In dit artikel zullen we enkele overleveringen vermelden die de dapperheid van Imam Ali (a) beschrijven. Deze overleveringen bevatten enkele opmerkelijke feiten die wij zullen toelichten.
De overlevering van de vlag.
De overlevering van de vlag gaat over de verovering van Khaybar. Khaybar was een stad dat relatief in de buurt van Medina was. Het was een plaats waar veel vijandige joden en polytheïsten woonden.
Aangekomen in Khaybar, stuurde de Profeet (s) eerst Abu Bakr en daarna Omar om de vijanden te verslaan. Beiden waren hier niet succesvol in en vluchtten zelfs weg. Vervolgens riep de Profeet (s) Imam Ali (a) op om te gaan strijden. Imam Ali (a) vertrok en kwam terug met succes. Hieronder de overleveringen.
Al-Hakim & Al-Dhahabi:
Van Salama bin `Amr bin al-Akwa`, die zei: De Profeet (s) stuurde Abu Bakr naar enkele forten van Khaybar. Hij streed en deed zijn best, maar hij overwon niet.
Al-Hakim: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”
Al-Dhahabi: “Sahih (authentiek).”
Van Abi Layla, van Ali, die zei: “O Aba Layla, was jij niet met ons in Khaybar?” Hij zei: “Jawel, wallah, ik was met jullie.” Hij zei: “De Profeet (s) stuurde Abu Bakr naar Khaybar en kwam de mensen tegen. Hij werd verslagen en keerde terug.”
Al-Hakim: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”
Al-Dhahabi: “Sahih (authentiek).”
Van Buraida, die zei: De Profeet (s) had wel eens last van migraine, dus rustte hij een dag of twee en ging niet naar buiten. Toen hij aankwam in Khaybar, had hij last van migraine, dus ging hij niet naar de mensen. Abu Bakr pakte de vlag van de Profeet (s) en vertrok en streed heftig, maar kwam vervolgens terug.
Al-Hakim: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”
Al-Dhahabi: “Sahih (authentiek).”
Van Ali, die zei: De Profeet reisde af naar Khaybar. Toen hij aankwam, stuurde hij Omar samen met de mensen naar de stad of het kasteel van de joden. Het duurde niet lang voordat Omar en zijn metgezellen wegvluchtten. Zij keerden terug terwijl de metgezellen Omar uitmaakten voor lafaard en hij maakte hen uit voor lafaards.
Al-Hakim: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”
Al-Dhahabi: “Sahih (authentiek).”
Bron: Al-Mustadrak, Vol. 3, Blz. 39 – 40
Ibn Abi Shayba:
Van Abi Maryam, van Ali (a), die zei: De Profeet (s) ging naar Khaybar. Toen hij daar aankwam, stuurde hij Omar samen met de mensen naar de stad of kasteel (van de joden) om hen te bestrijden. Ze streden, maar het duurde niet lang voordat Omar en zijn metgezellen wegvluchtten. Ze keerden terug en Omar maakte zijn metgezellen uit voor lafaard, en zijn metgezellen maakten hem uit voor lafaard. De Profeet (s) zei: “Ik zal een man sturen naar hen die van Allah en Zijn boodschapper houdt, en Allah en Zijn boodschapper houden ook van hem. Hij zal hen bestrijden totdat Allah hem laat overwinnen. En hij is niet iemand die wegvlucht!” De mensen verlangden ernaar. Ze keken op, hopend om degene te zijn wie de Profeet (s) omschreef. De Profeet (s) bleef even wachten en zei vervolgens: “Waar is Ali?” Ze zeiden: “Hij heeft ontstoken ogen.” Hij (s) zei: “Breng hem naar mij.” Toen ik bij hem (s) kwam, opende hij mijn ogen en spuugde erop. Vervolgens gaf hij mij de vlag en ging ik gauw weg, in vrees dat de Profeet (s) zijn keuze zou veranderen. Toen ik aankwam bij hen, bestreed ik ze. Vervolgens daagde Marhab mij uit, en hij reciteerde strijdverzen. Dus ik accepteerde het duel en ging ook strijdverzen reciteren, totdat wij elkaar benaderden. En Allah vermoordde hem vervolgens via mijn handen. Zijn metgezellen renden weg en deden de deur van hun kasteel achter hen dicht. We gingen naar de deur en ik stopte niet met het openbreken ervan, totdat Allah het openmaakte.”
