In één van onze artikelen op deze website kon je lezen hoe de Profeet (s), Imam Ali (as) publiekelijk in Ghadier Khum had verkozen als zijn opvolger. Maar vóór Ghadier Khum waren er ook andere momenten waar de Profeet (s) aan zijn metgezellen liet weten dat Imam Ali (as) zijn opvolger zal zijn. In dit artikel zal zo’n moment besproken worden, waar overigens een vers over geopenbaard is.
De wilaya (leiderschap) van Imam Ali (as) vanuit de Koran.
Wilaya betekent leiderschap (of autoriteit). De wilaya van Imam Ali (as) is vanuit de overleveringen op vele wijzen te aan te tonen. Maar is het ook aantoonbaar vanuit de Koran?
Zeer zeker! Laten we kijken naar een vers uit de Koran, die wij vervolgens op verschillende manieren zullen analyseren. Het vers is als volgt:
إِنَّمَا وَلِيُّكُمُ اللَّهُ وَرَسُولُهُ وَالَّذِينَ آمَنُوا الَّذِينَ يُقِيمُونَ الصَّلَاةَ وَيُؤْتُونَ الزَّكَاةَ وَهُمْ رَاكِعُونَ
“Waarlijk, jullie wali is Allah en Zijn boodschapper, en de gelovigen die hun gebed onderhouden en de zakat (armenbelasting) betalen terwijl zij gebogen staan in het gebed.” [5:55]
Allah zegt hier dat Hij en Zijn boodschapper de wali (autoriteit) zijn van de moslims. Maar wie worden of wordt er bedoeld met ‘de gelovigen die de zakat betalen terwijl zij gebogen staan in het gebed’? Over wie is dit vers geopenbaard?
Al-Tabari:
وأما قوله: { وَالَّذِينَ آمَنُوا الَّذِينَ يُقِـيـمُونَ الصَّلاةَ وَيُؤْتُونَ الزَّكاةَ وَهُمْ رَاكِعُونَ } فإن أهل التأويـل اختلفوا فـي الـمعنـيّ به، فقال بعضهم: عُنِـي به علـيّ بن أبـي طالب. وقال بعضهم: عُنـي به جميع الـمؤمنـين. ذكر من قال ذلك:
Wat betreft Zijn uitspraak: {En de gelovigen die hun gebed onderhouden en de zakat betalen terwijl zij gebogen staan in het gebed}. De mensen van interpretatie hebben meningsverschillen over de betekenis hiervan. Sommigen zeiden dat Ali bin Abi Talib ermee bedoeld werd. En sommigen zeiden dat alle gelovigen ermee bedoeld werden.
حدثنـي الـحارث، قال: ثنا عبد العزيز، قال: ثنا غالب بن عبـيد الله، قال: سمعت مـجاهداً يقول فـي قوله: { إنَّـمَا وَلِـيُّكُمُ اللّهُ وَرَسُولُهُ }… الآية، قال: نزلت فـي علـيّ بن أبـي طالب، تصدّق وهو راكع
Van Ghalib bin Ubaydullah, die zei: Ik hoorde Mujahid zeggen: “{Waarlijk, jullie wali is Allah en Zijn boodschapper…}, is geopenbaard over Ali bin Abi Talib. Hij doneerde terwijl hij gebogen stond in het gebed.”
Bron: Jami` ul-Bayan
Al-Tha`labi:
قال ابن عباس، وقال السدي، وعتبة بن حكيم، وثابت بن عبد اللّه: إنما يعني بقوله { وَٱلَّذِينَ آمَنُواْ ٱلَّذِينَ يُقِيمُونَ ٱلصَّلاَةَ } الآية. علي بن أبي طالب (رضي الله عنه) مرّ به سائل وهو راكع في المسجد وأعطاه خاتمه.
Ibn `Abbas, Al-Suddi, `Utba bin Hakim en Thabit bin Abdallah zeiden: Met Zijn uitspraak: {en degenen die geloven, degenen die het gebed onderhouden…}, wordt Ali bin Abi Talib (as) bedoeld. Een bedelaar liep langs hem terwijl hij gebogen in het gebed stond in de moskee, dus gaf Ali zijn ring aan de bedelaar.
