Het lot

In dit artikel zullen we het hebben over de bekende overlevering van de Profeet (s), dat Imam Ali (a) degene is die bepaalt wie er naar het paradijs en het hellevuur gaat. We beginnen eerst met een overlevering uit sjiitisch literatuur. Vervolgens zullen we vanuit soennitisch literatuur op zoek gaan naar soortgelijke overleveringen.

Vanuit het sjiisme.

Al-Sadouq (r):

عن علي بن أبي حمزة، عن أبيه، عن الصادق جعفر بن محمد، عن أبيه، عن آبائه، عن علي (عليهم السلام)، قال: قال رسول الله (صلى الله عليه وآله): إذا كان يوم القيامة يؤتى بك يا علي على ناقة من نور، وعلى رأسك تاج له أربعة أركان، على كل ركن ثلاثة أسطر: لا إله إلا الله، محمد رسول الله، علي ولي الله، وتعطي مفاتيح الجنة، ثم يوضع لك كرسي يعرف بكرسي الكرامة، فتقعد عليه، ثم يجمع لك الاولون والآخرون في صعيد واحد، فتأمر بشيعتك إلى الجنة، وبأعدائك إلى النار، فأنت قسيم الجنة، وأنت قسيم النار، ولقد فاز من تولاك، وخسر من عاداك، فأنت في ذلك اليوم أمين الله، وحجة الله الواضحة

Van Ali bin Abi Hamza, van zijn vader, van Al-Sadiq (a), van zijn vaders, van Ali (a), die zei: De Profeet (s) zei: “Op de Dag der Opstanding zal jij gebracht worden, O Ali, op een kameel van licht. Op jouw hoofd zal een kroon zitten met vier pilaren. Op ieder pilaar staan er drie zinnen: ‘Er is geen God behalve Allah, Mohammad is de boodschapper van Allah, en Ali is de wali van Allah’. Jij zult de sleutels van het paradijs geschonken worden. Vervolgens zal er een troon voor jou worden neergezet. Die staat bekend als de eervolle troon. Jij zal erop gaan zitten. Vervolgens zullen de voorbije en de latere generaties bij jou verzameld worden op één plek. Jij zult jouw volgelingen (shia) naar het paradijs sturen, en jouw vijanden naar het hellevuur. Dus jij bent de verdeler van het paradijs en jij bent de verdeler van het vuur. Wie jou bevriende, heeft gewonnen. En wie jou vijandig was, heeft verloren. Op die dag ben jij de officier en het duidelijke argument van Allah.” 

Bron: Al-Amali

Vanuit het soennisme.

Abi Bakr al-Khallaal:

Van Yahya, die zei: Ik hoorde Khalid bin Khadash zeggen: Salam bin Abi Mutie` kwam naar Abi `Awana, en zei: “Laat deze innovaties waar jij mee gekomen bent van Kufa (stad in Irak)!” Abu `Awana bracht vervolgens zijn boeken naar hem en gooide het in de brandende oven. Ik vroeg Khalid: “Wat stond er in?” Hij zei: “De overlevering Al-A`mash van de Profeet (s): ‘Houd je vast aan Quraysh’ en dat soort overleveringen.” Ik zei tegen Khalid: “Wat nog meer?” Hij zei: “De overlevering van Ali: ‘Ik ben de verdeler van het vuur‘.” Ik zei tegen Khalid: “Heeft Abu `Awana dit aan jullie verteld van Al-A`mash?” Hij zei: “Ja.”

“De overleveringsketen is Sahih (authentiek).”

Abdallah bin Ahmad vertelde ons: Ik hoorde mijn vader zeggen: “Salam bin Abi Mutie` behoort tot de betrouwbare metgezellen van Ayoub. Hij was een oprechte man. Abd al-Rahman bin Mahdi overleverde aan ons van hem.” Vervolgens zei mijn vader: “Abu `Awana maakte een boek waarin slechtheden van de metgezellen van de Profeet (s) zaten en er zaten ook rampen in. Salam bin Abi Mutie` kwam naar hem, en zei: ‘O Abu `Awana, geef mij dat boek’. Dus hij gaf het aan hem en Salam pakte het en verbrandde het.”

“De overleveringsketen is Sahih (authentiek).”

Abu Bakr al-Maroedhi overleverde aan ons, die zei: Ik zei tegen Abi Abdillah: “Ik heb een boek geleend van iemand, waarin slechte overleveringen staan. Vind je dat ik het moet verbranden of verscheuren?” Hij zei: “Salam bin Abi Mutie` leende een boek van Abi `Awana waarin zulke overleveringen stonden, dus verbrandde Salam het boek.” Ik zei: “Hij verbrandde het?” Hij zei: “Ja.”

“De overleveringsketen is Sahih (authentiek).”

Bron: Al-Sunna, Vol. 1, Blz. 510, # 819 – 821

Al-Fasawi:

Van `Ibaya van Ali, die zei: “Ik ben de verdeler van het vuur. Op de Dag des Oordeels zal ik zeggen: ‘Dit is voor jou en dit is voor mij’.”

