De ark van Noah

Een bekende overlevering van de Profeet (s) is waarin hij zijn Ahlalbait gelijkstelt aan de Ark van profeet Noah (a). Deze overlevering is correct volgens de soennitische criteria. Laten we kijken naar deze overlevering.

Al-Hakim:

Van Hunsh al-Kinani, die zei: Ik hoorde Abu Dhar zeggen, terwijl hij de deur van de Ka`ba vastpakte: O mensen, wie mij kent, die kent mij. En wie mij niet kent, weet dan dat ik de Profeet (s) heb horen zeggen: “Mijn Ahlalbait is zoals de Ark van Noah. Wie aan boord ging was gered en wie ervan afkeerde verdronk.”

Al-Hakim: “Deze overlevering is sahih (authentiek) volgens de criteria van Muslim.”

Al-Dhahabi: “Alleen Al-Tirmidhi heeft van Al-Mufaddhal overgeleverd. De rest hebben hem zwak verklaard.”

Bron: Al-Mustadrak, Vol. 2, Blz. 373, # 3312

Ibn Hajar al-`Asqalani:

Van Hunsh al-Kinani, die zei: Ik hoorde Abu Dhar zeggen, terwijl hij de ring van de deur (van de Ka`ba) vastpakte: O mensen, wie mij kent, die kent mij. En wie mij niet kent, het zij zo. Ik, Abu Dhar, heb de Profeet (s) horen zeggen: “Mijn Ahlalbait onder jullie is zoals de Ark van Noah. Wie het betrad was gered en wie ervan afkeerde verging.”

Van Abu Tufayl, dat hij Abu Dhar zag staan tegen de deur van de Ka`ba, en hij riep: O mensen, kennen jullie mij? Wie mij kent, die kent mij, en wie mij niet kent, ik ben een metgezel van de Profeet (s). En ik, Abu Dhar al-Ghafari, heb de Profeet (s) horen zeggen: “Mijn Ahlalbait onder jullie is zoals de Ark van Noah. Wie het betrad was gered en wie ervan afkeerde verdronk. En mijn Ahlalbait (as) onder jullie is zoals de deur van Hitta.”

Sa`d al-Shathri: “Samenvattend: de overlevering van Abu Dhar is hasan (goed) aan de hand van de (verschillende) overleveringsroutes.”

Bron: Al-Mataalib, Vol. 16, Blz. 219, 220, 223, # 3973

Ibn Abi Shayba:

Van Ali, die zei: “Onze positie in dit volk is zoals de Ark van Noah en de deur van Hitta van Bani Isra’il.”

Bron: Al-Musannaf, Vol. 11, Blz. 150, # 32651

Ibn Hajar al-Haytami:

En het is overgeleverd via vele overleveringsroutes die elkaar versterken dat de Profeet (s) zei: “Mijn Ahlalbait onder jullie is zoals de Ark van Noah. Wie aan boord ging, was gered.” En in de overlevering van Muslim: “En wie ervan afkeerde verdronk (of verging).” En in een andere overlevering: “Mijn Ahlalbait onder jullie is zoals de deur van Hitta van Bani Isra’il. Wie het betrad werd vergeven (door Allah).” En in een andere overlevering: “Zijn zondes werden vergeven.”

Bron: Al-Sawa`iq ul-Muhriqa, Blz. 212

Al-Manawi:

De Profeet (s) zei: “Mijn Ahlalbait is zoals de Ark van Noah. Wie aan boord ging was gered en wie ervan afkeerde verdronk.” Deze overlevering is hasan (goed). Overgeleverd door Al-Bazzar van Ibn `Abbas en Ibn al-Zubayr, en door Al-Hakim van Abi Dhar.

Bron: Faydh ul-Qadier, Vol. 5, Blz. 517, # 8162

Al-Sakhawi:

Van Abu Dhar, die zei: Ik hoorde de Profeet (s) zeggen: “Mijn Ahlalbait onder jullie is zoals de Ark van Noah. Wie aan boord ging was gered en wie ervan afkeerde verdronk. En (zij zijn ook) zoals de deur van Hitta van Bani Isra’il.” Deze overlevering is hasan (goed).

Bron: Al-Buldaniyyaat, Blz. 186 – 187

Conclusie.

