De relatie tussen Imam Ali en Fatima al Zahra

Er zijn overleveringen te vinden in soennitische boeken die hun weg hebben gevonden in sjiitisch boeken, dat Imam Ali (as) een keer Fatima (sa) boos maakte, of in ieder geval van streek maakte. Binnen het sjiisme worden dit soort overleveringen resoluut verworpen, en dat zal in dit artikel worden uitgelegd en verantwoord.

Het huwelijk tussen Imam Ali (as) en Fatima (sa) is iets wat speciaal door Allah werd bepaald en gekozen. Dit huwelijk stond absoluut vrij van irritaties, problemen en ruzies. In dit artikel zal de relatie tussen Imam Ali (as) en Fatima (sa) worden besproken, zodat er geen twijfel meer zal overblijven dat de overleveringen die over hun huwelijksproblemen spreken, allemaal verzonnen leugens zijn.

Het huwelijk tussen Fatima en Imam Ali (as).

Al-Nasa’i:

Van Buraida, die zei: Abu Bakr en Omar vroegen Fatima om de hand, maar de Profeet (s) zei: “Ze is jong.” Vervolgens vroeg Ali haar om de hand, en de Profeet (s) huwde haar aan hem.

Al-Albaani: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”

Bron: Sahih Sunan al-Nasa’i, Vol. 2, Blz. 412, # 3221

Al-Wadi`ie:

Van Buraida, die zei: Abu Bakr en Omar vroegen Fatima om de hand, maar de Profeet (s) zei: “Ze is jong.” Vervolgens vroeg Ali haar om de hand, en de Profeet (s) huwde haar aan hem.

“Deze overlevering is sahih (authentiek), de overleveraars zijn sahih (authentiek).”

Bron: Al-Jami` al-Sahih, Vol. 3, Blz. 58

De echte reden waarom Abu Bakr en Omar geweigerd werden.

Hierboven kon je lezen dat Abu Bakr en Omar geweigerd werden, omdat Fatima (sa) nog te jong was. Dit is niet de ware reden. De echte reden waarom Abu Bakr en Omar geweigerd werden, was als volgt:

Al-Manawi:

Van Ibn Mas`oud: De Profeet (s) zei: “Waarlijk, Allah (swt) heeft mij bevolen om Fatima te laten trouwen met Ali.”

Al-Suyuti: “De overlevering is hasan (goed).”

Al-Manawi: “Dit zei de Profeet (s) toen anderen zoals Abu Bakr en Omar haar om de hand kwamen vragen, dus weigerde hij (s) hen en liet haar trouwen met Ali. En de Profeet (s) huwde haar in zijn afwezigheid, dus toen Ali kwam vertelde hij (s) hem dat Allah hem dat heeft bevolen. Daarop zei Ali: “Ik ben tevreden.”

Bron: Faydh ul-Qadier, Vol. 2, Blz. 215, # 1693

Al-Haythami:

Van Hujr bin `Anbis, dat Ali zei: “Abu Bakr en Omar vroegen Fatima om de hand, maar de Profeet (s) zei: “Zij is voor jou, O Ali.”

“Overgeleverd door Al-Tabarani, en de overleveraars zijn betrouwbaar.”

Van Abdallah bin Mas`oud, van de Profeet (s), die zei: “Waarlijk, Allah heeft mij bevolen om Fatima te laten trouwen met Ali.”

“Overgeleverd door Al-Tabarani, en de overleveraars zijn betrouwbaar.”

Bron: Majma`, Vol. 9, Blz. 240, # 15207 – 15208

Al-Shawkani:

Al-Tabarani overleverde via betrouwbare overleveraars, van Ibn Mas`oud, dat de Profeet (s) zei: “Waarlijk, Allah heeft mij bevolen om Fatima te laten trouwen met Ali.”

Bron: Darr ul-Sahaba, Blz. 278, # 28

Vanuit het sjiisme.