Mohammad `Awwama: “Deze overlevering is overgeleverd door Al-Bazzar in Kasfh ul-Astar, en door Al-Hakim, met dezelfde overleveringsketen als deze, en hij verklaarde het sahih (authentiek), en Al-Dhahabi ging daarmee akkoord. En in Kanz-ul-`Ummal is het hasan (goed) verklaard (door Muttaqi al-Hindi).”
Bron: Al-Musannaf, Vol. 20, Blz. 446, # 38049
Ahmad bin Hanbal:
Van Buraida, die zei: Toen we Khaybar omsingelden, nam Abu Bakr de vlag en vertrok, maar er werd niet gewonnen door hem. De volgende dag nam Omar de vlag. Hij vertrok, maar kwam terug en er werd niet gewonnen door hem. Op die dag werden de mensen door enorme moeilijkheden getroffen, dus zei de Profeet (s): “Morgen zal ik de vlag geven aan een man waar Allah en Zijn boodschapper van houden, en die man houdt ook van Allah en Zijn boodschapper. Hij zal niet terugkeren totdat er gewonnen wordt door hem.” Wij sliepen heerlijk, aangezien de volgende morgen de overwinning zou zijn. De volgende morgen verrichtte de Profeet (s) het gebed. Daarna stond hij rechtop en riep om de vlag, terwijl de mensen in hun rijen stonden. Vervolgens riep hij (s) Ali, maar die had ontstoken ogen. De Profeet (s) spuugde dus in zijn ogen en overhandigde hem de vlag, en er werd gewonnen door hem (i.e. Ali). Buraida zei: “Ik was van degenen die naar de vlag verlangden.”
Shu`aib al-Arna’out: “De overlevering is sahih (authentiek), en deze keten is sterk vanwege Husain bin Waqid al-Marouzi. Hij is eerlijk en er is niets mis met hem. De rest van de overleveraars zijn betrouwbaar, ze behoren tot de authentieke overleveraars.”
Bron: Musnad, Vol. 38, Blz. 98, # 22993
Muslim bin al-Hajjaj:
Van Abu Huraira, dat de Profeet (s) op de dag van Khaybar zei: “Ik zal deze vlag geven aan een man die van Allah en Zijn boodschapper houdt, en Allah zal middels hem overwinnen.” Omar bin al-Khattab zei: Nooit begeerde ik leiderschap, behalve op die dag. Ik kwam naar voren in de hoop dat ik gekozen zou worden, maar de Profeet (s) riep Ali bin Abi Talib en gaf hem de vlag. Hij (s) zei tegen Ali: “Ga en kijk niet om, totdat Allah jou de overwinning schenkt.”
Bron: Sahih Muslim, Blz. 1129, # 2405
In de volgende overlevering wordt er kort omschreven hoe het duel tussen Imam Ali (a) en Marhab (de joodse heldensoldaat) eruit zag.
Muslim bin al-Hajjaj:
Van Salama, die zei: … Vervolgens stuurde de Profeet (s) mij naar Ali, en hij had ontstoken ogen. Hij (s) zei: “Ik zal de vlag aan een man geven die van Allah en Zijn boodschapper houdt, en Allah en Zijn boodschapper houden ook van hem.” Ik ging naar Ali en hij had ontstoken ogen. Ik bracht hem naar de Profeet (s) en hij (s) spuugde in zijn ogen en genas. Hij (s) gaf hem vervolgens de vlag.