أبو الحسن محمد بن القاسم بن أحمد، أبو محمد عبد اللّه بن أحمد الشعراني، أبو علي أحمد بن علي بن زرين، المظفر بن الحسن الأنصاري، السدي بن علي العزاق، يحيى بن عبد الحميد الحماني عن قيس بن الربيع عن الأعمش عن عبادة بن الربعي، قال: ” بينا عبد اللّه بن عباس جالس على شفير زمزم إذ أقبل رجل متعمم بالعمامة فجعل ابن عباس لا يقول، قال رسول اللّه: إلاّ قال الرجل: قال رسول الله؟ فقال ابن عباس: سألتك باللّه من أنت؟ قال: فكشف العمامة عن وجهه، وقال: يا أيها الناس من عرفني فقد عرفني ومن لم يعرفني فأنا جُندب بن جنادة البدري، أبو ذر الغفاري: سمعت رسول اللّه صلى الله عليه وسلم بهاتين وإلاّ صمّتا ورأيته بهاتين وإلاّ فعميتا يقول: عليّ قائد البررة، وقاتل الكفرة، منصور من نصره، مخذول من خذله أما إني صليت مع رسول اللّه يوماً من الأيام صلاة الظهر فدخل سائل في المسجد فلم يعطه أحد فرفع السائل يده إلى السماء وقال: اللهم اشهد إني سألت في مسجد رسول اللّه فلم يعطني أحد شيئاً وكان علي راكعاً فأومى إليه بخنصره اليمنى وكان يتختم فيها فأقبل السائل حتى أخذ الخاتم من خنصره وذلك بعين النبي صلى الله عليه وسلم فلما فرغ النبيّ صلى الله عليه وسلم من الصلاة فرفع رأسه إلى السماء وقال: ” اللهم إن أخي موسى سألك، فقال: { قَالَ رَبِّ ٱشْرَحْ لِي صَدْرِي * وَيَسِّرْ لِيۤ أَمْرِي * وَٱحْلُلْ عُقْدَةً مِّن لِّسَانِي * يَفْقَهُواْ قَوْلِي * وَٱجْعَل لِّي وَزِيراً مِّنْ أَهْلِي * هَارُونَ أَخِي * *ٱشْدُدْ بِهِ أَزْرِي } [طه: 25-31] الآية، فأنزلت عليه قرآناً ناطقاً { سَنَشُدُّ عَضُدَكَ بِأَخِيكَ وَنَجْعَلُ لَكُمَا سُلْطَاناً } [القصص: 35] اللهم وأنا محمد نبيّك وصفيّك اللهم فاشرح لي صدري ويسر لي أمري واجعل لي وزيراً من أهلي علياً أُشدد به ظهري “.
Van `Abbad bin al-Rub`i, die zei: … Abu Dhar zei: Ik hoorde de Profeet (s) zeggen: “Ali is de leider van de oprechte mensen en de bestrijder van de ongelovigen, de helper van wie hem helpt, en de verlater van wie hem verlaat.” Ik heb een keer het middaggebed gebeden met de Profeet (s). Vervolgens kwam er een bedelaar binnen in de moskee, en niemand gaf hem wat, dus hief de bedelaar zijn handen omhoog en zei: “O Allah, ik zweer dat ik in de moskee van de Profeet (s) heb gevraagd, maar niemand heeft mij wat gegeven.” Ali stond gebogen in het gebed en strekte zijn rechter pink naar hem uit. De bedelaar draaide ernaar toe en pakte de ring van zijn pink, en de Profeet (s) zag dat. Dus toen de Profeet (s) klaar was met het gebed, hief hij zijn handen omhoog en zei: “O Allah, mijn broeder Musa heeft U gevraagd: {Mijn Heer, verruim mijn borst, En geef mij een helper uit mijn familie; Haroun, mijn broeder, en versterk mij middels hem}. En U openbaarde aan hem: {We zullen jou versterken middels jouw broeder}. O Allah, en ik ben Mohammad, Uw Profeet en Uw verkozene. O Allah, verruim mijn borst, En maak mijn taak lichter, En geef mij een helper uit mijn familie; Ali, en versterk mij middels hem.”
