Het meest radicale wat Omar heeft gedaan tijdens zijn leiderschap, is het beginnen van een nieuwe sunna. Hiermee wordt bedoeld dat Omar een nieuwe islamitische leer en leefwijze introduceerde. Om dit voor elkaar te krijgen, moest hij uiteraard eerst de leer en leefwijze van de Profeet (s) verbannen en proberen te vernietigen. Dit deed hij ook. En toen hij hier voor een groot deel succesvol in was, begon hij zijn nieuwe ideologie en regels te introduceren.
Het vernietigen en verbieden van de overleveringen van de Profeet (s).
Het beleid van het verbannen van de leer en leefwijze van de Profeet (s) begon in feite al tijdens het leiderschap van Abu Bakr. Omar heeft dit project na de dood van Abu Bakr verder uitgevoerd. Eens kijken wat Abu Bakr na de dood van de Profeet (s) heeft ondernomen.
Al-Dhahabi:
En één van de overleveringen van Ibn Abi Mulayka is dat Abu Bakr de mensen bijeen riep na de dood van de Profeet (s), en zei: “Jullie hebben overleveringen van de Profeet (s) naverteld waardoor de mensen na jullie intens met elkaar zullen verschillen. Dus vertel niks na van de Profeet (s). En wie iets aan jullie vraagt, zeg dan: ‘Tussen ons ligt het Boek van Allah, dus sta toe wat er in is toegestaan, en verbied wat er in is verboden’.”
Deze overlevering toont aan dat Abu Bakr de overleveringen wilde stabiliseren en valideren. Hij wilde niet het overleveren van hadith verbieden. Zie je niet dat toen hij gevraagd werd over de erfenis van de grootvader en hij het niet vond in de Koran, hoe hij ernaar op zoek ging in de sunna (i.e. overleveringen)? En toen betrouwbare personen hem informeerden was hij niet tevreden totdat hij andere betrouwbare mensen navroeg. En hij zei niet: “De Koran is genoeg voor ons”, zoals de Khawarij zeggen.
Bron: Tadhkirat ul-Huffadh, Vol. 1, Blz. 2 – 3



Al-Dhahabi beweert dat Abu Bakr geen verbod legde op de overleveringen. Eens kijken wat voor overlevering Al-Dhahabi nog meer overlevert in ditzelfde boek van hem.
Al-Dhahabi:
Van Al-Qasim bin Mohammad, die zei: Aisha zei: Mijn vader (i.e. Abu Bakr) verzamelde overleveringen van de Profeet (s). Het waren er 500 in aantal. Vervolgens bracht hij een nacht door en hij bleef zich de hele tijd omdraaien. Dus ik zei: “Draai je jou om wegens een klacht of iets ernstigs wat je gehoord hebt?” Toen het ochtend werd, zei hij: “O dochter, breng die overleveringen die jij hebt.” Dus ik bracht ze naar hem en hij verbrandde ze vervolgens. Ik zei: “Waarom heb je ze verbrand?” Hij zei: “Ik ben bang dat ik zal sterven en ze nog bij mij heb, terwijl er wellicht overleveringen tussen zitten van een persoon die ik vertrouwde, terwijl het niet zo is zoals hij mij verteld heeft. En dan heb ik dat opgeschreven.”
En dit is niet waar, en Allah weet het beste.
Bron: Tadhkirat ul-Huffadh, Vol. 1, Blz. 5
Natuurlijk is dit niet waar volgens Al-Dhahabi. Deze overlevering toont namelijk het tegenovergestelde aan van wat Al-Dhahabi eerder beweerde.
Omar voert het project verder uit.
Abu Bakr heeft slechts twee jaar geleefd na de dood van de Profeet (s). Toen Omar het leiderschap van Abu Bakr overnam, ging hij actief verder met het verbieden en verbannen van de overleveringen van de Profeet (s).
Ibn Maja:
Van Qaradha bin Ka`b, die zei: Omar bin al-Khattab stuurde ons naar Kufa en hij liep met ons mee tot een plaats genaamd Sirar. Daar zei hij: “Weten jullie waarom ik met jullie meeliep?” Zij zeiden: “Vanwege het recht van de metgezellen van de Profeet (s) en het recht van de Ansar.” Hij zei: “Eigenlijk liep ik met jullie mee vanwege enkele woorden die ik jullie wil vertellen. En ik wilde dat jullie het onthouden doordat ik met jullie meeliep. Jullie gaan naar een groep mensen in wiens harten de Koran borrelt zoals water in een ketel. Wanneer zij jullie zien, zullen zij hun nekken strekken en zeggen: “De metgezellen van Mohammad (s)!” Dus overlever niet veel overleveringen van de Profeet (s), dan ben ik jullie partner.”