Al-Kulayni (ra):

عن علي بن جعفر قال: سمعت أبا الحسن عليه السلام يقول: بينا رسول الله صلى الله عليه وآله جالس إذ دخل عليه ملك له أربعة وعشرون وجها فقال له رسول الله صلى الله عليه وآله حبيبي جبرئيل لم أرك في مثل هذه الصورة، قال الملك: لست بجبرئيل يا محمد بعثني الله عزوجل أن ازوج النور من النور، قال: من ممن؟ قال: فاطمة من علي، قال: فلما ولى الملك إذا بين كتفيه محمد رسول الله، علي وصيه، فقال رسول الله صلى الله عليه وآله: منذ كم كتب هذا بين كتفيك؟ فقال: من قبل أن يخلق الله آدم باثنين وعشرين ألف عام

Van Ali bin Ja`far, die zei: Ik hoorde Musa al-Kadhim (as) zeggen: Toen de Profeet (s) zat, kwam er een engel binnen die 24 gezichten had. De Profeet (s) zei tegen hem: “Mijn geliefde Jibra’il, ik heb jou niet eerder gezien in deze vorm.” De engel zei: “Ik ben Jibra’il niet, O Mohammad. Allah (awj) heeft mij gestuurd om het licht met het licht te laten trouwen.” Hij (s) zei: “Wie met wie?” De engel zei: “Fatima met Ali.” Toen de engel omkeerde, zag hij (s) op zijn rug “Mohammad, de boodschapper van Allah, en Ali is zijn opvolger”. Dus de Profeet (s) zei: “Sinds wanneer is dit op jouw rug geschreven?” De engel zei: “24.000 jaar voordat Adam gecreëerd werd.”

عن يونس بن ظبيان، عن أبي عبدالله عليه السلام قال: سمعته يقول: لولا أن الله تبارك وتعالى خلق أمير المؤمنين عليه السلام لفاطمة، ما كان لها كفو على ظهر الارض من آدم ومن دونه

Van Yunus bin Dhibyan, die zei: Ik hoorde Imam al-Sadiq (as) zeggen: “Als Allah, Imam Ali (as) niet had gecreëerd voor Fatima, dan zou er geen gelijke zijn geweest voor haar op aarde, vanaf Adam tot de laatste mens.” 

Bron: Al-Kafi

De twee zeeën die elkaar niet overtreden.

Hierboven heb je kunnen lezen dat Imam Ali (as) en Fatima (sa) voor elkaar gecreëerd zijn. De overleveringen hierboven spreken woorden genoeg om te beseffen dat Imam Ali (as) en Fatima (sa) absoluut geen huwelijksproblemen konden hebben, of elkaar in het absolute minst konden tegenstaan.

Hoe dan ook. Er is een Koranvers dat dit standpunt zelfs bevestigd. We lezen:

مَرَجَ الْبَحْرَيْنِ يَلْتَقِيَانِ بَيْنَهُمَا بَرْزَخٌ لَّا يَبْغِيَانِ فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ يَخْرُجُ مِنْهُمَا اللُّؤْلُؤُ وَالْمَرْجَانُ فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ

Hij (Allah) heeft de twee zeeën gescheiden, die elkaar aanraken. Tussen hen is een grens, waardoor zij niet overtreden. Welke van de gunsten van jouw Heer wil jij dan ontkennen? Er komen parels en koraal uit beide zeeën vandaan. Welke van de gunsten van jouw Heer wil jij dan ontkennen? [55:19-23]

De interpretatie van dit vers binnen het sjiisme.

Ali bin Ibrahim al-Qommi (ra):

عن يحيى بن سعيد القطان العطار قال: سمعت أبا عبد الله عليه السلام يقول في قول الله تبارك وتعالى (مرج البحرين يلتقيان بينهما برزخ لا يبغيان) قال علي وفاطمة بحران عميقان لا يبغي أحدهما على صاحبه (يخرج منهما اللؤلؤ والمرجان) قال الحسن والحسين عليهما السلام

Van Yahya bin Sa`id al-Qattan al-`Attar, die zei: Ik hoorde Imam al-Sadiq (as) zeggen over de uitspraak van Allah: {Hij (Allah) heeft de twee zeeën gescheiden, die elkaar aanraken. Tussen hen is een grens, waardoor zij niet overtreden}. Hij (as) zei: “Ali en Fatima zijn de twee diepe zeeën. De één overtreed niet de ander.” {Er komen parels en koraal uit beide zeeën vandaan}. Hij (as) zei: “Dat zijn Al-Hasan en Al-Husain (as).”