Indien de Ahlalbait zoals de Ark van Noah (a) zijn, dan is het wel belangrijk om te weten wat de Koran over de Ark van Noah (a) zegt. Hiermee kunnen wij ook direct de waarde en het belang van de Ahlalbait omschrijven:

لَقَدْ أَرْسَلْنَا نُوحًا إِلَىٰ قَوْمِهِ فَقَالَ يَا قَوْمِ اعْبُدُوا اللَّهَ مَا لَكُم مِّنْ إِلَٰهٍ غَيْرُهُ إِنِّي أَخَافُ عَلَيْكُمْ عَذَابَ يَوْمٍ عَظِيمٍ

Wij zonden Noah naar zijn volk en hij zei: “O mijn volk, aanbid Allah, jullie hebben geen andere God dan Hem. Ik vrees voor jullie de bestraffing van de grote Dag.”

قَالَ الْمَلَأُ مِن قَوْمِهِ إِنَّا لَنَرَاكَ فِي ضَلَالٍ مُّبِينٍ

De leiders van zijn volk antwoordden: “Wij zijn van mening dat jij in duidelijke dwaling verkeert.”

قَالَ يَا قَوْمِ لَيْسَ بِي ضَلَالَةٌ وَلَٰكِنِّي رَسُولٌ مِّن رَّبِّ الْعَالَمِينَ

Hij zei: “O mijn volk, er is in mij geen dwaling, maar ik ben een boodschapper van de Heer der Werelden.”

أُبَلِّغُكُمْ رِسَالَاتِ رَبِّي وَأَنصَحُ لَكُمْ وَأَعْلَمُ مِنَ اللَّهِ مَا لَا تَعْلَمُونَ

“Ik breng jullie de boodschappen van mijn Heer en ik adviseer jullie en ik weet van Allah wat jullie niet weten.”

أَوَعَجِبْتُمْ أَن جَاءَكُمْ ذِكْرٌ مِّن رَّبِّكُمْ عَلَىٰ رَجُلٍ مِّنكُمْ لِيُنذِرَكُمْ وَلِتَتَّقُوا وَلَعَلَّكُمْ تُرْحَمُونَ

“Of zijn jullie verbaasd, dat er een waarschuwing van jullie Heer naar jullie is gekomen door een man uit jullie midden, zodat hij jullie zal waarschuwen en dat jullie Allah zullen vrezen en wellicht begenadigd zullen worden?”

فَكَذَّبُوهُ فَأَنجَيْنَاهُ وَالَّذِينَ مَعَهُ فِي الْفُلْكِ وَأَغْرَقْنَا الَّذِينَ كَذَّبُوا بِآيَاتِنَا ۚ إِنَّهُمْ كَانُوا قَوْمًا عَمِينَ

Maar zij ontkenden hem. Dus Wij hebben hem en degenen die met hem in de schip waren, gered. En Wij hebben degenen die Onze tekenen verwierpen laten verdrinken. Zij waren inderdaad een verblind volk. [7:59-64]

In een andere reeks verzen vermeldt Allah het volgende:

 قَالَ رَبِّ إِنَّ قَوْمِي كَذَّبُونِ

Hij (Noah) zei: “Mijn Heer, mijn volk heeft mij ontkend.”

فَافْتَحْ بَيْنِي وَبَيْنَهُمْ فَتْحًا وَنَجِّنِي وَمَن مَّعِيَ مِنَ الْمُؤْمِنِينَ

“Dus beslis tussen mij en hen, en red mij en de gelovigen die met mij zijn.”

فَأَنجَيْنَاهُ وَمَن مَّعَهُ فِي الْفُلْكِ الْمَشْحُونِ

Dus hebben Wij hem gered en degenen die met hem waren in de geladen schip.

ثُمَّ أَغْرَقْنَا بَعْدُ الْبَاقِينَ

Vervolgens hebben Wij daarna degenen die achterbleven, laten verdrinken. [26:117-120]

Degenen die het leiderschap van de Ahlalbait niet erkennen, zijn dus een verblind volk dat zal verdrinken. Dit is de gelijkenis die de Ahlalbait heeft onder de mensheid.

Slotwoord.

Wat overigens vermeldenswaardig is, is dat Abu Dhar de mensen publiekelijk toesprak toen hij deze overlevering vertelde. Wat zou de reden zijn geweest dat Abu Dhar in het centrale punt van Mekka, publiekelijk deze overlevering verkondigde? De enige conclusie die getrokken kan worden, is dat Abu Dhar de mensen eraan wilde herinneren dat zij moesten terugkeren naar het leiderschap van de Ahlalbait. Abu Dhar was namelijk een trouwe supporter van Imam Ali (a), zoals uit zowel soennitische en sjiitische overleveringen duidelijk op te maken is.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Scroll to Top