Al-Albaani: “Sahih (authentiek), met de overleveringsketen van Al-Hakim, en Al-Dhahabi ging ermee akkoord.”
Bron: Sahih Sunan Ibn Maja, Vol. 1, Blz. 27 – 28, # 26
Al-Hakim & Al-Dhahabi:
Van Qaradha bin Ka`b, die zei: We vertrokken naar Irak en Omar liep met ons mee naar Sirar. Daar verrichtte hij vervolgens de wudu’ en daarna zei hij: “Weten jullie waarom ik met jullie meeliep?” Zij zeiden: “Ja, wij zijn metgezellen van Mohammad, dus liep jij met ons mee.” Hij zei: “Jullie gaan naar een groep mensen die een zoemend geluid hebben voor de Koran zoals het geluid van een bij. Dus begin niet met het overleveren van overleveringen zodat zij jullie druk houden. Houd het enkel bij de Koran en overlever niet veel overleveringen van de Profeet (s), dan ben ik jullie partner.” Toen Qaradha aankwam (bij die groep mensen), zeiden zij: “Overlever aan ons!” Qaradha zei: “Omar heeft ons dat verboden.”
Al-Hakim: “Deze overlevering is sahih (authentiek) en het heeft ook andere overleveringsroutes.”
Al-Dhahabi: “Het is sahih (authentiek) en het heeft ook andere overleveringsroutes.”
Bron: Al-Mustadrak, Vol. 1, Blz. 183, # 347
Wat is het toch met Omar dat hij de Koran prima vindt, maar de overleveringen niet? Wat direct opvalt aan dit beleid van Omar, dat hij de overleveringen verbiedt, is dat hij dit al een keer deed tijdens het leven van de Profeet (s). Toen de Profeet (s) op zijn sterfbed een testament wilde opstellen, wilde hij dit voorkomen en zei hij wederom dat de Koran meer dan genoeg is.
Al-Bukhari:
Van Ibn `Abbas, die zei: Toen de tijd aanbrak dat de Profeet (s) zou sterven, zei de Profeet (s) tegen een aantal mannen die aanwezig waren in zijn huis: “Kom en laat mij iets opschrijven voor jullie, zodat jullie nooit zullen dwalen.” Omar zei toen: “De Profeet is ernstig ziek. We hebben de Koran en die is genoeg voor ons.” De mensen in het huis werden het oneens met elkaar. Sommigen van hen zeiden: “Laat de Profeet hetgeen opschrijven, zodat wij nooit zullen dwalen.” En sommigen zeiden exact wat Omar zei. Toen zij zoveel herrie maakten in het bijzijn van de Profeet (s), zei de Profeet (s) tegen hen: “Ga weg en laat me met rust!” Ibn `Abbas zei: “Het was een grote tragedie dat hun herrie ervoor zorgde dat de Profeet (s) zijn document niet kon schrijven.”
Bron: Sahih al-Bukhari, Blz. 41, # 114


De enige reden waarom Omar de Koran wel prima vond, maar de overleveringen niet, is omdat de overleveringen expliciet zijn, terwijl de Koran globaal is. De Koran heeft uitleg nodig. En het uitleggen van de Koran is een taak van de Profeet (s).
كَمَا أَرْسَلْنَا فِيكُمْ رَسُولًا مِّنكُمْ يَتْلُو عَلَيْكُمْ آيَاتِنَا وَيُزَكِّيكُمْ وَيُعَلِّمُكُمُ الْكِتَابَ وَالْحِكْمَةَ وَيُعَلِّمُكُم مَّا لَمْ تَكُونُوا تَعْلَمُونَ
Zoals Wij uit jullie midden een boodschapper hebben gezonden, die Onze verzen aan jullie uitlegt, jullie zuivert, jullie het Boek en de Wijsheid onderwijst, en jullie hetgeen leert wat jullie niet wisten. [2:151]
Dit is dus wat Omar wilde bereiken. Hij wilde de uitleg van de Profeet (s) vernietigen, zodat de komende moslimgeneraties onwetend blijven over de betekenis van de Koran. Hiermee heeft Omar tegelijkertijd ook de Koran proberen te vernietigen, aangezien de Koran incompleet is zonder uitleg.
We gaan verder met enkele overleveringen en uitspraken van geleerden die dit beleid van Omar verder bevestigen.
