De totale kennis van Imam Ali (as)

Wanneer wij het hebben over de meest kennisrijke metgezel van de Profeet (s), dan kan er werkelijk maar één persoon genoemd worden: Ali bin Abi Talib (a). De overleveringen over zijn sublieme kennis zijn talrijk. We zullen in dit artikel enkele overleveringen vermelden, waarin duidelijk naar voren komt dat Imam Ali (a) de meest kennisrijke persoon was ná de Profeet (s).

Degene die kennis van het Boek heeft.

وَيَقُولُ الَّذِينَ كَفَرُوا لَسْتَ مُرْسَلًا ۚ قُلْ كَفَىٰ بِاللَّهِ شَهِيدًا بَيْنِي وَبَيْنَكُمْ وَمَنْ عِندَهُ عِلْمُ الْكِتَابِ

Degenen die niet geloven zeggen: “Jij bent geen boodschapper!” Zeg: “Allah is mij voldoende als getuige tussen mij en jullie, en ook degene die kennis van het Boek heeft.” [13:43]

Dit vers spreekt over twee zeer belangrijke zaken:

  • Het spreekt over een persoon die kennis van het Boek heeft. Dit wil zeggen dat deze persoon kennis van de Koran heeft.
  • Het spreekt over een persoon die samen met Allah de getuigen vormen dat Mohammad daadwerkelijk een boodschapper is. Dit is een immense positie, dat je samen met Allah de getuige bent voor de Profeet (s).

Eens kijken wat de soennitische uitleggers zeggen over wie deze persoon is.

Al-Tabari:

حدثنا أبو كريب، قال: ثنا الأشجعي، عن سفـيان، عن لـيث، عن مـجاهد: { وَمَنْ عِنْدَهُ عِلْـمُ الكِتابِ } قال: هو عبد الله بن سلام

Van Mujahid, die zei: “{Degene die kennis van het Boek heeft}, dat is Abdallah bin Salam.”

Bron: Jami` ul-Bayan

Al-Tha`labi:

أخبرني أبو محمد عبد الله بن محمد الفاسي حدثنا القاضي الحسين بن محمد بن عثمان النصيبي أخبرنا أبو بكر محمد بن الحسين السميعي بحلب حدثني الحسين بن إبراهيم بن الحسين الجصاص. أخبرنا الحسين بن الحكم حدثنا سعيد بن عثمان عن أبي مريم وحدثني بن عبد الله ابن عطاء قال: كنت جالساً مع أبي جعفر في المسجد فرأيت ابن عبد الله بن سلام جالساً في ناحية فقلت لأبي جعفر: زعموا أنّ الذي عنده علم الكتاب عبد الله بن سلام. فقال: إنما ذلك علي بن أبي طالب (رضي الله عنه)

Van Abdallah bin `Ata, die zei: Ik zat met Abi Ja`far in de moskee, en ik zag de zoon van Abdallah bin Salim ergens zitten. Dus ik zei tegen Abi Ja`far: “De mensen beweren dat Abdallah bin Salam degene is die kennis van het Boek heeft.” Hij zei: “Dat is juist Ali bin Abi Talib.”

أحمد بن مفضل حدثنا مندل بن علي عن إسماعيل بن سلمان عن أبي عمر زاذان عن ابن الحنفية { وَمَنْ عِندَهُ عِلْمُ ٱلْكِتَابِِ } قال: هو علي بن أبي طالب.

Van Ibn al-Hanafiyya, die zei: “{En degene die kennis van het Boek heeft}. Dat is Ali bin Abi Talib.”

Bron: Al-Kashf wa al-Bayan

Al-Qurtubi:

وقال عبد الله بن عطاء: قلت لأبي جعفر بن عليّ بن الحسين بن عليّ بن أبي طالب رضي الله عنهم زعموا أن الذي عنده علم الكتاب عبد الله بن سَلاَم فقال: إنما ذلك عليّ بن أبي طالب رضي الله عنه؛ وكذلك قال محمد بن الحنفية

Abdallah bin `Ata zei: Ik zei tegen Abi Ja`far bin Ali bin al-Husain bin Ali bin Abi Talib: “De mensen beweren dat Abdallah bin Salam degene is die kennis van het Boek heeft.” Hij zei: “Dat is juist Ali bin Abi Talib.”

