Na het leiderschap van Imam Ali (a) te hebben beroofd en na de eigendommen van Fatima (a) te hebben afgepakt, ging Abu Bakr verder met roven. Zijn honger was nog niet gestild.
De ‘ongelovige’ moslims.
Toen Abu Bakr aan de macht kwam en zijn onrecht tegen de Ahlalbait had gepleegd, wende hij zich naar de overige moslims. Abu Bakr eiste van de moslims dat ze hun zakat (armenbelasting) aan hem moesten geven. Vele moslims weigerden hun zakat te geven aan Abu Bakr. Doordat zij weigerden, verklaarde hij hen tot afvalligen en bestreed hen tot overgave of de dood.
Ibn ul-Athir:
وأما أخبار الردة فإنه لما مات النبي – صلى الله عليه وسلم – وسير أبو بكر جيش أسامة ارتدت العرب وتضرمت الأرض نارا ، وارتدت كل قبيلة ، عامة أو خاصة ، إلا قريشا وثقيفا
Wat betreft het verhaal van de afvalligen: Toen de Profeet (s) stierf, en Abu Bakr het leger van Osama op pad stuurde, werden de Arabieren afvallig en stond het land in vuur. Iedere stam werd afvallig, zowel de minder bekende als de bekende stammen, behalve Quraysh en Thaqief.
Bron: Al-Kamil fi al-Tarikh
Ibn Hazm:
أهل الردة كانوا قسمين : قسما لم يؤمن قط كأصحاب مسيلمة ، وسجاح ، فهؤلاء حربيون لم يسلموا قط ، لا يختلف أحد في أنهم تقبل توبتهم وإسلامهم . والقسم الثاني : قوم أسلموا ولم يكفروا بعد إسلامهم ، لكن منعوا الزكاة من أن يدفعوها إلى أبي بكر رضي الله عنه فعلى هذا قوتلوا
De mensen van afvalligheid waren van twee groepen: Eén groep heeft nooit geloofd, zoals de volgelingen van Musaylama en Sajjah. Dus deze agressievelingen hebben de Islam nooit geaccepteerd. En er is geen meningsverschil dat hun berouw en Islam acceptabel is (indien zij berouw wilden tonen en bekeren). De tweede groep was een groep die de Islam had geaccepteerd en nooit ongelovig is geworden na hun bekering. Maar zij weigerden om de zakat te geven aan Abu Bakr. Dus hierom werden ze bestreden.
Bron: Al-Mohalla
De cruciale vraag is waarom de moslims hun zakat niet wilden afstaan aan Abu Bakr. Dat is een vraag die wij verderop in dit artikel zullen beantwoorden. We zullen eerst bespreken hoe Abu Bakr hen stelselmatig uitroeide.
Abu Bakr’s honger naar meer.
Al-Bukhari:
Van Abu Huraira, die zei: Toen de Profeet (s) stierf, en Abu Bakr de leider werd, werden sommige Arabieren ongelovig. Omar zei tegen Abu Bakr: “Hoe kun je de mensen bestrijden, terwijl de Profeet (s) heeft gezegd: ‘Ik ben bevolen om de mensen te bestrijden, totdat zij ‘La ilaha illa Allah’ zeggen. Dus wie het zegt, dan is zijn eigendom en zijn leven beschermd tegen mij, behalve als hij overtreed, en zijn oordeel is aan Allah’.” Abu Bakr zei: “Wallah, ik zal degenen die tussen het gebed en de zakat onderscheiden, bestrijden. De zakat is een recht om te nemen van het eigendom. Wallah, als ze weigeren om slechts een baby-kameel aan mij te geven, dat zij aan de Profeet (s) gaven, dan zal ik ze daar om bestrijden.” Omar zei: “Wallah, het was enkel dat Allah het hart van Abu Bakr had verruimd, waardoor ik erachter kwam dat het de waarheid is.”
Bron: Sahih al-Bukhari, Blz. 339, # 1399
Abu Bakr wilde de zakat van deze moslims dus hebben. Koste wat het kost.
De voorspelling van de Profeet (s).