En ik zag in het boek van Hafs bin Ghayath: Mijn vader overleverde aan mij van Al-A`mash, dat Ali zei: “Ik ben de verdeler van het vuur.” Dus ik zei tegen Musa: “Hoe was `Ibaya volgens jullie?” En hij vertelde vervolgens over zijn deugden, zijn gebed, zijn vasten en zijn donaties.

Ik hoorde Al-Hasan bin al-Rabie` zeggen: Abu Muawiya zei: We zeiden tegen Al-A`mash: “Vertel dit soort overleveringen niet!” Hij zei: Een keer waren we bij Al-A`mash. Een man kwam en vroeg hem over de overlevering dat Ali zei: “Ik ben de verdeler van het vuur.” Ik hoestte hardop, waarop Al-A`mash zei: “Deze murji’a (vijanden van Ahlalbait) laten mij nooit praten over de deugden van Ali. Verwijder hen uit de moskee, zodat ik jullie kan vertellen.”

Bron: Kitab al-Ma`rifa wa al-Tarikh, Vol. 2, Blz. 764

Ibn Hajar al-Haytami:

En Al-Darqutni overleverde dat Ali een langdurige preek gaf aan de 6 mensen die Omar had aangesteld voor de shoura (verkiezingsoverleg). Een deel daarvan: “Ik verzoek jullie bij Allah. Is er iemand onder jullie tegen wie de Profeet (s) gezegd heeft: ‘Jij bent de verdeler van het paradijs en het vuur op de Dag der Opstanding’?” Zij zeiden: “O Allah, nee.” En de betekenis daarvan is wat `Antara overleverde van Ali al-Rida dat hij (s) tegen Ali zei: “Jij bent de verdeler van het paradijs en het vuur, dus op de Dag der Opstanding zal het vuur zeggen: ‘Dit is voor mij en dit is voor jou.’

Bron: Al-Sawa`iq ul-Muhriqa, Blz. 176

Al-Qadi Abi Ya`la:

En ik hoorde Mohammad bin Mansour zeggen: We waren bij Ahmad bin Hanbal en een man zei tegen hem: “O Aba Abdillah, wat zeg jij over deze overlevering die overgeleverd wordt, dat Ali zei: ‘Ik ben de verdeler van het vuur’?” Hij zei: “En wat ontkennen jullie daarvan? Is het niet aan ons overgeleverd dat de Profeet (s) tegen Ali zei: ‘Niemand houdt van jou behalve een gelovige, en niemand haat jou behalve een hypocriet’?” Wij zeiden: “Jawel.” Hij zei: “Waar bevinden zich de gelovigen dan?” Wij zeiden: “In het paradijs.” Hij zei: “En waar bevinden zich de hypocrieten?” Wij zeiden: “In het vuur.” Hij zei: “Dus is Ali de verdeler van het vuur.”

Bron: Tabaqat ul-Hanabila, Vol. 2, Blz. 358

Muslim bin al-Hajjaj:

Van Ali, die zei: “Ik zweer bij Allah, de Profeet (s) heeft mij beloofd dat niemand van mij zal houden behalve een gelovige en dat niemand mij zal haten behalve een hypocriet.”

Bron: Sahih Muslim, Blz. 51, # 131

Zoals je ziet was de overlevering bekend onder de soennitische gemeenschap, maar werd het wel verborgen. Het werd verbrand of verzwegen. In een laatste overlevering die wij hieronder zullen plaatsen, is er iets interessants te lezen. Eens kijken.

Al-Bukhari: 

Van Abu Huraira, die zei: De Profeet (s) zei: Ik was aan het slapen toen ik opeens een groep zag. Toen ik hen herkende kwam er een man tussen ons tevoorschijn. Hij zei: “Kom mee!” Ik zei: “Waar naartoe?” Hij zei: “Naar het hellevuur, wallah!” Ik zei: “Wat is er mis met hen?” Hij zei: “Zij zijn afvalligen geworden na u.” Vervolgens kwam ik een groep tegen. Toen ik hen herkende kwam er een man tussen ons tevoorschijn. Hij zei: “Kom mee!” Ik zei: “Waar naar toe?” Hij zei: “Naar het hellevuur, wallah!” Ik zei: “Wat is er mis met hen?” Hij zei: “Zij zijn afvalligen geworden na u.” En ik zag niemand van hen die gered waren, behalve een paar die zoals kamelen zonder herder waren.

Bron: Sahih al-Bukhari, Blz. 1633, # 6587

Vraag: Wie is deze man die de afgevallen metgezellen van de Profeet (s) naar het hellevuur brengt? Er staat niet dat het een engel is. Er staat duidelijk het een man is (Arabisch: rajul). Het is slechts over één man bekend dat hij mensen naar het hellevuur zal sturen, en dat is Imam Ali (a). Hiermee wordt het duidelijk dat Imam Ali (a) zelfs in Sahih al-Bukhari als de verdeler van het vuur is omschreven.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Scroll to Top