قال أبو ذر: فواللّه ما استتم رسول اللّه الكلمة حتى أنزل عليه جبرئيل من عند اللّه، فقال: يا محمد إقرأ، فقال: وما أقرأ؟ قال: إقرأ { إِنَّمَا وَلِيُّكُمُ ٱللَّهُ وَرَسُولُهُ } ، إلى { رَاكِعُونَ
Abu Dhar zei: Wallah, de Profeet (s) was niet klaar met zijn woorden of Jibra’il kwam naar beneden bij zijn Heer vandaan en zei: “O Mohammad, reciteer!” Hij (s) zei: “Wat moet ik reciteren?” Jibra’il zei: “Reciteer: {Waarlijk, jullie wali is Allah en Zijn boodschapper, en de gelovigen die het gebed onderhouden en de zakat betalen terwijl zij gebogen staan in het gebed}.”
Bron: Al-Kashf wal Bayan
Al-Suyuti:
De uitspraak van Allah: “Waarlijk, jullie wali is Allah…” (5:55).
Al-Tabarani overleverde in Al-Awsat met een overleveringsketen waarin onbekende mensen zitten, van `Ammar bin Yasir, die zei: Een bedelaar stopte bij Ali bin Abi Talib (as), terwijl hij gebogen stond in het gebed. Ali maakte zijn ring los en gaf het aan de bedelaar. Vervolgens werd dit vers geopenbaard: {Waarlijk, jullie wali is Allah en Zijn boodschapper…}.”
En deze overlevering heeft ondersteunend bewijs. Abd al-Razzaq zei: Abd al-Wahab overleverde aan mij van zijn vader, van Ibn `Abbas, die over de uitspraak van Allah: {Waarlijk, jullie wali is Allah en Zijn boodschapper}, zei: “Het is geopenbaard over Ali bin Abi Talib.” En Ibn Mardawayh overleverde op een andere manier hetzelfde van Ibn `Abbas. En hij overleverde ook hetzelfde van Ali. En Ibn Jarir overleverde hetzelfde van Mujahid en Ibn Abi Hatim van Salama bin Kuhayl. Dus deze ondersteunende bewijzen versterken elkaar.
Bron: Asbab un-Nuzul, Blz. 104
Mahmoud al-Alousi:
{Waarlijk, jullie wali is Allah en Zijn boodschapper en de gelovigen die hun gebed onderhouden…}. Dit vers is volgens de meerderheid van de hadith-verzamelaars geopenbaard over Ali.
Bron: Rouh ul-Ma`ani, Vol. 6, Blz. 186
Een analyse.
Allah zegt in dit vers:
إِنَّمَا وَلِيُّكُمُ اللَّهُ وَرَسُولُهُ وَالَّذِينَ آمَنُوا الَّذِينَ يُقِيمُونَ الصَّلَاةَ وَيُؤْتُونَ الزَّكَاةَ وَهُمْ رَاكِعُونَ
“Waarlijk, jullie wali is Allah en Zijn boodschapper en de gelovigen die hun gebed onderhouden en de zakat betalen terwijl zij gebogen staan in het gebed.” (5:55)
Dit betekent dat wij dus drie wali’s hebben:
1. Allah
2. De Profeet
3. En degenen die de zakat betalen terwijl zij gebogen staan in het gebed. Met andere woorden: Als je tijdens het bidden de zakat betaalt (i.e. Imam Ali).
Is het mogelijk dat dit vers op alle gelovigen van toepassing is? Hoeveel gelovigen hebben tijdens het bidden de zakat betaald? De enige persoon over wie het bekend is dat hij de zakat betaalde tijdens het gebed, is Imam Ali (as). Toen de bedelaar de moskee binnenkwam om te bedelen, was Ali (as) degene die zijn ring doneerde aan deze arme man.
Iemand kan zich overigens afvragen waarom dit vers dan in de meervoud is aangegeven, indien het slechts over Imam Ali (as) gaat. Er staat “degenen” en niet “degene”. Dit zal in een ander artikel worden uitgelegd, evenals andere kritiek.