In de volgende overleveringen waarschuwt de Profeet (s) zijn metgezellen om na zijn dood, niet elkaar te gaan onthoofden en elkaars eer te schenden. Dit is uiteindelijk wel gebeurd tijdens het leiderschap van Abu Bakr. Dit zal zo direct besproken worden.
Al-Bukhari:
Van Jarir, die zei dat de Profeet (s) tijdens de afscheidsbedevaart zei: “Laat de mensen stil zijn en luisteren. Wordt geen ongelovigen na mij, dat jullie elkaar zullen onthoofden.”
Bron: Sahih al-Bukhari, Blz. 42, # 121
Van Abdullah, die zei: … De Profeet (s) zei: “Jullie bloed, eigendommen en eer zijn heilig voor elkaar, net zoals deze dag, deze stad en deze maand. Jullie zullen naar jullie Heer terugkeren en Hij zal jullie over jullie daden vragen. Dus pas op, word geen dwalenden na mij, dat jullie elkaar zullen onthoofden. En de aanwezigen moeten dit mededelen aan de afwezigen, want wellicht zullen sommigen van de afwezigen het beter begrijpen dan sommigen die hier aanwezig zijn.”
Bron: Sahih al-Bukhari, Blz. 1412, # 5550
Van Abi Bakra, van de Profeet (s), die zei: … “Wee jullie! Word geen ongelovigen na mij, dat jullie elkaar gaan onthoofden.”
Bron: Sahih al-Bukhari, Blz. 1679, # 6785
De moordinstructie van Abu Bakr.
Abu Bakr maakte legers klaar om de moslims te bestrijden. Hij schreef een waarschuwingsbrief aan de moslims en een instructie aan zijn commandanten en soldaten. Hieronder een deel uit de inhoud van die brieven. De eerste brief is gericht aan de moslims.
Al-Tabari:
وإني بعثت إليكم فلانا في جيش من المهاجرين والأنصار والتابعين بإحسان ، وأمرته ألا يقاتل أحدا ولا يقتله حتى يدعوه إلى داعية الله ، فمن استجاب له وأقر وكف ، وعمل صالحا ؛ قبل منه وأعانه عليه ، ومن أبى ؛ أمرت أن يقاتله على ذلك ، ثم لا يبقي على أحد منهم قدر عليه ، وأن يحرقهم بالنار ويقتلهم كل قتلة
Ik heb een persoon naar jullie gestuurd in een leger van de Muhajirien en de Ansar en degenen die hen in het goede volgen. Ik heb die persoon bevolen om pas te strijden en te doden nadat hij heeft uitgenodigd naar Allah. Dus wie luistert, erkent en stopt, en goede daden verricht, dan zal dat geaccepteerd worden van hem. Maar wie weigert: dan heb ik bevolen om diegene te bestrijden, daarna iedereen gevangen te nemen en hen te verbranden met vuur.
Bron: Tarikh al-Tabari
Naar zijn boodschappers schreef hij het volgende over wat de soldaat moet doen wanneer de moslims weigeren te gehoorzamen:
لا يقبل من أحد شيئا أعطاه إلا الإسلام ، فمن أجابه وأقر ؛ قبل منه وعلمه ، ومن أبى ؛ قاتله ، فإن أظهره الله عليه ؛ قتل منهم كل قتلة بالسلاح والنيران
Er zal niets van hen geaccepteerd worden, behalve de Islam. Dus wie luistert en erkent, dan zal dat geaccepteerd worden van hem. Maar wie weigert, zal bestreden worden. Indien Allah de macht geeft over diegene, die zal dan compleet vermoord worden middels wapens en vuur.
Bron: Tarikh al-Tabari
De genocide tegen de moslims.
Laten we kijken hoe het afliep met deze moslims.
Mohammad bin Sa`d:
Van `Orwa, die zei: Er was afvalligheid in de stam van Sulaym. Abu Bakr stuurde Khalid bin al-Walid naar hen toe. Hij verzamelde sommige mannen van hen in kuilen en verbrandde hen vervolgens met vuur. Omar kwam naar Abu Bakr en zei: “Schors de man die met de bestraffing van Allah straft!” Abu Bakr zei: “Nee, wallah, ik zal een zwaard dat Allah getrokken heeft tegen zijn dienaren, niet terugtrekken, totdat Hij het zelf terugtrekt.”