Marhab kwam naar buiten en zei: “Khaybar weet dat ik Marhab ben, een compleet gewapende en ervaren held, die vuur verspreid wanneer er oorlogen plaatsvinden.”
Ali zei: “Ik ben degene wiens moeder hem leeuw heeft genoemd, zoals een leeuw in de bossen, wiens verschijning gevreesd is, geef ik mijn vijanden een hardere klap dan wat ik ontvang.”
Vervolgens sloeg Ali het hoofd van Marhab en vermoordde hem. De overwinning was middels hem (i.e. Ali).
Bron: Sahih Muslim, Blz. 872, # 1807
De overleveringen spreken voor zich. Maar het is de uitspraak van de Profeet (s) die wij nog even nader willen toelichten. De Profeet (s) zei: “Ik zal de vlag aan een man geven die van Allah en Zijn boodschapper houdt, en Allah en Zijn boodschapper houden ook van hem, en Allah zal middels hem overwinnen.”
Onze vraag luidt als volgt: Waarom hadden Abu Bakr en Omar niet gewonnen van de joden? Waar zou het aan liggen?
Het antwoord zit in de uitspraak van de Profeet (s). De Profeet (s) zegt dat de overwinning zal worden geboekt door een man die van Allah houdt, en van wie Allah zelf ook houdt. Dit is dus de reden waarom Abu Bakr en Omar verslagen terugkwamen. Zij voldeden niet aan deze criteria. Allah en de Profeet (s) houden niet van Abu Bakr en Omar, want Abu Bakr en Omar houden ook niet van Allah en de Profeet (s). Om deze reden mislukten Abu Bakr en Omar. Hun harten bevatten iets anders dan liefde.
De lafheid van Omar op de slagvelden is overigens niet alleen maar beperkt tot deze gebeurtenis. In een ander artikel zal daar meer over verteld worden.
Met de twee engelen aan zijn zijde.
Al-Albaani:
Van Al-Hasan bin Ali, die zei: “De Profeet (s) stuurde Ali altijd en gaf hem de vlag, en hij keerde niet terug totdat Allah hem de overwinning schonk, met Jibriel aan zijn rechterzijde en Mika’il aan zijn linkerzijde.”
Overgeleverd door Ibn Hibban, Ahmad, Al-Bazzar in zijn Kashf, Al-Tabarani in zijn Mu`jam al-Kabir, Al-Nasa’i in zijn Khasa’is en Ibn `Asakir.
Bron: Silsilat ul-Ahadith as-Sahiha, Vol. 5, Blz. 660, # 2496
Het duel tegen `Amr bin Abd Wud.
`Amr bin Abd Wud was een polytheïst die zich terroristisch gedroeg tegen de moslims. Hij hield van bloedvergieten. Tijdens het slagveld van Khandaq, dat tegen de polytheïstische leider Abu Sufyan gevoerd werd, kwam `Amr bin Abd Wud naar voren om de moslims uit te dagen voor een duel. Niemand van de moslims ging dit duel aan, behalve Imam Ali (a). Hieronder enkele relevante overleveringen over dit duel.
We beginnen met de twee klassieke en meest bekende soennitische biografen, genaamd Ibn Is’haq en Ibn Hisham. Deze twee biografen erkennen dat het duel heeft plaatsgevonden. Sommige soennitische leken ontkennen namelijk dat dit duel ooit heeft plaatsgevonden.
Ibn Hisham:
قال ابن إسحاق : ومن بني عامر بن لؤي ، ثم من بني مالك بن حسل : عمرو بن عبد ود ، قتله علي بن أبي طالب رضوان الله عليه
Ibn Is’haq zei: `Amr bin Abd Wud werd vermoord door Ali bin Abi Talib.
وحدثني الثقة أنه حدث عن ابن شهاب الزهري أنه قال : قتل علي بن أبي طالب يومئذ عمرو بن عبد ود
Enkele betrouwbare personen hebben mij verteld dat Ibn Shihab al-Zuhri zei: “Op die dag werd `Amr bin Abd Wud vermoord door Ali bin Abi Talib.”