We vervolgen nu met enkele andere overleveringen waarmee bevestigd wordt dat dit vers zonder twijfel over Imam Ali (as) is geopenbaard.
Imam Ali (as) is de wali van iedere gelovige ná de Profeet (s).
In de overleveringen hierboven kon je lezen dat Imam Ali (as) de derde autoriteit is, samen met de Profeet (s) en Allah. Maar is er ook ondersteunend bewijs dat Imam Ali (as) een wali is? Is hij bijvoorbeeld ooit een wali genoemd door de Profeet (s)? Laten we lezen.
Ahmad bin Hanbal:
Van Imran bin Husain, die zei: De Profeet (s) stuurde een leger met Ali bin Abi Talib als de leider naar Yemen, en hij (Ali) deed iets tijdens die missie. Vier metgezellen van de Profeet (s) kwamen overeen om de daad van Ali te vertellen aan de Profeet (s). Toen we terugkwamen van de missie gingen wij eerst naar de Profeet (s) en groetten hem. Eén van deze metgezellen stond op en zei: “O Profeet, Ali heeft dit en dat gedaan!” De Profeet (s) keerde weg van hem. Toen stond de tweede op en zei: “O Profeet, Ali heeft dit en dat gedaan!” De Profeet (s) keerde weg van hem. Toen stond de derde op en zei: “O Profeet, Ali heeft dit en dat gedaan!” De Profeet (s) keerde weg van hem. Toen stond de vierde op en zei: “O Profeet, Ali heeft dit en dat gedaan!” De Profeet (s) draaide vervolgens naar hem toe, terwijl zijn gezicht veranderd was en zei: “Laat Ali met rust! Laat Ali met rust! Laat Ali met rust! Ali is van mij en ik ben van hem, en hij is de wali van iedere gelovige ná mij!”
Ahmad Mohammad Shakir: De overleveringsketen is sahih (authentiek). En Yazid al-Rashk is bin Abi Yazid, en hij is betrouwbaar volgens alle geleerden. Deze overlevering is ook overgeleverd door Al-Tirmidhi, en zei: “Het is hasan (goed) en we kennen het enkel via Ja`far bin Sulaiman.” En Al-Hakim heeft het sahih (authentiek) verklaard volgens de criteria van Muslim, en Al-Dhahabi ging daarmee akkoord.
Bron: Musnad, Vol. 15, Blz. 78 – 79, # 19813
Ibn Namir overleverde van Ajlah al-Kindi van Abdullah bin Buraida van zijn vader Buraida, die zei: De Profeet (s) stuurde twee groepen naar Yemen. Over één van de groep was Ali bin Abi Talib de leider, en over de ander was Khalid bin Walid de leider. Toen zei hij (s): “Als jullie elkaar vergezellen, dan zal Ali beide groepen leiden, en als jullie apart gaan dan zullen jullie beiden jullie eigen soldaten leiden.” We zagen Bani Zaid van het volk van Yemen, dus bestreden wij hen, en de moslims wonnen van de polytheisten. We maakten vervolgens de strijders af en we namen de overige (overlevenden) gevangen, en Ali nam een vrouw van de gevangenen voor zichzelf. Khalid bin Walid stuurde mij met een brief naar de Profeet (s) om hem over dat incident (van Ali) te vertellen. Toen ik bij de Profeet (s) aankwam, gaf ik hem de brief en ik zag de woede in het gezicht van de Profeet (s), dus zei ik: “O boodschapper van Allah, je stuurde mij met een man die ik moest gehoorzamen, dus deed ik hetgeen wat mij is opgedragen.” De Profeet (s) zei: “Zoek geen fouten in Ali, want hij is van mij en ik ben van hem, en hij is jullie wali ná mij! Hij is van mij en ik ben van hem, en hij is jullie wali ná mij!”
Ahmad Mohammad Shakir: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”
Bron: Musnad, Vol. 16, Blz. 497, # 22908
Al-Manawi:
[Zelfde overlevering als hierboven].