Al-Dhahabi:
يحيى بن أيوب ، عن ابن عجلان : أن أبا هريرة كان يقول : إني لأحدث أحاديث ، لو تكلمت بها في زمن عمر ، لشج رأسي
قلت : هكذا هو كان عمر – رضي الله عنه- يقول : أقلوا الحديث عن رسول الله – صلى الله عليه وسلم- وزجر غير واحد من الصحابة عن بث الحديث ; وهذا مذهب لعمر ولغيره
Yahya bin Ayoub, van Ibn `Ijlan, dat Abu Huraira altijd zei: “Ik vertel overleveringen die, indien ik die had overgeleverd in de tijd van Omar, hij mijn hoofd zou hebben geslagen.”
En dit is hoe het was. Omar zei altijd: “Overlever weinig van de Profeet (s).” En hij heeft meerdere metgezellen verboden om overleveringen te verspreiden. Dit was het beleid van Omar en van anderen.
Bron: Siyar A`lam al-Nubala’
Wie die anderen waren, zal verderop in dit artikel worden besproken. Je kunt het eigenlijk al raden. We gaan verder.
Ibn Kathir:
Van Mohammad bin `Ijlan, dat Abu Huraira altijd zei: “Ik vertel overleveringen die, indien ik die had overgeleverd in de tijd van Omar of in zijn bijzijn, hij mijn hoofd zou hebben geslagen.”
Van Abi Salama, die zei: Ik hoorde Abu Huraira zeggen: “We konden niets van de Profeet (s) overleveren totdat Omar stierf.”
Van Al-Zuhri, dat Omar zei: “Overlever weinig overleveringen van de Profeet (s). Overlever slechts wat gepraktiseerd moet worden.” Vervolgens zei Abu Huraira: “Kan ik jullie dit soort overleveringen vertellen terwijl Omar nog leeft? Wallah, dan weet ik zeker dat ik gezweept zal worden.”
Omar zei namelijk altijd: “Houd jullie bezig met de Koran, want de Koran is het woord van Allah.” En om die reden, toen hij Abu Musa naar Irak stuurde, zei hij tegen hem: “Jij gaat naar een volk die in hun moskeeën het gezoem van de Koran hebben zoals het gezoem van de bij. Dus laat hen op hetgeen zij zich op bevinden en houd ze niet bezig met overleveringen. Ik ben jouw partner daarin.” En dit is bekend van Omar.
Bron: Al-Bidaya wa al-Nihaya, Vol. 11, Blz. 372

Wellicht is de onderstaande overlevering de meest tragische van allemaal. Omar bin al-Khattab had een zoon die bekend is als ‘Ibn Omar’ (zoon van Omar). Zijn volledige naam is Abdallah bin Omar. Deze zoon van Omar volgde het beleid van zijn vader trots op.
Ibn Maja:
Van Abdallah bin Abi Safr, die zei: Ik hoorde Shi`bi zeggen: “Ik heb een jaar lang met Ibn Omar gezeten en ik heb hem niets horen overleveren van de Profeet (s).”
Al-Albaani: “Sahih (authentiek).”
Bron: Sahih Sunan Ibn Maja, Vol. 1, Blz. 26, # 24
Omar’s ware standpunt over de overleveringen.
In de onderstaande overlevering lees je dat een goede vriend van Omar, genaamd Sa`d bin Abi Waqqas, ook geen enkele overlevering van de Profeet (s) vertelde.
Ibn Maja:
Van Sa’ib bin Yazid, die zei: Ik vergezelde Sa`d bin Abi Waqqas vanaf Medina naar Mekka en ik hoorde hem geen enkele overlevering van de Profeet (s) vertellen.”
Al-Albaani: “Sahih (authentiek), en Al-Busiri zei dat ook.”
Bron: Sahih Sunan Ibn Maja, Vol. 1, Blz. 28, # 27
Sa`d bin Abi Waqqas vertelde geen enkele overlevering van de Profeet (s) omdat Omar hem dit natuurlijk had bevolen. Dit staat ook in de onderstaande overlevering. Tevens bevat de onderstaande overlevering een schrikbarende bekentenis van Omar.
Al-Baladhuri:
عن عبد الرحمن بن طلحة ، قال : … كتب عمر إلى سعد بن أبي وقاص وهو بالقادسية : أن جنب الناس أحاديث الجاهلية فإنها تذكر الأحقاد وتنشئ الضغائن ، وعظهم بآيات الله ما نشطوا للاستماع
Van Abd al-Rahman bin Talha, die zei: Omar schreef naar Sa`d bin Abi Waqqas toen hij in Al-Qadisiyya was: “Vertel de mensen niet de overleveringen van onwetendheid, want het vermeldt afgunst en creëert wroeging. Vermaan ze met de verzen van Allah als ze graag willen horen.”
