Allah tevreden over hem zijn) het volgende:
”De status van Omar verschilt niet in die van Abdullah ibn Abee Saloel en anderen hypocrieten, zij konden gewoon in de tijd van de profeet (vzmh) trouwen omdat zij de twee getuigenissen hebben uitgesproken en zij tot het geloof behoren, dit is hetzelfde bij Omar, Ali wist van het ongeloof van Omar evenals dat de profeet (vzmh) wist van het ongeloof van Abdullah ibn Abee Saloel en anderen, evenals dat de profeet (vzmh) hen niet had verbannen om te trouwen doet hij (Ali) dat niet.” (7)
Er werd aan de Sjiitische geleerde al Najashi gevraagd over Umm Kulthoem, hij antwoordde: ”Haar situatie is als Asia met Fir’awn en al Noebakhti zei dat Umm Kulthoem jong was en dat Omar overleed voordat hij geslachtsgemeenschap met Umm Kulthoem zou hebben.” (8)
(1) Al Mufid, al masaeil al Sarwia, p.87, vraag 10
(2) Ibn al Jawzi, Al muntadhim, v.4,p.237, overlevering 571
(3) Mohammed al Hanafi, al sir al maghtoemfie rad zawaaj umm Kulthoem, p.21
(4) Al Zarqani al Maliki, Sjarh al mawahib, v.7,p.9
(5) Sibt al Jawzi, Tadhkeerat al ghawais, p.321
(6) Al Haythami, Al Sawaiq al Muhriqah, v.2,p.257
(7) Al Halabi, Taghreeb al Ma’arif, p.224
(8) Al Amili, al Sirat al Mustaqiem, v.3,p.130