Bron: Al-Jami`u li Ahkam al-Qur’an

Abu Hayyan al-Andalusi:

وقال محمد بن الحنفية، والباقر: هو علي بن أبي طالب

En Mohammad bin al-Hanafiyya en Imam al-Baqir zeiden: “Dat is Ali bin Abi Talib.”

Bron: Al-Bahr al-Muhiet

Al-Suyuti:

وأخرج سعيد بن منصور وابن جرير وابن المنذر وابن أبي حاتم والنحاس في ناسخه، عن سعيد بن جبير – رضي الله عنه – أنه سئل عن قوله { ومن عنده علم الكتاب } أهو عبد الله بن سلام – رضي الله عنه؟ قال: وكيف، وهذه السورة مكية

Sa`id bin Mansour, Ibn Jarir, Ibn al-Mundhir, Ibn Abi Hatim en Al-Nahas in zijn Nasikh, overleverden van Sa`id bin Jubair, dat hij gevraagd werd: “{Degene die kennis van het Boek heeft}. Is dat Abdallah bin Salam?” Hij zei: “Hoe kan dat, terwijl dit een hoofdstuk is dat geopenbaard is in Mekka.”

Bron: Al-Durr al-Manthur

Ibn Kathir:

قيل: نزلت في عبد الله بن سلام، قاله مجاهد، وهذا القول غريب، لأن هذه الآية مكية، وعبد الله بن سلام إنما أسلم في أول مقدم النبي صلى الله عليه وسلم المدينة، والأظهر في هذا ما قاله العوفي عن ابن عباس قال: هم من اليهود والنصارى

Het is gezegd dat het geopenbaard is over Abdallah bin Salam. Dit is het standpunt van Mujahid. Maar dit is vreemd, want dit vers is geopenbaard in Mekka en Abdallah bin Salam bekeerde pas nadat de Profeet (s) voor het eerst aankwam in Medina. Het meest voor de hand liggende is hetgeen wat Al-`Awafi overgeleverd heeft van Ibn `Abbas, die zei: “Dat zijn de joden en christenen.”

Bron: Tafsir al-Qur’an al-`Adhiem

Binnen het soennisme heb je dus drie standpunten:

  • Het is Abdallah bin Salam, wat niet mogelijk is, zoals hierboven is toegelicht door enkele soennitische geleerden.
  • Het is Ali bin Abi Talib.
  • Het zijn de joden en christenen.

Van alle standpunten is het tweede standpunt het correcte standpunt volgens de sjiieten. We gaan hieronder verder met het vermelden van enkele overleveringen om dit tweede standpunt te bewijzen.

Overleveringen ter ondersteuning.

Al-Khatieb al-Baghdadi: 

Van Abi Tufayl, die zei: Ik was getuige toen Ali aan het prediken was en zei: “Vraag mij, want ik zweer bij Allah dat er niets is dat zal plaatsvinden tot aan de Dag der Opstanding waar jullie mij over kunnen vragen, behalve dat ik jullie kan beantwoorden.”

Adil bin Yusuf al-Azazi: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”

Met dezelfde overleveringsketen, dat Ali (a) zei: “Vraag mij over het boek van Allah, want ik zweer dat er geen enkel vers is waarvan ik niet weet of het geopenbaard is in de avond of overdag, of op een lage vlakte of op een gebergte.”

Adil bin Yusuf al-Azazi: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”

Van Sa`id bin Mosayyib, die zei: “Er was niemand van de metgezellen van de Profeet (s) die kon zeggen: “vraag mij”, behalve Ali bin Abi Talib (as).”

Adil bin Yusuf al-Azazi: “De overleveringsketen is hasan (goed).”