Bron: Ansab ul-Ashraf
De overleveringen van de Profeet (s) zijn volgens Omar dus overleveringen van onwetendheid. En weer zien we dat Omar enkel de Koran toelaat, indien de mensen graag wat willen horen. Dus ook het praten over de Koran heeft bepaalde grenzen. Je mag er niet zelf over beginnen.
In een andere overlevering vergelijkt Omar de overleveringen van de Profeet (s) met de verzonnen verhalen van de joden.
Al-Dhahabi:
Zayd bin Yahya zei: Abdallah bin al-`Ala vertelde ons dat hij zei: Ik vroeg Al-Qasim om overleveringen aan mij te citeren, maar hij verbood mij dit. Hij zei: “Waarlijk, de overleveringen werden in overvloed overgeleverd in de tijd van Omar, dus eiste hij dat mensen de (geschreven) overleveringen naar hem brachten. Toen zij de (geschreven) overleveringen naar hem brachten, gaf hij het bevel om het te verbranden. Vervolgens zei Omar: “Dit (deze overleveringen) is een mathna zoals de mathna van de joden!”
Voetnoot: De mathna is een boek dat gemaakt werd door de rabbijnen van Bani Isra’il, ná de dood van Musa (as), waarin stond wat zij naast het Boek wensten.
Bron: Siyar A`lam an-Nubala, Vol. 5, Blz. 59
Deze overlevering hierboven is oorspronkelijk overgeleverd in de Tabaqat van Ibn Sa`d.
Wat voor overleveringen werden verbannen?
Nu kan iemand zeggen dat Omar wellicht de overleveringen verbande en verbrandde omdat het ging om verzonnen overleveringen. Het ging niet om de echte overleveringen van de Profeet (s). Laten we dat even vliegensvlug analyseren.
Al-Hakim & Al-Dhahabi:
Van Sa`id bin Ibrahim, van zijn vader, die zei: Omar bin al-Khattab zei tegen Ibn Mas`oud, Abi Darda en Abi Dhar: “Wat zijn dit voor overleveringen van de Profeet (s)!?” En ik denk dat Omar hen vervolgens opsloot in Medina totdat hij overleed.
Al-Dhahabi: “Het is overgeleverd van Shu`ba door `Affan en anderen.”
Van Shu`ba, die exact dezelfde overlevering overleverde.
Al-Hakim: “Deze overlevering is sahih (authentiek) volgens de criteria van Bukhari en Muslim.”
Al-Dhahabi: “Het is volgens de criteria van Bukhari en Muslim.”
Bron: Al-Mustadrak, Vol. 1, Blz. 193, # 374
Hierboven las je dat Abu Dhar één van de mensen was die bekritiseerd werden door Omar en wellicht zelfs werd opgesloten. Omar vertrouwde hem kennelijk niet. Eens kijken wat de Profeet (s) te zeggen heeft over de betrouwbaarheid en eerlijkheid van Abu Dhar.
Al-Hakim & Al-Dhahabi:
Van Malik bin Marthad, van zijn vader, van Abi Dhar, die zei: De Profeet (s) zei: “De aarde heeft niemand gedragen en de bomen hebben niemand bedekt die zo eerlijk is en zijn beloften nakomt als Abu Dhar. Hij is de gelijkenis van `Isa bin Maryam.” Omar bin al-Khattab stond op en zei: “O boodschapper van Allah! Moeten we dit erkennen voor hem?” Hij (s) zei: “Ja, erken dit voor hem.”
Al-Hakim: “Deze overlevering is sahih (authentiek) volgens de criteria van Muslim. En het is ook overgeleverd door Abdallah bin `Amr en Abi Darda’.”
Al-Dhahabi: “Het is volgens de criteria van Muslim.”
Bron: Al-Mustadrak, Vol. 3, Blz. 385, # 5460
Omar was zelf getuige dat Abu Dhar de gelijkenis van profeet `Isa (as) is. Het is dus niet mogelijk voor iemand om te beweren dat Abu Dhar verzonnen of incorrecte overleveringen aan het vertellen was. Daarnaast heb je zelf al in de vorige artikelen kunnen lezen hoe intens onwetend Omar was over de islamitische wetgeving. Omar is dus de laatste die wij kunnen vertrouwen in zijn beslissingen en kennis over welke overleveringen van de Profeet (s) zijn en welke niet. Het feit ook dat Omar het lef had om de mond van de Profeet (s) te willen snoeren toen hij (s) zijn testament wilde opstellen, zegt eigenlijk al meer dan genoeg.
Het integreren van joodse literatuur binnen de Islam.