Bron: Tafsir al-Qommi

Mohammad bin al-`Abbas (ra):

عن جابر الجعفي، عن أبي عبد الله عليه السلام (4) في قوله عزوجل (مرج البحرين يلتقيان – قال: علي وفاطمة – بينهما بزرخ لا يبغيان) قال: لا يبغي علي على فاطمة، ولا تبغي فاطمة على علي. (يخرج منهما اللؤلؤ والمرجان) قال: الحسن والحسين عليهما السلام

Van Jabir al-Ju`fi, van Imam al-Sadiq (as), over de uitspraak van Allah: {Hij (Allah) heeft de twee zeeën gescheiden, die elkaar aanraken}. Hij zei: “Ali en Fatima.” {Tussen hen is een grens, waardoor zij niet overtreden}. Hij (as) zei: “Ali overtreed niet tegen Fatima, noch overtreed Fatima tegen Ali.” {Er komen parels en koraal uit beide zeeën vandaan}. Hij (as) zei: “Dat zijn Al-Hasan en Al-Husain (as).”

عن ابن عباس في قوله عزوجل (مرج البحرين يلتقيان بينهما برزخ لا يبغيان) قال ” مرج البحرين ” علي وفاطمة عليهما السلام ” بينهما برزخ لا يبغيان ” قال: النبي صلى الله عليه وآله. ” يخرج منهما اللؤلؤ والمرجان ” قال: الحسن والحسين عليهما السلام

Van Ibn `Abbas, over de uitspraak van Allah: {Hij (Allah) heeft de twee zeeën gescheiden, die elkaar aanraken}. Hij zei: “Dat zijn Ali en Fatima (as).” {Tussen hen is een grens}. Hij zei: “Dat is de Profeet (s).” {Er komen parels en koraal uit beide zeeën vandaan}. Hij (as) zei: “Dat zijn Al-Hasan en Al-Husain (as).”

Bron: Ta’wil ul-Ayat

In soennitische literatuur zijn dezelfde interpretaties te vinden.

Al-Tha`labi:

عن سفيان الثوري في قول الله سبحانه: { مَرَجَ ٱلْبَحْرَيْنِ يَلْتَقِيَانِ * بَيْنَهُمَا بَرْزَخٌ لاَّ يَبْغِيَانِ } قال: فاطمة وعلي { يَخْرُجُ مِنْهُمَا الُّلؤْلُؤُ وَالمَرْجَانُ } قال: الحسن والحسين.

Van Sufyan al-Thawri, over de uitspraak van Allah: {Hij (Allah) heeft de twee zeeën gescheiden, die elkaar aanraken. Tussen hen is een grens, waardoor zij niet overtreden}. Hij zei: “Dat zijn Fatima en Ali.” {Er komen parels en koraal uit beide zeeën vandaan}. Hij zei: “Dat zijn Al-Hasan en Al-Husain.”

وروي هذا القول أيضاً عن سعيد بن جبير، وقال: { بَيْنَهُمَا بَرْزَخٌ } محمد صلى الله عليه وسلم

Deze uitspraak is ook overgeleverd door Sa`id bin Jubair, die zei: {Tussen hen is een grens}. Hij zei: “Dat is Mohammad (s).”

Bron: Al-Kashf wa al-Bayan

Al-Suyuti:

وأخرج ابن مردويه عن ابن عباس في قوله { مرج البحرين يلتقيان } قال عليَّ وفاطمة { بينهما برزخ لا يبغيان } قال: النبي صلى الله عليه وسلم ” { يخرج منهما اللؤلؤ والمرجان } قال: الحسن والحسين “.

Ibn Mardawayh overleverde van Ibn `Abbas over Zijn uitspraak: {Hij (Allah) heeft de twee zeeën gescheiden, die elkaar aanraken}. Hij zei: “Dat zijn Ali en Fatima.” {Tussen hen is een grens, waardoor zij niet overtreden}. Hij zei: “Dat is de Profeet (s).” {Er komen parels en koraal uit beide zeeën vandaan}. Hij zei: “Dat zijn Al-Hasan en Al-Husain.”

وأخرج ابن مردويه عن أنس بن مالك في قوله { مرج البحرين يلتقيان } قال: عليَّ وفاطمة { يخرج منهما اللؤلؤ والمرجان } قال: الحسن والحسين

En Ibn Mardawayh overleverde van Anas bin Malik over Zijn uitspraak: {Hij (Allah) heeft de twee zeeën gescheiden, die elkaar aanraken}. Hij zei: “Dat zijn Ali en Fatima.” {Er komen parels en koraal uit beide zeeën vandaan}. Hij zei: “Dat zijn Al-Hasan en Al-Husain.”