Bron: Al-Sirat ul-Nabawiyya
Al-Damiri:
قال الشافعي رضي الله عنه: وبارز يوم الخندق عمرو بن عبد ود لأنه خرج ينادي من يبارز؟ فقام له علي رضي الله عنه، وهو مقنع بالحديد، فقال: أنا له يا نبي الله. فقال: ” إنه عمرو إجلس ” . فنادى عمرو ألا رجل يبارز. ثم جعل يؤنبهم ويقول: أين جنتكم التي تزعمون أن من قتل منكم يدخلها؟ أفلا يبرز إلي رجل منكم؟ فقام علي رضي الله عنه، وقال: أنا له يا رسول الله، فقال له: إنه عمرو اجلس. فنادى الثالثة وذكر شعرا فقام علي وقال: أنا له يا رسول الله. قال: إنه عمرو قال: وإن كان عمرا فأذن له رسول الله صلى الله عليه وسلم، فمشى إليه حتى أتاه، فقال له عمرو: من أنت؟ قال: أنا علي بن أبي طالب. قال: غيرك يا ابن أخي، أريد من أعمامك من هو أسن منك فإني أكره أن أهريق دمك. فقال علي رضي الله عنه: لكني والله لا أكره أن اهريق دمك فغضب، ونزل عن فرسه وسل سيفه كأنه شعلة نار ثم أقبل نحو علي رضي الله عنه مغضبا فاستقبله علي بدرقته، فضربه عمرو في الدرقة فقدها، وأثبت فيها السيف وأصاب رأس علي فشجه، وضربه علي رضي الله عنه على حبل عاتقه فسقط قتيلا، وثار العجاج. وسمع رسول الله صلى الله عليه وسلم التكبير، فعرف صلى الله عليه وسلم أن عليا قد قتله. اه وجاء في بعض الروايات أن عليا رضي الله عنه لما بارز عمرا قال رسول الله صلى الله عليه وسلم: ” اليوم برز الإيمان كله للشرك كله ” وكان سيف علي رضي الله عنه يقال له ذو الفقار، لأنه كان في وسطه مثل فقرات الظهر
Al-Shafi`i zei: Op de dag van Khandaq, kwam `Amr bin `Abd Wud naar voren en zei: “Wie wilt een duel doen?” Ali stond naar hem op, terwijl hij zijn zwaard vast had en zei: “Ik zal tegen hem duelleren, O Profeet!” Hij (s) zei: “Hij is `Amr, zit stil.” Vervolgens riep `Amr: “Is er geen enkele man om te duelleren?” Vervolgens begon `Amr de moslims te beledigen. `Amr zei: “Waar is jullie paradijs, waarover jullie beweren dat degene van jullie die vermoord wordt, het zal betreden? Is er dan geen man onder jullie die met mij zal duelleren?” Ali stond op en zei: “Ik zal tegen hem duelleren, O boodschapper van Allah!” Hij (s) zei: “Hij is `Amr, zit stil.” Vervolgens riep `Amr het voor een derde keer en reciteerde ook poëzie. Ali stond op en zei: “Ik zal tegen hem duelleren, O boodschapper van Allah!” Hij (s) zei: “Hij is `Amr, zit stil.” Ali zei: “Ook al is het `Amr.” Vervolgens stond de Profeet (s) hem toe en Ali liep naar `Amr. `Amr zei: “Wie ben jij?” Ali zei: “Ik ben Ali bin Abi Talib.” `Amr zei: “Ik wil iemand anders dan jij, neef. Ik wil iemand van jouw ooms die ouder is dan jij. Ik wil jouw bloed niet verspillen.” Ali zei: “Maar ik wil jouw bloed wel verspillen.” `Amr werd woedend. Hij stapte af van zijn paard. Hij trok zijn zwaard alsof hij ontstoken vuur was. Vervolgens ging hij woedend richting Ali. Ali ging naar voren met zijn schild. `Amr sloeg met zijn zwaard op het schild van Ali en brak het in tweeën. Hij raakte het hoofd van Ali (lichtjes) en spleet het open. Vervolgens sloeg Ali hem met het zwaard op zijn bretels, waardoor hij dood neerviel. Vervolgens werd er gejuicht (door de moslims). De Profeet (s) hoorde dat er ‘Allahu Akbar’ geroepen werd, dus wist hij (s) dat Ali hem vermoord had.