Bron: Al-Faqih wal Mutafaqqih, Vol. 2, Blz. 351 – 352

 

Ibn Abd al-Barr: 

Van Abi Tufayl, die zei: Ik was getuige toen Ali aan het prediken was en zei: “Vraag mij, want ik zweer bij Allah dat er niets is dat zal plaatsvinden tot aan de Dag der Opstanding waar jullie mij over kunnen vragen, behalve dat ik jullie kan beantwoorden. En vraag mij over het boek van Allah, want ik zweer dat er geen enkel vers is waarvan ik niet weet of het geopenbaard is in de avond of overdag, of op een lage vlakte of op een gebergte.”

Abu al-Ashbal al-Zuhayri: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”

Bron: Jami`u Bayan al-`Ilm, Blz. 464, # 726

Abd al-Razzaq as-San`ani:

عبد الرزاق، عن معمر، عن وهب بن عبد الله، عن أبي الطفيل، قال: شهدت عَلِيّاً وهو يخطب، وهو يقُولُ: سَلُونِي، فوالله لا تَسألوني عن شيء يكون إلى يوْمِ القيامة إلاَّ حدثتكم به، وسلوني عن كتاب الله، فوالله ما من آيةٍ إلاَّ وأنا أَعْلَمُ بلَيْلٍ نَزَلَتْ أم بنهَارٍ، أم في سَهْلٍ أم في جبلٍ

[Zelfde overlevering als hierboven].

Bron: Tafsir al-Qur’an 

Ibn Kathir:

وثبت أيضاً من غير وجه عن أمير المؤمنين علي بن أبي طالب رضي الله عنه: أنه صعد منبر الكوفة، فقال: لا تسألوني عن آية في كتاب الله تعالى، ولا عن سنة عن رسول الله صلى الله عليه وسلم إلا أنبأتكم بذلك

En het is middels meerdere overleveringsroutes bewezen dat Ali op de preekstoel van Kufa stond en zei: “Er is geen vers in het boek van Allah of een sunna (traditie) van de Profeet (s) waar jullie mij over kunnen vragen, behalve dat ik jullie beantwoord.”

Bron: Tafsir al-Qur’an al-Adhiem

De overleveringen hierboven tonen ons de volgende feiten:

  • Imam Ali (a) wist alles dat zou plaatsvinden tot aan de Dag der Opstanding. Imam Ali (a) kende dus de complete toekomst. 
  • Imam Ali (a) kent de betekenis van ieder vers in de Koran, tot het punt dat hij zelfs weet wanneer en waar het geopenbaard is.  

Vooral dit laatste is voldoende bewijs om te bevestigen Imam Ali (a) daadwerkelijk degene is die kennis van het Boek heeft, zoals vermeld in het vers 13:43. Hiermee wordt tegelijkertijd ook bevestigd dat Allah en Imam Ali (a) gezamenlijk de getuigen zijn van de Profeet (s).

وَيَقُولُ الَّذِينَ كَفَرُوا لَسْتَ مُرْسَلًا ۚ قُلْ كَفَىٰ بِاللَّهِ شَهِيدًا بَيْنِي وَبَيْنَكُمْ وَمَنْ عِندَهُ عِلْمُ الْكِتَابِ

Degenen die niet geloven zeggen: “Jij bent geen boodschapper!” Zeg: “Allah is mij voldoende als getuige tussen mij en jullie, en ook degene die kennis van het Boek heeft.” [13:43]

Imam Ali (a) is uniek in zijn kennis.

Ahmad bin Hanbal: 

Van Sa`id bin Mosayyib, die zei: “Er was niemand van de metgezellen van de Profeet (s) die kon zeggen: “vraag mij”, behalve Ali bin Abi Talib (a).”

Wasiullah bin Mohammad `Abbas: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”

Van Ibn Juraij en een andere persoon van Zadhan, die beiden zeiden: Ali (a) werd gevraagd over zichzelf, dus antwoordde hij: “Ik overlever middels de zegening van mijn Heer. Wallah, wanneer ik vroeg, werd ik beantwoord. En wanneer ik zweeg, werd mij geleerd. Dus in mijn borst zit enorme kennis.”

Wasiullah bin Mohammad `Abbas: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).” 