Bron: Al-Durr al-Manthur

Ze overtreden elkaar niet.

Om te begrijpen wat er bedoeld wordt met: “zij overtreden elkaar niet”, is het belangrijk om de volgende overlevering van Imam Ali (as) te lezen:

Baqir al-Majlisi (ra):

قال علي عليه السلام : فوالله ما أغضبتها ، ولا أكرهتها على أمر حتى قبضها الله عزوجل ، ولا أغضبتني ، ولا عصت لي أمرا ، ولقد كنت أنظر إليها فتنكشف عني الهموم والاحزان

Ali (as) zei: “Wallah, ik heb haar (Fatima) nooit boos gemaakt, noch heb ik haar wegens iets verafschuwd, totdat Allah haar ziel wegnam. Zij heeft mij nooit boos gemaakt, noch is zij ooit ongehoorzaam geweest aan mij. En wanneer ik naar haar keek, verdwenen de zorgen en het verdriet bij mij.”

Bron: Bihar ul-Anwar

Onze 6e Imam (as) antwoordt.

Eén van de meest bekende leugens die soennieten aan Imam Ali (as) hebben toegeschreven, is dat hij de dochter van Abu Jahl wilde huwen, terwijl Imam Ali (as) al getrouwd was met Fatima (sa). De Profeet (s) en Fatima (sa), toen zij hierachter kwamen, werden woedend. Een heuze drama zoals het verhaal verteld wordt. Dit is o.a. overgeleverd in Sahih al-Bukhari.

Laten we het woord geven aan onze 6e Imam om te antwoorden op deze leugen.

Al-Sadouq (ra):

Van `Alqama, die zei: … Ik zei tegen Al-Sadiq (as): “O zoon van de Profeet, de mensen schrijven de meest enorme daden aan ons toe. Onze harten zijn daar krap van geworden.” Hij (as) zei: “O `Alqama. De tevredenheid van de mens kan niet bezit worden. En hun tongen kunnen niet aangepast worden. Dus hoe kunnen jullie vrij staan van hetgeen waar de profeten, boodschappers en bewijzen van Allah niet vrij van konden staan? Hebben ze niet toegeschreven aan Yusuf (as) dat hij overwoog om buitenechtelijk seks te hebben? Hebben ze niet toegeschreven aan Ayyoub (as) dat hij getest werd wegens zijn zondes? Hebben ze niet toegeschreven aan Dawud (as) dat hij een vogel volgde, totdat hij keek naar de vrouw van Oriyya, waardoor hij haar begeerde? En dat hij haar echtgenoot naar de frontlinies heeft gestuurd totdat hij vermoord werd en vervolgens met haar trouwde? Hebben ze niet toegeschreven aan Musa (as) dat hij impotent was, waardoor ze hem pijn deden, totdat Allah hem vrijsprak van hetgeen zij zeiden, terwijl hij een vooraanstaand persoon was van Allah? Hebben ze niet toegeschreven aan alle profeten van Allah dat zij tovenaars waren die de wereld begeerden? Hebben ze niet toegeschreven aan Maryam bint `Imran dat zij zwanger werd van `Isa (as) middels een man, een houtzager genaamd Yusuf?

Hebben ze niet toegeschreven aan onze Profeet Mohammad (s) dat hij een bezeten poëet was? Hebben ze niet toegeschreven aan hem, dat hij de vrouw van Zayd bin Haritha wenste, en dat hij haar niet met rust liet, totdat hij haar voor zichzelf had gewonnen? Hebben ze niet toegeschreven aan hem, dat hij op de dag van Badr, een rode jurk van de buit voor zichzelf nam? Allah sprak Zijn Profeet vervolgens vrij van verraad. Hij openbaarde daarover in Zijn Boek: {En het betaamt een profeet niet om oneerlijk te handelen. En wie oneerlijk handelt zal op de Dag der Opstanding zijn oneerlijke handelingen met zich meebrengen}. [3:161]. Hebben ze niet aan hem toegeschreven dat hij vanuit zijn eigen begeerte sprak over zijn neef (i.e. Imam Ali)? Totdat Allah hen weerlegde en zei: {De Profeet praat niet uit eigen begeerte. Het is slechts openbaring dat geopenbaard wordt}. [53:3-4]. Hebben ze niet aan hem toegeschreven dat hij gelogen heeft in Zijn uitspraak, dat hij een boodschapper van Allah is, die naar hen gestuurd is? Totdat Allah aan hem openbaarde: {De boodschappers voor jou werden ook al ontkend, maar zij bleven geduldig in datgene, waarvoor zij waren ontkend. En zij hebben pijn geleden totdat onze hulp naar hen kwam}. [6:34}. En een keer zei hij (s): “Gisteren heb ik gevaard naar de hemel.” Dus werd er gezegd: “Wallah, hij is de hele nacht niet uit zijn bed gekomen!”