En het is overgeleverd in enkele overleveringen dat toen Ali tegen `Amr duelleerde, de Profeet (s) zei: “Vandaag heeft al het geloof geduelleerd tegen al het polytheïsme.” En het zwaard van Ali heette Dhul Fiqar, omdat het een gespleten uiteinde had. [Zie afbeelding hieronder].
Bron: Hayat al-Hayawan al-Kubra
Deze lange overlevering hierboven is ook te vinden in de Mustadrak van Al-Hakim. We vervolgen met een andere interessante overlevering.
Al-Hakim:
حدثني عاصم بن عمر بن قتادة قال : ” لما قتل علي بن أبي طالب رضي الله عنه عمرو بن عبدود أنشأت أخته عمرة بنت عبدود ترثيه فقالت :
لو كان قاتل عمرو غير قاتله بكيته ما أقام الروح في جسدي لكن قاتله من لا يعاب به
وكان يدعى قديما بيضة البلد
Van `Asim bin Omar bin Qutada, die zei: Toen Ali bin Abi Talib, `Amr bin Abd Wud vermoordde, organiseerde de zus van `Amr een rouwceremonie voor hem. Zij zei: “Als iemand anders hem vermoord had, dan had ik mijn hele leven om hem gehuild. Maar degene die hem vermoord heeft, is iemand die niet bekritiseerd kan worden.”
Bron: Al-Mustadrak, # 4386
عن بهز بن حكيم ، عن أبيه ، عن جده قال : قال رسول الله صلى الله عليه وآله وسلم : ” لمبارزة علي بن أبي طالب لعمرو بن عبدود يوم الخندق أفضل من أعمال أمتي إلى يوم القيامة
Van Bahz bin Hakim, van zijn vader, van zijn grootvader, die zei: De Profeet (s) zei: “Het duel van Ali bin Abi Talib tegen `Amr bin Abd Wud op de dag van Khandaq, is beter dan de daden van mijn umma tot aan de Dag der Opstanding!”
Bron: Al-Mustadrak, # 4383
De Profeet (s) omschreef Imam Ali (a) als ‘al het geloof’. Dit is nogal een behoorlijke uitspraak. Tenslotte zei hij (s) ook dat het duel van Ali (a) beter is dan alle daden van de moslims tot aan de Dag der Opstanding. Dit is vrijwel logisch aangezien Imam Ali (a) het gehele geloof is. Er is ook nog een andere overlevering van de Profeet (s) die relevant is voor dit gegeven.