Maar wat dan weer zeer opvallend is, is dat Omar tijdens zijn leiderschap het wel toestond om van de joden en christenen te overleveren! Dus Omar legde een verbod op de overleveringen van de Profeet (s) en opende een toegang naar joodse en christelijke literatuur. Wat vooraf belangrijk is om te weten, is dat Omar al in de tijd van de Profeet (s) geïnteresseerd was in joodse verhalen. Laten we daar enkele overlevering over vermelden.
Abd al-Razzaq:
Van Abu Qalaba, die zei: Omar kwam een jood tegen die een boek aan het lezen was. Omar luisterde even en hij genoot ervan. Vervolgens zei hij tegen die jood: “Zou je voor mij een kopie van dit boek willen schrijven?” De jood zei: “Is goed.” De man ging akkoord en bracht hem een kopie ervan. Omar ging er vervolgens mee naar de Profeet (s) en begon het voor te lezen. Het gezicht van de Profeet (s) veranderde van kleur. Een man van de Ansar sloeg vervolgens het boek weg met z’n hand en zei: “Moge jouw moeder jou verliezen, O zoon van Khattab! Zie je het gezicht van de Profeet (s) niet sinds deze hele dag, dat je alsnog dit boek aan hem blijft doorlezen?” De Profeet (s) zei vervolgens daarop: “Ik ben als een opener en een afsluiter gestuurd. Mij is alle woorden geschonken, dus laat jullie niet ten ondergaan door de polytheïsten.”
Bron: Al-Musannaf, Vol. 11, Blz. 111, # 20062
Al-Albaani:
De overlevering dat de Profeet (s) boos werd toen hij Omar zag met een boek waarin wat van de Thora stond, waarna hij (s) zei: “Twijfel je over mij, O zoon van Khattab? Ben ik niet gekomen met een rein Boek? Als mijn broeder Musa nog leefde, had hij geen andere mogelijkheid dan mij te volgen.”
Deze overlevering is hasan (goed). Het is overgeleverd door Ahmad, via Jabir dat Abdallah zei: Omar bin al-Khattab ging naar de Profeet (s) met een boek dat hij kreeg van een paar joden. Hij las het voor aan de Profeet (s), waarna de Profeet (s) boos werd en zei: “Gaan jullie allemaal in verwarring vallen, O zoon van Khattab? Wallah, ik heb het ware en reine geloof gebracht. Vraag hen helemaal niks, want zij kunnen jullie iets vertellen wat waar is, waarna jullie het ontkennen. Of zij zullen jullie iets vals vertellen, waarna jullie het accepteren. Wallah, zelfs al zou Musa (as) nog leven, zou hij geen andere mogelijkheid hebben behalve dat hij mij volgt.”
Deze overlevering is qawiy (sterk), want het heeft vele ondersteunende bewijzen.
Bron: Irwa’ ul-Ghalil, Vol. 6, Blz. 34, # 1589

Ahmad bin Hanbal:
Van Abdullah bin Thabit, die zei: Omar kwam naar de Profeet (s) en zei: “O boodschapper van Allah, ik kwam een broeder tegen van (de joodse stam) Quraidha, die een samenvatting van de Thora voor mij schreef. Zal ik het aan u laten zien?” Het gezicht van de Profeet (s) veranderde, dus zei Abdullah bin Thabit tegen Omar: “Zie je niet hetgeen op het gezicht van de Profeet (s)!?” Omar zei: “We zijn allen tevreden met Allah als onze Heer, Islam als onze religie en Mohammad als onze boodschapper.” De woede van de Profeet (s) verlichtte en zei: “Wallah, al zou Musa hier met jullie zijn en jullie hem vervolgens zouden volgen en mij zouden verlaten, zouden jullie dwalen. Jullie zijn mijn deel van de generaties en ik ben jullie deel van de profeten.”
Ahmad Mohammad Shakir: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”
Bron: Musnad, Vol. 14, Blz. 142, # 18251
Ibn Kathir:
وقال الإمام أحمد : حدثنا سريج بن النعمان ، حدثنا هشيم ، أنبأنا مجالد ، عن الشعبي ، عن جابر أن عمر بن الخطاب أتى النبي صلى الله عليه وسلم بكتاب أصابه من بعض أهل الكتاب فقرأه [ ص: 458 ] على النبي صلى الله عليه وسلم قال : فغضب . وقال أمتهوكون فيها يا ابن الخطاب ؟ والذي نفسي بيده لقد جئتكم بها بيضاء نقية ، لا تسألوهم عن شيء فيخبرونكم بحق فتكذبوا به أو بباطل فتصدقوا به ، والذي نفسي بيده لو أن موسى كان حيا ما وسعه إلا أن يتبعني . إسناد صحيح . ورواه أحمد من وجه آخر ، عن عمرو فيه فقال رسول الله صلى الله عليه وسلم : والذي نفسي بيده لو أصبح فيكم موسى ، ثم اتبعتموه وتركتموني لضللتم إنكم حظي من الأمم ، وأنا حظكم من النبيين . وقد أوردت طرق هذا الحديث وألفاظه في أول سورة يوسف
En Ahmad overleverde: [zelfde overlevering als die Al-Albaani vermeldde].