Onze voorouder Zayn ul-`Iraqi zei: “Ajlah al-Kindi is betrouwbaar verklaard door de meerderheid, en de rest van de overleveraars zijn sahih (authentiek).”
Bron: Faydh ul-Qadier, Vol. 4, Blz. 357
Al-Tirmidhi:
Van Imran bin Husain, die zei: … De Profeet (s) zei: “Wat willen jullie van Ali?! Wat willen jullie van Ali?! Wat willen jullie van Ali?! Ali is van mij en ik ben van hem, en hij is de wali van iedere gelovige ná mij!”
Al-Albaani: “Sahih (authentiek).”
Al-Tirmidhi: “Deze overlevering is hasan (goed), en we kennen deze versie enkel via de overlevering van Ja`far bin Sulaiman.”
Bron: Sunan al-Tirmidhi, Vol. 5, Blz. 842, # 3712
Al-Dhahabi:
[Zelfde overlevering als hierboven].
Het is overgeleverd door Al-Tirmidhi en hij verklaarde het hasan (goed), en het is overgeleverd door Al-Nasa’i. Ja`far bin Sulaiman stierf in 178 na de Hijra. Muslim overleverde van hem.
Shu`aib al-Arna’out: “De overleveringsketen is qawiy (sterk), en het is overgeleverd door Al-Tirmidhi en hij verklaarde het hasan (goed), en het staat ook in Musnad.”
Bron: Siyar A`lam al-Nubala, Vol. 8, Blz. 199 – 200
Ibn Hajar al-`Asqalani:
وأخرج أحمد هذا الحديث من طريق أجلح الكندي عن عبد الله بن بريدة بطوله وزاد في آخره لا تقع في علي فإنه مني وأنا منه وهو وليكم بعدي وأخرجه أحمد أيضا والنسائي من طريق سعيد بن عبيدة عن عبد الله بن بريدة مختصرا وفي آخره فإذا النبي – صلى الله عليه وسلم – قد احمر وجهه يقول : من كنت وليه فعلي وليه وأخرجه الحاكم من هذا الوجه مطولا وفيه قصة الجارية نحو رواية عبد الجليل ، وهذه طرق يقوي بعضها بعضا
Ahmad overleverde deze overlevering via de route van Ajlah al-Kindi van Abdallah bin Buraida, en aan het eind voegde hij toe: “Zoek geen fouten in Ali, want hij is van mij en ik ben van hem, en hij is jullie wali ná mij”. Al-Nasa’i en ook Ahmad heeft het overgeleverd via Sa`id bin `Obaida van Abdallah bin Buraida in een kortere versie, en aan het eind staat er: “Toen werd het gezicht van de Profeet (s) rood en zei: “Van wie ik zijn wali ben, dan is Ali zijn wali!”. En Al-Hakim overleverde dit ook, maar dan langer, waarin een verhaal staat over een vrouw, net zoals de overlevering van Abdul Jalil. En al deze overleveringsketens versterken elkaar.”
Bron: Fat’h ul-Bari
Het belangrijke gedeelte in deze overlevering is dat Imam Ali (as) de wali is na de Profeet (s). Dit ondersteunt de interpretatie van het vers aan het begin van dit artikel, en dat Imam Ali (as) daadwerkelijk de opvolger is van de Profeet (s).
Het ware verloop van de missie van Yemen.