Bron: Al-Tabaqat, Vol. 5, Blz. 36
Abd al-Razzaq al-San`ani:
Van Abu Qutada, die zei: We vertrokken tijdens de oorlog tegen de afvalligen, totdat we aankwamen bij Ahl Abyat, toen de zon onderging. We trokken onze speren naar hen, waardoor zij vroegen: “Wie zijn jullie?” Wij zeiden: “We zijn dienaren van Allah.” Zij zeiden: “Wij zijn ook dienaren van Allah.” Khalid bin al-Walid nam hen gevangen. De volgende ochtend wilde hij hen onthoofden, dus zei ik: “Vrees Allah, O Khalid! Dit is niet toegestaan voor jou!” Khalid zei: “Ga zitten, jij hebt hier niets mee te maken.” Abu Qutada zwoor vervolgens om nooit meer op oorlogstocht te gaan met Khalid. Abu Qutada zei: De woestijnarabieren waren degenen die Khalid aanmoedigden om hen te vermoorden, wegens buit. Dat was het geval bij Malik bin Nuwayra.
Bron: Al-Musannaf, Vol. 8, Blz. 174 – 175, # 18722
Mohammad bin Sa`d:
Van Abi Qutada, die zei: We waren met Khalid bin al-Walid toen wij naar de mensen van afvalligheid vertrokken. Toen hij aankwam bij Bitah, beweerde hij dat Malik bin Nuwayra afvallig was geworden. Hij beargumenteerde dat met een uitspraak die hij van hem gehoord had. Maar Malik ontkende dat en zei: “Ik bevind mij op de Islam en ik heb mijn religie nooit veranderd.” Abu Qutada en Abdallah bin Omar getuigden voor hem. Khalid bracht hem naar voren en beval Dhirar bin al-Azwar om hem te onthoofden. Vervolgens beval hij om het hoofd van Malik als een steun te gebruiken voor een kookpot. Hij had het meeste haar van alle mensen. Zijn hoofd was aan het roken, terwijl het vuur zijn schedel nog niet bereikt had. Khalid nam vervolgens de vrouw van Malik en trouwde met haar.
Van Ibn Abi `Awn, die zei: Omar bin al-Khattab hoorde dat Khalid, Malik had vermoord en met zijn vrouw is getrouwd, dus zei hij tegen Abu Bakr: “Khalid is zina (overspel) begaan, dus stenig hem!” Abu Bakr zei: “Ik zal hem niet stenigen. Hij heeft de situatie verkeerd ingeschat en een fout gemaakt.” Omar zei: “Hij heeft een moslim vermoord, dus vermoord hem!” Abu Bakr zei: “Ik zal hem niet vermoorden. Hij heeft de situatie verkeerd ingeschat en een fout gemaakt.” Omar zei: “Schors hem dan!” Abu Bakr zei: “Ik zal een zwaard, dat door Allah tegen hen getrokken is, nooit terugtrekken.”
Bron: Al-Tabaqat, Vol. 6, Blz. 166 – 167
Ibn Kathir:
فقال : أهو صاحبنا وليس بصاحبك ؟ ! يا ضرار ، اضرب عنقه . فضرب عنقه ، وأمر برأسه فجعل مع حجرين ، وطبخ على الثلاثة قدرا ، فأكل منها خالد تلك الليلة ليرهب بذلك الأعراب من المرتدة وغيرهم
Khalid zei: “Is hij onze metgezel, maar niet jouw metgezel? O Dhirar, onthoofd hem!” Vervolgens werd hij onthoofd. Khalid beval om zijn hoofd met twee stenen te plaatsen. Daar bovenop werd vervolgens een pan gekookt. Khalid at ervan die nacht, om de afvallige woestijnarabieren en anderen bang te maken.