De overleveringsketen is sahih (authentiek). En Ahmad heeft ook een andere versie overgeleverd via `Amr, waarin de Profeet (s) zei: “Wallah, al zou Musa hier met jullie zijn en jullie hem vervolgens zouden volgen en mij zouden verlaten, zouden jullie dwalen. Jullie zijn mijn deel van de generaties en ik ben jullie deel van de profeten.” Ik heb de overleveringsroutes en bewoordingen van deze overlevering verzameld (in mijn tafsir) in het begin van soerat Yusuf.
Bron: Al-Bidaya wa al-Nihaya
Al-Suyuti:
وأخرج ابن الضريس عن الحسن ، أن عمر بن الخطاب قال : يا رسول الله، إن أهل الكتاب يحدثونا بأحاديث قد أخذت بقلوبنا، وقد هممنا أن نكتبها . فقال : «يا ابن الخطاب، أمتهوكون أنتم كما تهوكت اليهود والنصارى؟ أما والذي نفس محمد بيده لقد جئتكم بها بيضاء نقية، ولكني أعطيت جوامع الكلم، واختصر لي الحديث اختصارا
Ibn al-Durays overleverde van Al-Hasan, dat Omar zei: “O boodschapper van Allah. De joden vertellen ons verhalen die onze harten raken. We hebben overwogen om het op te schrijven.” De Profeet (s) zei: “Willen jullie in verwarring vallen zoals de joden en de christenen? Ik zweer op Allah, ik heb het ware en reine geloof gebracht. Maar er is mij een samenvatting gegeven van de woorden en de verhalen zijn mij beknopt verteld.”
Bron: Al-Durr al-Manthur
Ook de dochter van Omar, die met de Profeet (s) getrouwd was, interesseerde zich in joodse literatuur.
Abd al-Razzaq:
Van Al-Zuhri, die zei: Hafsa, de vrouw van de Profeet (s), kwam naar de Profeet (s) met een boek van verhalen over profeet Yusuf (as). Ze begon het voor te lezen aan de Profeet (s), wiens gezicht van kleur veranderde. Vervolgens zei hij: “Wallah, als Yusuf naar jullie zou komen en jullie hem zouden volgen terwijl ik hier nog ben met jullie, dan zouden jullie dwalen.”
Bron: Al-Musannaf, Vol. 6, Blz. 113 – 114, # 10165
Het aanstellen van een joodse imam.
De interesse van Omar in joodse literatuur bleef aanhouden. Tijdens zijn leiderschap stond hij een rabbijn toe om de moslims te onderwijzen vanuit de joodse boeken. Deze rabbijn heette Ka`b al-Ahbar en hij beweerde dat hij naar de Islam was bekeerd. Dit project van Omar heeft ervoor gezorgd dat er heel veel joodse verhalen zitten in de soennitische boeken die de Koran uitleggen. Ibn Kathir bespreekt dit probleem na zo’n voorbeeld te hebben genoemd.
Ibn Kathir:
وهذه الأقوال والله أعلم كلها مأخوذة عن كعب الأحبار؛ فإنه لما أسلم في الدولة العمرية، جعل يحدث عمر رضي الله عنه عن كتبه قديماً، فربما استمع له عمر رضي الله عنه، فترخص الناس في استماع ما عنده، ونقلوا ما عنده عنه؛ غثها وسمينها، وليس لهذه الأمة ــــ والله أعلم ـــ حاجة إلى حرف واحد مما عنده
En deze uitspraken, maar Allah weet het beste, zijn allemaal afkomstig van Ka`b al-Ahbar. Ka`b bekeerde namelijk naar de Islam tijdens het leiderschap van Omar. Hij begon vervolgens Omar vanaf het begin al te vertellen over zijn boeken. Wellicht dat Omar naar hem luisterde en de mensen toestond om te luisteren naar wat hij te vertellen had en dat vervolgens opschreven. En deze umma, maar Allah weet het beste, heeft geen enkel letter nodig van wat hij bij zich had.