Wat wel vermeld moet worden, is dat de sjiitische versie van het verhaal heel anders is verlopen. Tijdens de missie van Yemen is ten eerste niet eens gestreden. Ten tweede heeft Imam Ali (as) helemaal geen vrouw als krijgsgevangene genomen om met haar te slapen. Hoe deze missie daadwerkelijk verliep, is als volgt:
Al-Majlisi (ra):
شا : من فضائل أمير المؤمنين ما أجمع عليه أهل السيرة أن النبي صلى الله عليه واله بعث خالد بن الوليد إلى أهل اليمن يدعوهم إلى الاسلام ، وأنفذ معه جماعة من المسلمين فيهم البراء بت عازب رحمه الله ، وأقام خالد على القوم ستة أشهر يدعوهم فلم يجبه أحد منهم ، فساء ذلك رسول الله صلى الله عليه واله ، فدعا أميرالمؤمنين عليه السلام وأمره أن يقفل خالدا ومن معه ، وقال له : إن أراد أحد ممن مع خالد أن يعقب معك فاتر كه ، قال البراء : فكنت ممن عقب معه ، فلما انتهينا إلى أوائل أهل اليمن وبلغ القوم الخبر فجمعوا له فصلى بنا علي بن أبي طالب عليه السلام الفجر ثم تقدم بين أيدينا فحمدالله ، وأثنى عليه ، ثم قرأ على القوم كتاب رسول الله صلى الله عليه واله ، فأسلمت همدان كلها في يوم واحد ، وكتب بذلك أمير المؤمنين عليه السلام إلى رسول الله صلى الله عليه واله فلما قرأ كتابه استبشر وابتهج وخر ساجدا شكر الله تعالى ، ثم رفع رأسه و جلس وقال : السلام على همدان ثم تتابع بعد إسلام همدان أهل اليمن على الاسلام
[Sheikh al-Mufid in Al-Irshad]: Tot de deugden van Imam Ali (as), waar de biografen het over eens zijn, is dat de Profeet (s), Khalid bin al-Walid naar de mensen van Yemen stuurde, om hen uit te nodigen naar de Islam. Er ging een groep mensen van de moslim met Khalid mee, waaronder Al-Bara’ bin `Azib. Khalid bleef daar 6 maanden lang om hen uit te nodigen naar de Islam, maar niemand van hen bekeerde. Dat deed de Profeet (s) pijn, waardoor hij Imam Ali (as) riep en hem beval om Khalid en zijn metgezellen terug te sturen. Hij (s) zei tegen Ali (as): “Als iemand van de groep van Khalid met jou wil blijven, laat hem dan.” Al-Bara’ zei: “Ik was van degenen die met Ali (as) bleven. Toen wij aankwamen bij de grenzen van Yemen, en de inwoners dat hadden vernomen, verzamelden zij zich daar. Ali bin Abi Talib (as) leidde ons in het ochtendgebed. Vervolgens stond hij voor ons om een preek te geven. Hij dankte Allah en prees hem. Hij las vervolgens het document van de Profeet (s) voor aan het volk. De stam van Hamdan bekeerde in één dag naar de Islam. Imam Ali (as) schreef daarover naar de Profeet (s). Toen hij (s) dat las, werd hij blij en dankte Allah. Vervolgens verhief hij (s) zijn hoofd en zei: “Vrede zij met Hamdan.” Vervolgens bekeerde het gehele volk van Yemen na de bekering van Hamdan.
Bron: Bihar ul-Anwar
Dit is onze Ali (as). Dit is hoe wij hem kennen. En dit is ook de reden waarom men jaloers op hem wordt en leugens over hem verzint. Het is derhalve niet ver gegrepen dat Khalid en zijn bende na terugkomst wegens deze gebeurtenis leugens over Imam Ali (as) hebben verspreid. Khalid verblijft 6 maanden en bereikt niets. Imam Ali (as) bereikt het in één dag.
Een andere overlevering.
We gaan verder met nog een andere overlevering die gedocumenteerd is in verschillende soennitische bronnen, waarin te lezen is dat Imam Ali (as) de wali is na de Profeet (s).
Ahmad bin Hanbal:
Van `Amr bin Maymouna, die zei: Ik zat een keer met Ibn `Abbas, toen 9 mannen naar hem kwamen en zeiden: “O Ibn `Abbas, kom met ons mee of vertel deze mensen om ons alleen te laten met jou.” Ibn `Abbas zei: “Ik zal met jullie meegaan.” In die tijd had Ibn `Abbas zijn gezichtsvermogen nog. Ze begonnen te praten, maar wij wisten niet wat zij zeiden. Vervolgens kwam Ibn `Abbas boos terug en zei: “Wee hen! Ze redetwisten over een man die 10 zegeningen bezit!
