Wat onder de meeste soennieten bekend is, is dat Abu Bakr en Aisha de meest geliefde personen waren van de Profeet (s). Dit is o.a. te vinden in Bukhari en Muslim. In dit artikel willen wij graag aantonen dat dit incorrect is en dat Imam Ali (as) en Fatima (sa) juist de meest geliefde personen waren van de Profeet (s). Iets wat overigens ook dichter bij het verstand zit, wegens hun uitzonderlijke deugden en omdat zowel Ali als Fatima beiden zijn opgevoed door de Profeet (s).
Imam Ali (as) en Fatima (sa).
Al-Nasa’i:
Van Jumay` bin Omar, die zei: Ik ging samen met mijn vader naar binnen bij Aisha en hij vroeg haar over Ali, dus zei zij: “Je vraagt mij over een man, naast wie ik niemand anders ken die geliefder is bij de Profeet (s), zoals hem. En niemand was zo geliefd bij hem (s) zoals de vrouw van Ali (i.e. Fatima).”
Abi Is’haq al-Huwayni: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”
Van Abi Buraida, die zei: Er kwam een man naar mijn vader en hij vroeg hem: “Wie van de mensen was het meest geliefd bij de Profeet (s)?” Hij zei: “Van de vrouwen: Fatima. En van de mannen: Ali.”
Abi Is’haq al-Huwayni: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”
Bron: Tahdhieb Khasa’is al-Imam Ali, Blz. 94
Al-Khatieb al-Baghdadi:
Van Jumay` bin Omayr, die zei: Ik en mijn oom kwamen binnen bij Aisha en ik vroeg: “Wie van de mensen was het meest geliefd bij de Profeet (s)?” Zij zei: “Fatima.” Er werd toen gezegd: “En van de mannen?” Zij zei: “Haar echtgenoot (i.e. Ali).”
Al-Albaani: De overleveringsketen is hasan (goed). En het heeft een ondersteunend bewijs middels de overlevering van Buraida, en hij (Al-Tirmidhi) verklaarde die ook hasan (goed).”
Bron: Mishkat ul-Masabieh, Vol. 3, Blz. 1735, # 6146
Al-Hakim & Al-Dhahabi:
Van Buraida, die zei: “Van de vrouwen was Fatima het meest geliefd bij de Profeet (s). En van de mannen was dat Ali.”
Al-Hakim: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”
Al-Dhahabi: “Sahih (authentiek).”
Bron: Al-Mustadrak, Vol. 3, Blz. 168, # 4735
Geliefder dan Abu Bakr en Aisha.
Hierboven kon je lezen dat Aisha zelf toegaf dat Imam Ali (as) en Fatima (sa) het meest geliefd waren bij de Profeet (s). Welk twijfel kan er dan nog bestaan? De onderstaande overlevering zal nog meer onthullen.
Ahmad bin Hanbal:
Van Al-Nu`man bin Bashir, die zei: Abu Bakr vroeg om toestemming van de Profeet (s) om binnen te komen. Vervolgens hoorde Abu Bakr de stem van Aisha op een verheven toon. Zij zei tegen de Profeet (s): “Wallah, ik ben te weten gekomen dat Ali meer geliefd is bij jou dan mijn vader en ik!” – Dit zei zij 2 of 3 keer. – Abu Bakr vroeg om toestemming en hij kwam binnen. Hij ging naar haar toe, en zei: “O dochter, heb ik jou, jouw stem niet horen verheffen tegen de Profeet (s)?”
Ahmad Mohammad Shakir: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”
Bron: Musnad, Vol. 14, Blz. 169, # 18333
Van Al-Nu`man bin Bashir, die zei: Abu Bakr vroeg om toestemming van de Profeet (s) om binnen te komen. Vervolgens hoorde Abu Bakr de stem van Aisha op een verheven toon. Zij zei tegen de Profeet (s): “Wallah, ik ben te weten gekomen dat Ali meer geliefd is bij jou dan mijn vader!” – Dit zei zij 2 of 3 keer. – Abu Bakr vroeg om toestemming en hij kwam binnen. Hij ging naar haar toe en zei: “O dochter, heb ik jou, jouw stem niet horen verheffen tegen de Profeet (s)?!”
Shu`aib al-Arna’out: “De overleveringsketen is hasan (goed).”
Bron: Musnad, Vol. 30, Blz. 372 – 373, # 18421
Ibn Hajar al-`Asqalani:
Ahmad en Abu Dawud en Al-Nasa’i overleverden met een sahih (authentieke) overleveringsketen van Al-Nu`man bin Bashir, die zei: “Abu Bakr vroeg om toestemming van de Profeet (s) om binnen te komen. Vervolgens hoorde Abu Bakr de stem van Aisha op een verheven toon. Zij zei tegen de Profeet (s): “Wallah, ik ben te weten gekomen dat Ali meer geliefd is bij jou dan mijn vader!”
Bron: Fat’h ul-Bari, Vol. 8, Blz. 348
De andere geliefde personen.
Wat ook onbekend is onder de meeste soennieten is dat Abu Bakr, Omar en Othman helemaal niet de meest geliefde metgezellen waren van de Profeet (s). De echte geliefde metgezellen zullen hieronder vermeld worden.