Bron: Tafsir al-Qur’an al-`Adhiem
Ibn Kathir zegt dat Omar het wellicht toestond, maar dit is geen twijfelachtige kwestie. Al-Dhahabi zegt het wat duidelijker dan Ibn Kathir.
Al-Dhahabi:
كعب الأحبار ( د ، ت ، س )
هو كعب بن ماتع الحميري اليماني العلامة الحبر ، الذي كان يهوديا فأسلم بعد وفاة النبي – صلى الله عليه وسلم – وقدم المدينة من اليمن في أيام عمر رضي الله عنه ، فجالس أصحاب محمد – صلى الله عليه وسلم – فكان يحدثهم عن الكتب الإسرائيلية ، ويحفظ عجائب ويأخذ السنن عن الصحابة . وكان حسن الإسلام ، [ ص: 490 ] متين الديانة ، من نبلاء العلماء
Ka`b al-Ahbar. Zijn echte naam is Ka`b bin Mati` al-Himyari al-Yamani, de kennisrijke rabbijn. Hij was joods en bekeerde vervolgens na de dood van de Profeet (s). Hij kwam naar Medina vanuit Yemen in de tijd van Omar. Hij zat met de metgezellen van de Profeet (s) en vertelde hen over de joodse boeken. Hij onthield ontzettend veel en leerde de tradities van de metgezellen. Hij was een goede moslim, sterk in aanbidding en behoort tot de nobele geleerden.
Bron: Siyar A`lam al-Nubala
Toen de moslims eenmaal massaal van de joden begonnen te leren, vond Ibn `Abbas het noodzakelijk om hen terug te fluiten. Hij sprak hen publiekelijk toe.
Al-Bukhari:
Van Ibn `Abbas, die zei: “O moslims! Hoe kunnen jullie de joden iets vragen terwijl jullie Boek dat aan de Profeet (s) is geopenbaard, de nieuwste verkondiging is van Allah en jullie het lezen zonder dat het gewijzigd is? En Allah heeft jullie verteld dat de joden de openbaring van Allah hebben gewijzigd en met hun eigen handen het boek hebben bewerkt, waarna zij zeiden: {“Dit is van Allah”, om er een geringe prijs mee te verdienen}. Is de kennis die aan jullie is geopenbaard niet voldoende om jullie te weerhouden om hen te vragen? En wallah, we hebben nooit iemand van hen, jullie zien vragen over jullie Boek!”
Bron: Sahih al-Bukhari, Blz. 655, # 2685
Van Ibn `Abbas, die zei: “Hoe kunnen jullie de joden vragen over hun boeken, terwijl jullie het Boek van Allah hebben, dat de nieuwste openbaring is van Allah die jullie lezen zonder dat het gewijzigd is?”
Van Ibn `Abbas, die zei: “O moslims! Hoe kunnen jullie de joden over iets vragen terwijl jullie Boek dat aan jullie Profeet (s) is geopenbaard, de nieuwste verkondiging is van Allah en jullie het in zijn pure vorm lezen zonder dat het gewijzigd is? En Allah heeft jullie verteld dat de joden de boeken van Allah hebben gewijzigd en met hun eigen handen geschreven hebben, waarna zij zeiden: {“Dit is van Allah”, om er een geringe prijs mee te verdienen}. Is de kennis die aan jullie is geopenbaard niet voldoende om jullie te weerhouden om hen te vragen? En wallah, we hebben niemand van hen, jullie zien vragen over jullie Boek!”
Bron: Sahih al-Bukhari, Blz. 1859, # 7522 – 7523
Het beleid bleef bestaan.
Het beleid van het verbannen van de overleveringen van de Profeet (s) bleef bestaan na de dood van Omar. De opvolger van Omar, genaamd Othman, heeft dit beleid met volle trots nageleefd. Dit zal in de komende artikelen kort worden behandeld. En ook Muawiya, de leider na Othman, bleef dit beleid van Omar hanteren.
Al-Khatieb al-Baghdadi:
عن عبد الله بن عامر اليحصبي ، قال : سمعت معاوية على المنبر بدمشق ، يقول : ” أيها الناس إياكم وأحاديث رسول الله صلى الله عليه وسلم إلا حديثا كان يذكر على عهد عمر رضي الله عنه ، فإن عمر كان يخيف الناس في الله عز وجل
Van Abdallah bin `Amir, die zei: Ik hoorde Muawiya op de preekstoel in Damascus zeggen: “O mensen, overlever geen overleveringen van de Profeet (s), behalve wat er werd overgeleverd in de tijd van Omar. Omar maakte de mensen namelijk bang omwille van Allah.”