Ze redetwisten over een man over wie de Profeet (s) zei: “Ik zal een man sturen die nooit vernederd zal worden door Allah, en van Allah en Zijn boodschapper houdt.” Iedereen begeerde het (om die ene man te zijn). Vervolgens zei de Profeet (s): “Waar is Ali?” Ali kwam met ontstoken ogen en kon niets zien. De Profeet (s) spuugde in zijn ogen, schudde de vlag driemaal en overhandigde de vlag aan hem. Vervolgens kwam Ali (overwinnend) terug met Safiyya bint Huyay.
De Profeet (s) stuurde een keer iemand met hoofdstuk Al-Tawba, maar stuurde vervolgens Ali achter die persoon aan om het over te nemen. Hij (s) zei: “Niemand mag ermee weggaan behalve een persoon die van mij is en ik van hem.”
De Profeet (s) vroeg een keer aan zijn neven: “Wie van jullie wil mijn Wali zijn in deze wereld en in het hiernamaals?” Allemaal weigerden zij. Ali was daar ook aanwezig en zei: “Ik zal jouw wali zijn in deze wereld en in het hiernamaals.” De Profeet (s) antwoordde: “Jij bent inderdaad mijn wali in deze wereld en in het hiernamaals.”
Ali was de eerste van de mensen die moslim werd, ná Khadija. En de Profeet (s) wikkelde een keer zijn mantel om Ali, Fatima, Hasan en Husain en reciteerde vervolgens: “Allah wenst alleen onreinheid bij jullie weg te houden, O Ahlalbait, en jullie te reinigen met een (zuivere) reiniging.” [33:33].
En Ali offerde een keer zichzelf op. Hij deed de kleding aan van de Profeet (s) en sliep vervolgens in zijn plaats. De polytheïsten bekogelden de Profeet (s) altijd. Vervolgens kwam Abu Bakr, terwijl Ali aan het slapen was. Abu Bakr dacht dat Ali de Profeet was, dus zei hij tegen Ali: “O Profeet van Allah.” Ali zei tegen hem: “De Profeet (s) is vertrokken naar een waterplaats, genaamd Maymoun.” Abu Bakr vertrok en kwam hem (s) tegen, en ging samen met hem (s) de grot in. Ali werd vervolgens door de polytheisten bekogeld met stenen, net zoals de Profeet (s) altijd bekogeld werd. Ali kronkelde (van de pijn). Hij had zijn hoofd bedekt en liet het niet zien. Totdat het ochtend werd, liet hij zijn gezicht zien, waarna de polytheisten zeiden: “Jij bent slecht! Jouw metgezel bekogelden wij altijd met stenen en kronkelde niet, maar jij kronkelt wel. Dat vonden wij vreemd!”
En een keer vertrok de Profeet (s) samen met de mensen naar Tabouk. Ali zei tegen hem (s): “Mag ik mee?” De Profeet (s) zei: “Nee.” Ali huilde. De Profeet (s) zei toen tegen Ali: “Ben je niet tevreden dat jij voor mij bent zoals Haroun was voor Musa, behalve dat jij geen profeet bent? En ik kan niet vertrekken, behalve als jij mijn khalief (plaatsvervanger) bent.” De Profeet (s) zei ook tegen hem: “Jij bent de wali van iedere gelovige ná mij.”
Ahmad Mohammad Shakir: “De overleveringsketen is sahih (authentiek). Abu Balj, zijn naam is Yahya bin Salim en hij wordt ook wel Yahya bin Abi al-Aswad al-Fazari genoemd. Hij is betrouwbaar. Ibn Ma`in, Ibn Sa`d, Al-Nasa’i, Al-Darqutni en anderen hebben hem betrouwbaar verklaard.”
Bron: Musnad, Vol. 3, Blz. 331 – 333, # 3062
Ibn Kathir:
[Zelfde overlevering als hierboven].
Abd al-Mohsin al-Turki: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”
Bron: Al-Bidaya wa al-Nihaya, Vol. 11, Blz. 43 – 45
Al-Hakim & Al-Dhahabi:
[Zelfde overlevering als hierboven].
Al-Hakim: “De overleveringsketen van deze overlevering is sahih (authentiek).”
Al-Dhahabi: “Sahih (authentiek).”
Bron: Al-Mustadrak, Vol. 3, Blz. 134, # 4652
De drie autoriteiten.