Bron: Al-Bidaya wa al-Nihaya
Muttaqi al-Hindi:
Van Ibn Abi `Awn en anderen, dat Khalid bin al-Walid beweerde dat Malik bin Nuwayra afvallig was geworden, omdat hij iets gehoord had van hem. Malik ontkende dat en zei: “Ik bevind mij op de Islam. Ik heb mijn religie nooit veranderd.” Abu Qutada en Abdallah bin Omar getuigden voor hem. Khalid bracht Malik naar voren en beval Dhirar bin al-Azwar om hem te onthoofden. Vervolgens had Khalid seks met de vrouw van Malik. Er werd tegen Abu Bakr gezegd: “Khalid is zina (overspel) begaan, dus stenig hem!” Abu Bakr zei: “Ik zal hem niet stenigen. Hij heeft de situatie verkeerd ingeschat en een fout gemaakt.” Er werd gezegd: “Hij heeft een moslim vermoord, dus vermoord hem!” Abu Bakr zei: “Ik zal hem niet vermoorden. Hij heeft de situatie verkeerd ingeschat en een fout gemaakt.” Er werd gezegd: “Schors hem!” Abu Bakr zei: “Ik zal een zwaard, dat door Allah tegen hen getrokken is, nooit terugtrekken.” Dit is overgeleverd door Ibn Sa`d.
Bron: Kanz al-`Ummal, Vol. 5, Blz. 619, # 14091
Al-Waqidi:
فيقال إن خالد بن الوليد تزوج بامرأة مالك ، ودخل بها ، وعلى ذلك أجمع أهل العلم
Er is gezegd dat Khalid bin al-Walid de vrouw van Malik huwde en seks met haar had. Hier zijn de geleerden het over eens.
Bron: Kitab al-Ridda
Al-Zamakhshari:
Zij was mooi. Khalid trouwde met haar nadat hij haar man had vermoord. Daar werd hij om bekritiseerd.
Bron: Al-Fa’iq, Vol. 3, Blz. 157
Ibn ul-Athir:
وكانت جميلة وتزوجها خالد بعد قتله
Zij was mooi. Khalid trouwde met haar nadat hij Malik had vermoord.
Bron: Al-Nihaya
Een korte analyse.
De voorspelling van de Profeet (s) is uitgekomen. Moslims werden na zijn dood onthoofd en ook werd hun eer geschonden. De vrouw van Malik werd namelijk verkracht door Khalid. Dit is een grove schending van iemands eer. Abu Bakr deed hier niks tegen. Dit is logisch, want dit is wat Abu Bakr zelf wilde. Hij was immers de opdrachtgever van Khalid.
In andere overleveringen lezen we dat Khalid al een keer eerder in de tijd van de Profeet (s) te keer was gegaan tegen onschuldige mensen.
Al-Bukhari:
Van Salim, van zijn vader, die zei: De Profeet (s) stuurde Khalid bin al-Walid naar Bani Jadhima en hij nodigde hen uit naar de Islam. Zij konden niet goed uitspreken dat zij zich bekeerden. Zij zeiden iets anders, waardoor Khalid sommigen van hen begon te vermoorden en gevangen te nemen. Hij gaf aan eenieder van ons een gevangene. De volgende dag beval Khalid ons allen om onze gevangene te vermoorden. Ik zei: “Wallah, ik zal mijn gevangene niet vermoorden, nog zal iemand van mijn metgezellen zijn gevangene vermoorden.” Toen wij terugkwamen bij de Profeet (s) vertelden wij hem wat er is gebeurd. De Profeet (s) verhief zijn handen en zei: “O Allah, ik distantieer mijzelf van wat Khalid heeft gedaan!”
Bron: Sahih al-Bukhari, Blz. 1061, # 4339
Dus toen Khalid in de tijd van de Profeet (s) misdaden beging, nam de Profeet (s) afstand van Khalid. Maar toen Khalid in de tijd van Abu Bakr misdaden beging, zei Abu Bakr dat Khalid slechts een foutje maakte en dat hij een zwaard van Allah is. Dus de Profeet (s) neemt afstand van criminelen, maar Abu Bakr neemt criminelen juist in bescherming.
Verder kon je lezen in de overleveringen dat Omar erg woedend werd op wat Khalid gedaan had. Dat Omar zo woedend werd en Khalid wilde bestraffen, heeft niets te maken met een gevoel van medeleven of rechtvaardigheid van Omar. Omar heeft tijdens zijn leiderschap namelijk exact hetzelfde beleid gehanteerd voor zijn vriend Al-Mughira bin Shu`ba, toen hij overspel beging. Omar liet Al-Mughira vrijuit gaan en bestrafte zelfs de getuigen! Al-Mughira was namelijk een belangrijke partner voor hem en kon hem niet kwijtraken. Dit verhaal over Omar en Al-Mughira zul je spoedig in één van de volgende artikelen lezen.