Ibn `Asakir:
عن رقبة بن مصقلة العبدي عن أبيه عن جده قال أتى رجلان عمر بن الخطاب في ولايته يسألانه عن طلاق الأمة فقام معتمدا بشئ بينهما حتى أتى حلقة في المسجد وفيها رجل أصلع فوقف عليه فقال يا أصلع ما قولك في طلاق الأمة فرفع رأسه إليه ثم أومأ إليه بإصبعيه فقال عمر للرجلين تطليقتان فقال أحدهما سبحان الله جئنا لنسألك وأنت أمير المؤمنين فمشيت معنا حتى وقفت على هذا الرجل فسألته فرضيت منه بأن أومأ إليك فقال أو تدريان من هذا قالا لا قاهذا علي بن أبي طالب أشهد على رسول الله ( صلى الله عليه وسلم ) سمعته وهو يقول لو أن السموات السبع وضعن في كفة ميزان ووضع إيمان علي في كفة ميزان لرجح بها إيمان علي
Van Roqba bin Moslaqat al-`Abdi, van zijn vader, van zijn grootvader, die zei: Twee mannen kwamen naar Omar tijdens zijn leiderschap. Zij vroegen hem over het scheiden van slavinnen. Hij nam ze mee naar de moskee, waarin een kale man was. Omar stopte bij hem en zei: “Hé kale, wat is jouw standpunt over het scheiden van slavinnen?” Hij (de kale man) verhief zijn hoofd naar hem en gebaarde iets met zijn vingers. Omar zei vervolgens tegen die twee mannen: “Twee scheidingen.” Eén van de twee mannen zei: “Heilig is Allah! We zijn naar jou gekomen om je te vragen, omdat jij de leider van de gelovigen bent. Vervolgens liep je met ons mee, totdat we aankwamen bij deze man. Je vroeg hem vervolgens en je was tevreden met wat hij naar jou gebaarde?!” Omar zei: “Weten jullie wie deze man is?” Zij zeiden: “Nee.” Omar zei: “Dit is Ali bin Abi Talib. Ik zweer op de Profeet (s), dat ik hem heb horen zeggen: ‘Indien de zeven hemelen op de ene kant van een weegschaal zouden worden geplaatst, en het geloof van Ali op de andere kant van de weegschaal, dan zou het geloof van Ali zwaarder wegen’.”
Bron: Tarikh Madinat Dimashq
Al-Suyuti:
وقال عمر بن الخطاب رضي الله عنه : أشهد على النبي عليه السلام أنه قال : ” لو وضعت السماوات السبع والأرضون السبع في كفة ، ووزن إيمان علي في كفة لرجح إيمان علي
En Omar zei: Ik zweer op de Profeet (s), dat hij zei: ‘Indien de zeven hemelen en de zeven aarden op de ene kant van een weegschaal zouden worden geplaatst, en het geloof van Ali op de andere kant van de weegschaal, dan zou het geloof van Ali zwaarder wegen’.”
Bron: Al-Hawi li al-Fatawa
Er is geen jongeman zoals Ali (a).
Een laatste voorbeeld van de dapperheid van Imam Ali (a) zullen we zien tijdens het slagveld van Uhud. Dit slagveld vond plaats tussen de moslims en de polytheïsten. Dit slagveld was één van de eerste slagvelden binnen de Islam. Tijdens dit slagveld waren alle moslims weggevlucht van de Profeet (s), behalve Imam Ali (a). Imam Ali (a) bleef doorstrijden en de Profeet (s) beschermen. Hieronder enkele overleveringen over een scene van deze gebeurtenis. Vooral het laatste gedeelte van deze overleveringen is zeer bijzonder.
Al-Tabari:
عن محمد بن عبيد الله بن أبي رافع ، عن أبيه ، عن جده ، قال : ” لما قتل علي بن أبي طالب أصحاب الألوية ، أبصر رسول الله ، صلى الله عليه وسلم ، جماعة من مشركي قريش ، فقال لعلي : احمل عليهم ، فحمل عليهم ، ففرق جمعهم ، وقتل عمرو بن عبد الله الجمحي . قال : ثم أبصر رسول الله ، صلى الله عليه وسلم ، جماعة من مشركي قريش ، فقال لعلي : احمل عليهم . فحمل عليهم ، ففرق جماعتهم ، وقتل شيبة بن مالك ، أحد بن عامر بن لؤي ، فقال جبريل : يا رسول الله ، إن هذه للمواساة ، فقال رسول الله ، صلى الله عليه وسلم : إنه مني ، وأنا منه . فقال جبريل : وأنا منكما . قال : فسمعوا صوتا : لا سيف إلا ذو الفقار ولا فتى إلا علي
Van Mohammad bin Ubaydullah bin Abi Rafi`, van zijn vader, van zijn grootvader, die zei: Toen Ali de vlagdragers vermoordde, zag de Profeet (s) een groep van de polytheïsten van Quraysh. Hij (s) zei tegen Ali: “Val hen aan!” Ali viel hen aan en deed ze wegvluchten. Hij vermoordde `Amr bin Abdallah al-Jamhi. Vervolgens zag de Profeet nog een groep van de polytheïsten van Quraysh. Hij (s) zei tegen Ali: “Val hen aan!” Ali viel hen aan en deed ze wegvluchten. Hij vermoordde Shayba bin Malik en Ahad bin `Amr bin Lu’ay. Jibriel (de engel) zei vervolgens: “O boodschapper van Allah, dit is rustgevend.” De Profeet (s) zei: “Hij is namelijk van mij en ik ben van hem.” Jibriel zei: “En ik ben van jullie twee.” Vervolgens hoorden ze een stem zeggen: “Er is geen zwaard zoals Dhul Fiqar en geen jongeman zoals Ali!”