Bron: Fada’il as-Sahaba, Vol. 2, Blz. 802, # 1098 

 

Al-Hakim & Al-Dhahabi:

Van Abi Tufayl, die zei: Ik zag de leider van de gelovigen Ali bin Abi Talib (a) op de preekstoel staan, en hij zei: “Vraag mij voordat je mij niet meer kunt vragen, en je zult ná mij niemand kunnen vragen zoals ik.”

Al-Hakim: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”

Al-Dhahabi: “Sahih (authentiek).”

Bron: Al-Mustadrak, Vol. 2, Blz. 506, # 3736 

We hebben al eerder in dit artikel een soortgelijke overlevering vermeld. Imam Ali (a) zei: “Vraag mij, want ik zweer bij Allah dat er niets is dat zal plaatsvinden tot aan de Dag der Opstanding waar jullie mij over kunnen vragen, behalve dat ik jullie kan beantwoorden.”

Wat verbazingwekkend is, is hoe de Profeet (s) exact dezelfde woorden heeft gebruikt als Imam Ali (a), tijdens één van zijn eigen preken.

Muslim bin al-Hajjaj:

Van Anas bin Malik, die zei: De Profeet (s) kwam toen de zon onder ging en leidde de mensen in het middaggebed. Toen hij de begroeting reciteerde, stond hij op de preekstoel en sprak hij over het Uur en vermeldde dat er daarvoor grote zaken zullen gaan plaatsvinden. Daarna zei hij (s): “Degene die mij iets wenst te vragen, moet mij er over vragen. Want ik zweer bij Allah, jullie zullen mij over niets vragen behalve dat ik jullie erover zal informeren, zolang ik in mijn positie blijf.” De mensen huilden veel nadat ze dit hadden gehoord van de Profeet (s). Vervolgens zei de Profeet (s) meerdere malen: “Vraag mij!”

Bron: Sahih Muslim, Blz. 1108, # 2359

De bovenstaande overlevering is ook te vinden in Sahih al-Bukhari, # 7089.

We treffen wederom een gelijkenis tussen de Profeet (s) en Imam Ali (a). Dit keer is het hun kennis. Uit hun identieke uitspraken is duidelijk op te merken dat hun kennis identiek is. Dit soort uitspraken zul je niet vinden bij Abu Bakr, Omar en Othman.

We gaan verder. 

In de onderstaande overleveringen spreekt Imam al-Hasan (a) de mensen toe, vlak nadat zijn vader Imam Ali (a) vermoord werd. Eens lezen wat Imam al-Hasan (a) over zijn vader te zeggen heeft.

Ahmad bin Hanbal:

Van Hubaira, die zei: Al-Hasan bin Ali gaf een preek aan ons en zei: “Gisteren heeft een man jullie verlaten die qua kennis niet is voorgegaan door de vroegere generaties, en niet bereikt zal worden door de latere generaties. De Profeet (s) stuurde hem altijd met zijn vlag, met Jibra’il aan zijn rechterzijde en Mika’il aan zijn linkerzijde. Hij zou niet terugkeren totdat hij overwon.”

Ahmad Mohammad Shakir: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”

Van `Amr bin Hubshi, die zei: Al-Hasan bin Ali gaf ons een preek nadat Ali vermoord werd en zei: “Gisteren heeft een man jullie verlaten die qua kennis niet is voorgegaan door de vroegere generaties, en niet bereikt zal worden door de latere generaties. De Profeet (s) stuurde hem en gaf hem zijn vlag, en hij keerde niet terug totdat hij overwon. En hij heeft niets waardevols achtergelaten behalve 700 dirham dat hij gekregen had, en hij liet dat achter voor een dienaar van zijn familie.”

Ahmad Mohammad Shakir: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”

Bron: Musnad, Vol. 2, Blz. 344, # 1719 – 1720

Dit betekent dat de kennis van Imam Ali (a) vanaf Adam tot aan de Dag der Opstanding ongekend en ongeëvenaard is. Logisch, aangezien hij even kennisrijk is als de Profeet (s).

In een lange overlevering zegt ook de metgezel Sa`d bin Abi Waqqas iets belangrijks over de kennis van Imam Ali (a).