De enige reden dat Omar graag wilde dat Khalid bestraft zou worden, had slechts te maken met zijn hekel die hij had voor Khalid. Dit zal uit het volgende stukje hieronder blijken.
Nour al-Dien al-Halabi:
قيل وأصل العداوة بين خالد وسيدنا عمر رضي الله تعالى عنهما على ما حكاه الشعبي أنهما وهما غلامان تصارعا، وكان خالد ابن خال عمر، فكسر خالد ساق عمر فعولجت وجبرت
Er is gezegd: Het begin van de vijandigheid tussen Khalid en Omar is wat Al-Shu`bi heeft verteld, namelijk; toen zij nog jong waren, gingen zij met elkaar stoeien, waardoor Khalid een keer de scheen van Omar brak.
Bron: Sirat ul-Halabiyya
Omar zag deze misdaden van Khalid dus als een mogelijkheid om hem uit de weg te ruimen.
Wie waren de afvalligen?
De cruciale vraag in dit gehele verhaal eigenlijk, is waarom deze moslims als afvalligen werden gezien door Abu Bakr. De ‘simpele’ reden die gegeven wordt, is dat zij de zakat weigerden te betalen aan Abu Bakr, ondanks dat hij de leider was en de zakat moet verzamelen om te verdelen onder de armen. Maar waarom weigerden zij de zakat dan te betalen? Had het te maken met gierigheid? Of had het misschien te maken met dat zij het leiderschap van Abu Bakr niet erkenden?
Ibn A`tham al-Kufi:
Al-Ash`ath bin Qays zei: “O mensen van Kinda, indien jullie het eens zijn met mij, dan moeten jullie hetzelfde zeggen. Blijf in jullie dorpen, bescherm jullie vrouwen en weiger jullie zakat af te staan. Ik weet namelijk dat de Arabieren niet gehoorzaam zullen zijn aan de stam Tamim bin Murra en de meesters van Bani Hashim zullen verlaten. Zij zijn namelijk beter voor ons. …
… Vervolgens reisde Ziyad bin Lubayd af naar sommige mensen van Kinda, die Banu Dhahl werden genoemd, om hen te vertellen wat de situatie is. Hij riep hen op tot gehoorzaamheid, waardoor een man van de meesters van Bani Tamim, genaamd Al-Harith bin Muawiya, opstond en tegen Ziyad zei: “Jij nodigt uit naar het gehoorzamen van een man waar wij of jullie niets over zijn verteld (door de Profeet). Ziyad bin Lubayd zei: “O jij, je hebt gelijk. Er is niets gezegd tegen ons en jullie. Maar wij hebben hem gekozen voor dit leiderschap.” Al-Harith zei tegen hem: “Vertel mij, waarom hebben jullie zijn Ahlalbait ervan weggehouden terwijl zij het meeste recht hebben, aangezien Allah gezegd heeft: {En de verwanten hebben meer recht op elkaar volgens het Boek van Allah}.” Ziyad bin Lubayd zei: “De Muhajirien en de Ansar weten het beter dan jij.” Al-Harith zei: “Nee wallah, jullie hebben het slechts weggepakt van degenen die er recht op hebben wegens jullie jaloezie voor hen. En ik accepteer het niet dat de Profeet (s) deze wereld heeft verlaten zonder een leider aan te stellen voor de mensen die zij kunnen volgen.”
Bron: Al-Futouh, Vol. 1, Blz. 48
Al-Waqidi:
ثم إنه سار إلى حي من أحياء كندة ، يقال لهم بنو ذهل بن معاوية ، فخبرهم بما كان من قومهم إليه ، ودعاهم إلى السمع والطاعة ، فأقبل إليه رجل من سادات القوم يقال له : الحارث بن معاوية ، فقال له : يا زياد ، إنك لتدعو إلى الطاعة لرجل لم يعهد إلينا ولا إليكم فيه عهد ، فقال له زياد بن لبيد : صدقت , فإنه لم يعهد إلينا ولا إليكم فيه عهد ، ولكن اخترناه لهذا الأمر ، فقال له الحارث : أخبرني فلم نحيتم عنها أهل بيته ، وهم أحق الناس بها ، لأن الله عز وجل يقول : وأولو الأرحام بعضهم أولى ببعض في كتاب الله فقال له زياد بن لبيد : إن المهاجرين الأنصار أنظر لأنفسهم منك ، فقال له الحارث بن معاوية : لا والله ، ما أزلتموها عن أهلها إلا حسدا منكم لهم ، وما يستقر في قلبي أن رسول الله صلى الله عليه وسلم
[Zelfde overlevering].