Bron: Tarikh al-Tabari
Ibn ul-Athir:
وقد كان المسلمون قتلوا أصحاب اللواء ، فبقي مطروحا لا يدنو منه أحد ، فأخذته عمرة بنت علقمة الحارثية فرفعته ، فاجتمعت قريش حوله ، وأخذه صؤاب فقتل عليه ، وكان الذي قتل أصحاب اللواء علي ، قاله أبو رافع ، قال : فلما قتلهم أبصر النبي – صلى الله عليه وسلم – جماعة من المشركين ، فقال لعلي : احمل عليهم ، ففرقهم وقتل فيهم ، ثم أبصر جماعة أخرى فقال له : احمل عليهم ، فحمل عليهم وفرقهم وقتل فيهم ، فقال جبرائيل : يا رسول الله ، هذه المؤاساة ! فقال رسول الله – صلى الله عليه وسلم : إنه مني وأنا منه . فقال جبرائيل : وأنا منكما . قال : فسمعوا صوتا : لا سيف إلا ذو الفقار ، ولا فتى إلا علي
[Zelfde verhaal].
Bron: Al-Kamil fi al-Tarikh
Dezelfde overlevering is ook vermeld door Al-Tabarani, maar het laatste gedeelte van de overlevering is weggelaten.
Al-Tabarani:
عن محمد بن عبيد الله بن أبي رافع ، عن أبيه ، عن جده ، قال : لما قتل علي رضي الله عنه يوم أحد أصحاب الألوية ، قال جبريل عليه السلام : يا رسول الله ، إن هذه لهي المواساة ، فقال النبي صلى الله عليه وسلم : ” إنه مني وأنا منه ” ، قال جبريل : وأنا منكما يا رسول الله
Van Mohammad bin Ubaydullah bin Abi Rafi`, van zijn vader, van zijn grootvader, die zei: Toen Ali op de dag van Uhud de vlagdragers vermoordde, zei Jibriel (as): “O boodschapper van Allah, dit is rustgevend.” De Profeet (s) zei: “Hij is namelijk van mij en ik ben van hem.” Jibriel zei: “En ik ben van jullie twee.”
Bron: Mu`jam al-Kabir, # 941
Ook Ibn `Asakir heeft in zijn Tarikh Madinat Dimashq exact dezelfde overlevering vermeld als Al-Tabari en Ibn ul-Athir, maar heeft ook het laatste gedeelte weggelaten net zoals Al-Tabarani.
We sluiten af met een uitspraak van een klassieke, soennitische biograaf.
Ibn Hisham:
وحدثني بعض أهل العلم ، أن ابن أبي نجيح قال : نادى مناد يوم أحد
لا سيف إلا ذو الفقار ، ولا فتى إلا علي
Sommigen van de mensen van kennis hebben mij verteld dat Ibn Abi Najih zei: Een roeper (i.e. een engel) riep op de dag van Uhud:
“Er is geen zwaard zoals Dhul Fiqar, en er is geen jongeman zoals Ali.”
Bron: Al-Sirat al-Nabawiyya