Al-Hakim & Al-Dhahabi:

Van Qays bin Abi Hazim, die zei: Ik was in Medina en terwijl ik aan het rondlopen was in de markt, arriveerden er oliestenen. Ik zag een groep mensen rondom een Perziër staan die een dier bereed en hij beledigde Ali bin Abi Talib (a). De mensen stonden om hem heen toen Sa`d bin Abi Waqqas omkeerde en voor de mensen stond en hen vroeg: “Wat is dit?” Zij zeiden: “Een man beledigt Ali bin Abi Talib (a).” Dus Sa`d ging naar voren en de mensen maakten plaats voor hem, totdat hij voor hem stond en zei: “O jij! Om welke redenen beledig jij Ali bin Abi Talib? Is hij niet de eerste die bekeerde naar de Islam? Is hij niet de eerste die met de Profeet (s) bad? Is hij niet het meest abstinent van de mensen? Is hij niet het meest kennisrijk van de mensen?” En hij noemde op, totdat hij zei: “Is hij niet de man van de dochter van de Profeet (s)? Was hij niet de drager van de vlag van de Profeet (s) tijdens zijn slagvelden?” Daarna keerde hij naar de qibla, verhief zijn handen en zei: “O Allah, deze persoon beledigt iemand van Uw geliefde vrienden, dus laat deze menigte niet uit elkaar gaan totdat U, Uw kracht aan hen hebt laten zien.” Qays zei: Wallah, we gingen niet uit elkaar totdat zijn eigen dier hem greep en hem wegwierp op zijn hoofd tegen de stenen, waardoor zijn hersenen opensplitsten en vervolgens doodging.

Al-Hakim: “Deze overlevering is sahih (authentiek) volgens de criteria van Bukhari en Muslim.”

Al-Dhahabi: “Het is volgens de criteria van Bukhari en Muslim.”

Bron: Al-Mustadrak, Vol. 3, Blz. 132, # 6121

Al-Haythami:

De Profeet (s) zei tegen Fatima: “Ben je niet tevreden dat ik jou heb gehuwd aan de eerste van mijn volk die zich bekeerde naar de Islam, het meest kennisrijk is van hen en het meest geduldig is van hen?”

Ahmad en Al-Tabarani overleverden het via overleveraars die betrouwbaar zijn verklaard.

Bron: Majma`, Vol. 9, Blz. 147, # 14669

Slotwoord.

Het feit dat Imam Ali (a) in staat is om over alles te kunnen spreken, tot aan de Dag der Opstanding, is ondersteund middels een basisprincipe in de Koran.

وَنَزَّلْنَا عَلَيْكَ الْكِتَابَ تِبْيَانًا لِّكُلِّ شَيْءٍ وَهُدًى وَرَحْمَةً وَبُشْرَىٰ لِلْمُسْلِمِينَ

En Wij hebben het Boek naar jou geopenbaard als een verheldering van alle zaken, en als leiding en genade en goed nieuws voor de moslims. [16:89]

De Koran is een verheldering van alle zaken. Doordat Imam Ali (a) de volledige kennis van de Koran en de Profeet (s) bevat, is Imam Ali (a) derhalve in staat om alle zaken te verhelderen. Maar dan ook werkelijk alles, aangezien dit Koranvers geen uitzondering stelt. En we hadden in het vorige artikel al vermeld dat Imam Ali (a) na de dood van de Profeet (s) de verhelderaar is. 

Al-Hakim & Al-Dhahabi:

Van Anas bin Malik, dat de Profeet (s) tegen Ali zei: “Jij zal ná mij aan mijn volk verhelderen waar zij over verschillen.”

Al-Hakim: “Deze overlevering is sahih (authentiek) volgens de criteria van Bukhari en Muslim.”

Al-Dhahabi: “Ik denk dat dit juist behoort tot de verzinsels van Dhirar. Ibn Ma`in zei dat hij een leugenaar was.”

Bron: Al-Mustadrak, Vol. 3, Blz. 132, # 4620

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Scroll to Top