Bron: Kitab al-Ridda
En in feite is dit ook wel logisch. Wie kritisch kijkt naar hoe het leiderschap van Abu Bakr tot stand kwam, kan enkel concluderen dat hij met de deur in huis viel. Letterlijk. Abu Bakr moest over lijken gaan om zijn leiderschap te vestigen. En middels deze oorlog van Abu Bakr tegen de aanhangers van de Ahlalbait, werd zijn dictatuur officieel gevestigd.
ISIS bestond al na de dood van de Profeet (s).
De massamoorden tegen de moslims, dat begonnen is door Abu Bakr, vindt vandaag de dag nog steeds plaats. Hier verzamelt ISIS verschillende Irakese bewoners:
Hier worden ze geëxecuteerd:
Net zoals Abu Bakr en Khalid mensen verbrandden, doet ISIS dat ook:
De specifieke daden van Khalid bin al-Walid zien we vandaag de dag ook nog steeds terug.
- Het onthoofden van moslims:
- Het koken van hun hoofden:
Extreme liefde.
De liefde die de soennieten hebben voor Abu Bakr en Omar kan gaan tot extreme maten. Hieronder zul je enkele uitspraken lezen van soennitische geleerden over de sjiieten. Wat is het oordeel over de sjiieten binnen het soennisme?
Al-Sam`ani:
Het islamitische volk is het erover eens dat de sjiieten ongelovigen zijn, aangezien zij geloven dat de metgezellen gedwaald zijn, hun consensus ontkennen en aan hen toeschrijven wat hen niet past.
Bron: Al-Ansab, Vol. 3, Blz. 188
Mohammad Anwar al-Hindi:
Ik zeg: De meerderheid is van mening dat degene die het leiderschap van Abu Bakr en Omar ontkent, een ongelovige is.
Bron: Ikfaar ul-Mulhidien, Blz. 51
Al-Dhahabi:
Imam Mohammad bin Ali bin Sahl zei: Ik hoorde Ibn Jarir (Al-Tabari) zeggen: “Wie er zegt dat Abu Bakr en Omar geen leiders van leiding zijn, moet vermoord worden.”
Bron: Tadhkirat ul-Huffadh Vol. 2, Blz. 712
Ibn Kathir vermeldt hieronder dat de sjiieten geloven dat de metgezellen gedwaald zijn en Imam Ali (a) in de steek hebben gelaten. Hij gaat dan vervolgens verder met zijn conclusie over de sjiieten.
Ibn Kathir:
… En wie dit over de metgezellen denkt, die heeft hen allemaal beschuldigd van immoraliteit, samenzwering om de Profeet (s) tegen te staan en om zijn oordeel en testament tegen te staan. Wie van de mensen tot deze conclusie komt, heeft de lus van Islam van zichzelf losgemaakt, en is ongelovig geworden volgens de meerderheid van de bekende Imams, en het verspillen van zijn bloed is meer toegestaan dan het leeggieten van alcohol.
Bron: Al-Bidaya wa al-Nihaya, Vol. 8, Blz. 98 – 99
Dus het vermoorden van een sjiiet is normaler dan het leeggieten van een fles wijn. Dit is de waarde van ons bloed volgens Ibn Kathir. En dit allemaal omwille van Abu Bakr, Omar en de metgezellen over wie de Profeet (s) al voorspeld had dat ze massaal zouden dwalen.
De blinde liefde die de soennieten hebben voor Abu Bakr en Omar is opmerkelijk. Ondanks alle aanwijzingen en bewijzen die op deze website en elders te vinden zijn, blijven de soennieten alsnog pal achter Abu Bakr en Omar staan.