Al-Tirmidhi:
Van Buraida, die zei: De Profeet (s) zei: “Allah heeft mij bevolen om te houden van 4 personen, en Hij heeft mij verteld dat Hij van hen houdt.” Er werd gezegd: “O Profeet, noem hen voor ons.” Hij (s) zei: “Ali is één van hen – en hij zei dat 3 keer – en Abu Dhar, en Al-Miqdad en Salman. Hij heeft mij bevolen om van hen te houden en Hij heeft mij verteld dat Hij van hen houdt.”
“Deze overlevering is hasan (goed). We kennen het enkel via de overlevering van Sharik.”
Bron: Al-Jami` ul-Sahih, Vol. 5, Blz. 636, # 3718
Ahmad bin Hanbal:
Van Buraida, die zei: De Profeet (s) zei: “Allah houdt van 4 van mijn metgezellen, en Hij heeft mij verteld dat Hij van hen houdt, en Hij heeft mij bevolen om van hen te houden.” Zij zeiden: “Wie zijn zij, O Profeet?” Hij (s) zei: “Ali is één van hen, en Abu Dhar al-Ghafari, en Salman al-Farisi en Al-Miqdad bin al-Aswad al-Kindi.”
Ahmad Mohammad Shakir: “De overleveringsketen is hasan (goed).”
Bron: Musnad, Vol. 16, Blz. 484, # 22864
Ibn Hajar al- `Asqalani:
Van Buraida, die zei: De Profeet (s) zei: “Allah heeft mij bevolen om te houden van 4 personen, en Hij heeft mij verteld dat Hij van hen houdt. Ali, Al-Miqdad, Abu Dhar en Salman.” De overleveringsketen is hasan (goed).
Bron: Al-Isaba, Vol. 10, Blz. 309
Al-Manawi:
De Profeet (s) zei: “Allah heeft mij bevolen om te houden van 4 personen, en Hij heeft mij verteld dat Hij van hen houdt. Ali is één van hen, en Abu Dhar, Al-Miqdad en Salman.”
Al-Suyuti: “Sahih (authentiek). Overgeleverd in Al-Tirmidhi en in Al-Mustadrak.”
Bron: Faydh ul-Qadier, Vol. 2, Blz. 214, # 1692
Het feit dat Allah beveelt om specifiek van deze vier te houden, toont al aan hoe belangrijk deze vier zijn. Daarnaast is het ook opvallend dat Salman, Abu Dhar en Miqdad samen met Imam Ali (as) genoemd worden. Na de dood van de Profeet (s) waren deze drie de meest loyale metgezellen van Imam Ali (as).
Het meest geliefd bij Allah.
Indien Imam Ali (as) het meest geliefd is bij de Profeet (s), zou het dan ook niet logisch zijn dat Imam Ali (as) het meest geliefd is bij Allah? Laten we lezen.
Al Tirmidhi:
Van Anas bin Malik, die zei: De Profeet (s) had een (gekookte) vogel. Hij (s) zei: “O Allah, breng mij de meest geliefde persoon van Uw creaties om deze vogel met mij te eten.” Vervolgens kwam Ali en hij at de vogel met hem.
Darussalam: “Hasan (goed).”
Bron: Jami` at-Tirmidhi, Vol. 6. Blz. 393. # 3721


Let goed op dat de Profeet (s) niet zegt: “Breng mij de meest geliefde persoon van mijn metgezellen”, of “deze generatie”. De Profeet (s) zegt: “Breng mij de meest geliefde persoon van Uw creaties“. Dit betekent dat Imam Ali (as) vanaf profeet Adam tot aan de laatste mens het meest geliefd is bij Allah van alle creaties.
Al-Haythami:
Van Safina, die een dienaar was van de Profeet (s), die zei: Er werden vogels geschonken aan de Profeet (s), dus ik maakte er een paar klaar voor hem. De volgende morgen bracht ik het weer naar hem. Hij (s) zei: “Van waar heb jij dit vandaan?” Ik zei: “Van hetgeen waar ik gister mee kwam.” Hij (s) zei: “O Allah, ik zeg tegen U om geen voedsel te bewaren voor morgen. Iedere dag kent zijn voorziening.” Vervolgens zei hij (s): “O Allah, laat de meest geliefde van Uw creaties bij mij binnenkomen om deze vogel met mij te eten.” Vervolgens kwam Ali binnen en hij (s) zei: “Hij is ook mijn meest geliefde.“
Het is overgeleverd door Al-Bazzar, en door Al-Tabarani op een korte manier, en de overleveraars van Al-Tabarani zijn sahih (authentiek), behalve Fitr bin Khaliefa, en hij is betrouwbaar.
Bron: Majma`, Vol. 9, Blz. 118, # 14727
Al-Hakim:
Deze overlevering is sahih (authentiek) volgens de criteria van Bukhari en Muslim. Het is door een groep van de metgezellen van Anas overgeleverd, die meer dan 30 personen vormen. Daarnaast is de overlevering ook sahih (authentiek) via Ali, Abi Sa`id al-Khudri en Safina.
Bron: Al-Mustadrak, Vol. 3, Blz. 142, # 4650
Al-Dhahabi:
Wat betreft de overlevering van de vogel, die heeft zeer veel overleveringsketens. Ik heb ze verzameld in een apart boek. Gezamenlijk heeft de overlevering dus absoluut een basis (van correctheid).
Bron: Tadhkirat ul-Huffadh, Vol. 3, Blz. 1042 – 1043