En wat zij over de opvolgers (van de profeten) hebben gezegd, is meer dan dat. Hebben ze niet aan Imam Ali (as) toegeschreven dat hij de wereld en de rijkdom begeerde? En dat hij fitna (wanorde) prefereerde boven vrede? En dat hij het bloed van de mensen op onrechtmatige wijze heeft vergoten? En dat indien er goedheid in hem zat, Khalid bin al-Walid niet bevolen zou zijn om hem te onthoofden? Hebben ze niet aan hem toegeschreven dat hij de dochter van Abu Jahl wilde huwen naast Fatima (sa)? En dat de Profeet (s) tegen hem klaagde bij de moslims vanaf de preekstoel en zei: “Ali wil de dochter van de vijand van Allah huwen, naast de dochter van de Profeet van Allah! Weet dat Fatima een deel is van mij, dus wie haar pijn doet, heeft mij pijn gedaan, en wie haar tevreden maakt, heeft mij tevreden gemaakt, en wie haar woedend maakt, heeft mij woedend gemaakt”?

Vervolgens zei Al-Sadiq (as): “O `Alqama! Ik verbaas me niet over hetgeen wat de mensen gezegd hebben over Ali (as)!”

Bron: Amali, Blz. 84, # 3

Sommige leugens die Imam al-Sadiq (as) hierboven vermeldde, zoals over profeet Dawud (as), zijn te vinden in de Bijbel. Dat verzonnen verhaal over Dawud (as) kun je hier lezen. Imam al-Sadiq (as) vermeldt dus de leugens die door verschillende mensen verzonnen zijn, waaronder ook soennieten.

Wat opvalt aan de overlevering uit Sahih al-Bukhari is dat de Profeet (s) tegen Imam Ali (as) zei: “Fatima is een deel van mij, dus wie haar boos maakt, heeft mij boos gemaakt.” We weten inmiddels dat het Abu Bakr en Omar waren op wie Fatima (sa) tot haar dood woedend was. Het is geen geheim dat de soennieten deze overlevering, waarin Imam Ali (as) een tweede vrouw wilde huwen, hebben verzonnen om Abu Bakr en Omar te beschermen. Deze overlevering uit Sahih al-Bukhari hebben de soennieten verzonnen om de uitspraak van de Profeet (s) over de woede van Fatima (sa) af te schermen van Abu Bakr en Omar, en om het toe te passen op Imam Ali (as). Dit was de politieke reden om deze gehele situatie te verzinnen, dat Imam Ali (as) met een andere vrouw wilde trouwen.

Laten we vervolgen met enkele andere soennitische overleveringen waarin de Ahlalbait (as) belachelijk worden gemaakt.

Imam Ali (as) leidt het gebed terwijl hij dronken is.

Van de leugens die aan Imam Ali (as) zijn toegeschreven, is dat Imam Ali (as) een keer dronken het gebed leidde.

Al-Tirmidhi:

Van Ali bin Abi Talib, die zei: Abd al-Rahman bin `Awf had voedsel voor ons bereid. Vervolgens riep hij ons en schonk ons wat wijn. De wijn begon haar effect op ons uit te oefenen. Toen het tijd was om te bidden, verzochten ze mij om het gebed te leiden, dus ik reciteerde: {Zeg: O jullie ongelovigen. Ik aanbid niet wat jullie aanbidden, en wij aanbidden wat jullie aanbidden}. Daarop openbaarde Allah het vers: {O jullie die geloven, benader niet het gebed terwijl jullie dronken zijn, totdat jullie weten wat jullie zeggen}. [4:43]

Al-Albaani: “Sahih (authentiek).”

Al-Tirmidhi: “Deze overlevering is hasan sahih (goed en authentiek).”