In het vers 5:55 lezen we dat we drie autoriteiten hebben; Allah, de Profeet (s) en Imam Ali (as). Dit is iets wat ook uit andere overleveringen direct te bevestigen is. Tijdens de afscheidsbedevaart van de Profeet (s), gaf de Profeet (s) een preek, waarin hij het volgende zei:
Al-Nasa’i:
Van Zayd bin Arqam, die zei: Toen de Profeet (s) terugkeerde van zijn afscheidsbedevaart en aankwam bij Ghadier Khum, gaf hij het bevel dat er een podium zou worden gemaakt. Vervolgens zei hij (s): “Ik ben geroepen en ik heb geantwoord. Waarlijk, ik heb de thaqalayn (de twee belangrijke dingen) met jullie achtergelaten, waarvan de één belangrijker is dan het ander: het Boek van Allah en mijn nakomelingen, mijn Ahlalbait. Dus kijk maar hoe jullie hen zullen behandelen na mij, want zij zullen niet van elkaar scheiden totdat ze bij mij terugkeren bij de vijver (in het paradijs).” Vervolgens zei de Profeet (s): “Allah is mijn mawla en ik ben de wali van iedere gelovige.” Toen pakte hij (s) de hand van Ali en zei: “Voor wie ik zijn wali ben, dan is Ali zijn wali! O Allah, bevriend wie hem bevriend en wees vijandig tegen degene die hem vijandig is.” Ik vroeg aan Zayd: “Heb je dit gehoord van de Profeet (s)?” Hij (Zayd) antwoordde: “Er is geen persoon die daar aanwezig was, behalve dat hij het zag met zijn ogen en hoorde met zijn oren.”
Ahmad Mirien al-Baloushi: “Sahih (authentiek).”
Bron: Khasa’is Amir ul-Mu’minien, Blz. 96, # 79
Ibn Hajar al-`Asqalani:
Van Ali, die zei: “De Profeet (s) stopte bij een boom in Khum”, en daarna kwam hij (s) en pakte de hand van Ali en zei (tegen de mensen): “Getuigen jullie niet dat Allah jullie Heer is?” De mensen zeiden: “Jawel!” Daarna zei hij (s): “Getuigen jullie niet dat Allah en Zijn boodschapper meer recht hebben over jullie, dan jullie over julliezelf hebben, en dat Allah en Zijn boodschapper jullie awliya’ (autoriteiten) zijn?” Zij zeiden: “Jawel!” Daarna zei hij (s): “Dus voor wie Allah en Zijn boodschapper zijn meesters zijn, is deze Ali ook zijn meester. En ik heb met jullie iets achtergelaten, dat als jullie eraan vasthouden, jullie niet zullen dwalen: het Boek van Allah en mijn Ahlalbait.”
“Deze overleveringsketen is sahih (authentiek).”
Bron: Al-Mataalib, Vol. 14, Blz. 132, # 3943
Hierboven kon je wederom lezen hoe de Profeet (s) de drie autoriteiten vermeld: Allah, zichzelf en Imam Ali (as). In de onderstaande overlevering zien weer de drie autoriteiten beschreven.
Al-Hakim & Al-Dhahabi:
Van Abi Dhar, die zei: De Profeet (s) zei: “Wie gehoorzaam is aan mij, is gehoorzaam aan Allah. En wie ongehoorzaam is aan mij, is ongehoorzaam aan Allah. En wie gehoorzaam is aan Ali, is gehoorzaam aan mij. En wie ongehoorzaam is aan Ali, is ongehoorzaam aan mij.”
Al-Hakim: “De overleveringsketen van deze overlevering is sahih (authentiek).”
Al-Dhahabi: “Sahih (authentiek).”
Bron: Al-Mustadrak, Vol. 3, Blz. 131 – 132
Hiermee moet het nu absoluut duidelijk zijn dat vers 5:55 daadwerkelijk over Imam Ali (as) is geopenbaard. Dit betekent tegelijkertijd ook dat het leiderschap en autoriteit van Imam Ali (as) in de Koran is geopenbaard.
Slotwoord.
Allah
Mohammad
Ali