Bron: Sharaf Ashab al-Hadith
Al-Dhahabi:
عن رجاء بن أبي سلمة قال: بلغني أن معاوية كان يقول: عليكم من الحديث بما كان في عهد عمر فإنه كان قد أخاف الناس في الحديث عن رسول الله صلى الله عليه وسلم
Van Raja’ bin Abi Salama, die zei: Ik heb vernomen dat Muawiya altijd zei: “Jullie moeten overleveren wat er werd overgeleverd in de tijd van Omar. Omar was bang voor de mensen omtrent de overleveringen van de Profeet (s).”
Bron: Tadhkirat ul-Huffadh
Verder bleef het beleid dat de overleveringen niet opgeschreven mochten worden tot wel 100 jaar bestaan na de dood van de Profeet (s)! Pas in de laatste periode van de tweede moslimgeneratie, mochten de mensen de overleveringen opschrijven. Of wat daar nog van over was en intussen door de joden en jan en alleman verzonnen is..
Ibn Hajar al-`Asqalani:
اعلم علمني الله وإياك أن آثار النبي صلى الله عليه وسلم لم تكن في عصر أصحابه وكبار تبعهم مدونة في الجوامع ولا مرتبة لأمرين أحدهما إنهم كانوا في ابتداء الحال قد نهوا عن ذلك كما ثبت في صحيح مسلم خشية أن يختلط بعض ذلك بالقرآن العظيم وثانيهما لسعة حفظهم وسيلان أذهانهم ولأن أكثرهم كانوا لا يعرفون الكتابة ثم حدث في أواخر عصر التابعين تدوين الآثار وتبويب الأخبار
Weet, moge Allah mij en jou verrijken in kennis, dat de overleveringen van de Profeet (s) niet geschreven of gecategoriseerd waren in boeken in de tijd van zijn metgezellen en in de tijd van de grootste tabi`ien. Dit was wegens twee redenen; de eerste: In de beginperiode werden zij verboden om dat te doen, zoals bewezen is in Sahih Muslim, uit vrees dat sommige overleveringen gemixt zouden worden met de Koran. De tweede reden: Zij konden goed en snel onthouden, maar ook omdat de meesten van hen niet konden schrijven. Vervolgens vond het opschrijven van de overleveringen plaats in de laatste periode van de tabi`ien (tweede moslimgeneratie).
Bron: Hadiy al-Sari
Uiteraard probeert Ibn Hajar ons hier in de maling te nemen over de ware reden waarom de overleveringen niet werden opgeschreven. De Profeet (s) stond de metgezellen toe om te schrijven en er waren meer dan genoeg metgezellen die konden schrijven. Het werd helaas alleen na de dood van de Profeet (s) verbrand en verbannen door Abu Bakr, Omar en co.
Abu Dawud:
Van Abdullah bin `Amr, die zei: Ik schreef alles op wat ik van de Profeet (s) hoorde, want ik wilde het onthouden. Maar Quraysh verbood mij (om dat te doen). Zij zeiden: “Schrijf jij alles op wat jij van de Profeet (s) hoort, terwijl hij een mens is die in een staat van tevredenheid en woede kan spreken?” Dus ik stopte met het schrijven. Ik meldde dat vervolgens bij de Profeet (s), dus wees hij naar zijn mond en zei: “Schrijf! Want ik zweer bij Allah, er komt hier niets uit behalve de waarheid.”
Al-Albaani: “Sahih (authentiek).”
Bron: Sahih Sunan Abi Dawud, Vol. 2, Blz. 408, # 3646

In de bovenstaande overlevering lees je dus dat de Profeet (s) het opschrijven van zijn overleveringen gewoon toestond en zelfs beval. Hij zei: “Schrijf!” Maar wat je ook ziet, is dat sommige mensen van Quraysh dit wilden dwarsbomen. Dus er waren al hypocrieten die bezig waren met het willen verbannen van de woorden van de Profeet (s). Wie die hypocrieten waren, zien we duidelijk terug na de dood van de Profeet (s).
Slotwoord.
Dit beleid zal nog vervolgd worden in enkele andere artikelen. Dit beleid van Abu Bakr en Omar heeft namelijk tot afschuwelijke gevolgen geleid. Maar dat zal stap voor stap besproken worden. In het volgende artikel zullen we daar al gedeeltelijk mee beginnen. Toen Omar namelijk de overleveringen verbande, begon hij zijn eigen nieuwe regels te verzinnen in de Islam. Dit is hoe stapsgewijs een nieuwe Islam ontstond: de Islam die wij vandaag kennen als het soennisme.