Bron: Sahih Sunan al-Tirmidhi, Vol. 3, Blz. 218, # 3026

De waarheid is dat Imam Ali (as) nooit dronken het gebed heeft geleid. Het was juist een ander persoon die dronken het gebed heeft geleid. En dat was ook hetgeen wat er oorspronkelijk in Sunan al-Tirmidhi stond! Lees hieronder:

Ibn al-`Arabi:

En `Amr bin al-`As zei: Abd al-Rahman bin `Awf had voedsel voor ons bereid. Vervolgens riep hij ons en schonk ons wat wijn. De wijn begon haar effect op ons uit te oefenen. Toen het tijd was om te bidden, verzochten ze mij om het gebed te leiden, dus ik reciteerde: {Zeg: O jullie ongelovigen. Ik aanbid niet wat jullie aanbidden, en wij aanbidden wat jullie aanbidden}. Daarop openbaarde Allah het vers: {O jullie die geloven, benader niet het gebed terwijl jullie dronken zijn, totdat jullie weten wat jullie zeggen}. [4:43]

“Dit is overgeleverd door Al-Tirmidhi, en hij verklaarde het sahih (authentiek).”

Bron: Ahkam ul-Qur’an, Vol. 1, Blz. 551

Opmerkelijk hoe we in de hedendaagse versie van Sunan al-Tirmidhi juist lezen dat het Imam Ali (as) was i.p.v. `Amr bin al-`As. Iemand heeft dit expres gewijzigd.

Imam Ali (as) en Fatima (sa) hebben maling aan het gebed.

Al-Bukhari:

Van Ali bin Abi Talib, die zei: De Profeet (s) kwam op een avond naar mij en Fatima, en zei: “Gaan jullie niet bidden?” Ik zei: “O boodschapper van Allah. Onze zielen liggen in de Hand van Allah. Als Hij ons wakker wil maken, dan maakt Hij ons wakker.” Vervolgens vertrok hij (s) toen ik dat zei, en hij (s) zei niks terug tegen mij. Vervolgens hoorde ik hem (s) zeggen, terwijl hij zijn dij sloeg: “De mens is voornamelijk aan het bekvechten!” [18:54]

Bron: Sahih al-Bukhari, Blz. 273, # 1127

Al-Nasa’i:

Van Ali bin Abi Talib, die zei: De Profeet (s) kwam op een avond binnen bij mij en Fatima. Hij maakte ons wakker voor het gebed, en vervolgens ging hij terug naar zijn huis. Hij bad een deel van de nacht, en hij hoorde geen geluid bij ons. Dus hij keerde terug naar ons en zei: “Sta op en ga bidden.” Vervolgens ging ik rechtop zitten. Ik wreef mijn ogen en zei: “Wij zullen niets bidden, behalve hetgeen wat Allah voor ons heeft geschreven. Onze zielen liggen namelijk in de Hand van Allah. Dus als Hij ons wakker wil maken, dan maakt Hij ons wakker.” De Profeet (s) keerde zich om, en terwijl hij zijn dij sloeg, zei hij: “Wij zullen niets bidden, behalve hetgeen wat Allah voor ons heeft geschreven! De mens is voornamelijk aan het bekvechten!”

Al-Albaani: “Sahih (authentiek).”

Bron: Sahih Sunan al-Nasa’i, Blz. 266, # 1612

Je ziet dat de Profeet (s) helemaal verontrust en boos is op Imam Ali (as) en Fatima (sa), omdat ze hun aanbidding verwaarlozen. De Profeet (s) slaat zijn dij uit frustratie, roept hun na en past een negatief Koranvers op hun toe. Hij noemt ze bekvechters, mensen die ruzieziek zijn. Alleen een onwetende kan dit geloven over Imam Ali (as) en de meesteres van de vrouwen van alle werelden.

Sterker nog, als dit het gedrag is van de meeste dichtbijzijnde personen van de Profeet (s), dan is dit ook een belediging naar de Profeet (s) zelf. Dit vertelt ons namelijk dat hij (s) zijn eigen dochter Fatima (sa) onvoldoende heeft opgevoed met geloof. Hetzelfde geldt voor Imam Ali (as), want de Profeet (s) had hem ook vanaf zijn geboorte onder zijn hoede. De soennieten mogen kiezen wat ze willen geloven.

Er zijn nog meerdere voorbeelden, maar we laten het hier bij. Het is wel helder genoeg.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Scroll to Top