Imam Al-Hasan en Imam Al-Husain (vrede zij met hen); de twee kleinzonen van de Profeet (s). Deze twee kleinzonen van de Profeet (s) hebben een enorme status binnen de Islam. Vanuit soennitische bronnen is hier een flinke hoeveelheid overleveringen over terug te vinden. In dit artikel zal besproken worden hoe de Profeet (s) met hen omging, wat voor respect en liefde hij voor hen had en wat hun status is.
Wat vooraf belangrijk is om te weten, is dat Hasan en Husain beiden niet ouder dan tien jaar waren toen de Profeet (s) overleed. Alle uitspraken van de Profeet (s) in dit artikel over Hasan en Husain heeft hij (s) dus gedaan terwijl zij letterlijk nog kleine jongetjes waren.
Liefde voor Husain (a).
Al-Tirmidhi:
Van Ya`la bin Murra, die zei: De Profeet (s) zei: “Husain is van mij en ik ben van Husain. Allah houdt van degene die van Husain houdt. Husain is één van de kleinzonen.”
Al-Albaani: “Hasan (goed).”
Al-Tirmidhi: “Deze overlevering is hasan (goed).”
Bron: Sahih Sunan al-Tirmidhi, Vol. 3, Blz. 539, # 3775
Al-Manawi:
De Profeet (s) zei: “Husain is van mij en ik ben van Husain. Allah houdt van degene die van Husain houdt. Al-Hasan en Al-Husain zijn twee van de kleinzonen.”
Al-Suyuti: “Hasan (goed).”
Bron: Faydh ul-Qadier, Vol. 3, Blz. 387, # 3727
Al-Hakim & Al-Dhahabi:
Van Ya`la al-`Amiri, dat hij met de Profeet (s) ging naar een diner waar hij voor uitgenodigd was. De Profeet (s) stopte bij een groep mensen, en Husain was met twee jongelingen aan het spelen. De Profeet (s) wilde hem pakken, en Husain begon heen en weer te rennen. De Profeet (s) maakte hem aan het lachen totdat hij hem pakte, en vervolgens plaatste hij één hand achter zijn nek en de ander onder zijn kin, en hij plaatse zijn mond op zijn mond en kuste hem en zei: “Husain is van mij en ik ben van Husain. Allah houdt van degene die van Husain houdt. Husain is één van de kleinzonen.”
Al-Hakim: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”
Al-Dhahabi: “Sahih (authentiek).”
Bron: Al-Mustadrak, Vol. 3, Blz. 194 – 195, # 4820
Ahmad bin Hanbal:
[Zelfde overlevering].
Wasiullah bin Mohammad `Abbas: “De overleveringsketen is hasan (goed).”
Bron: Fada’il as-Sahaba, Vol. 2, Blz. , # 1361
Liefde voor Hasan (a).
Muslim bin al-Hajjaj:
Van Abu Huraira, van de Profeet (s), die tegen Hasan zei: “O Allah, ik houd van hem, dus houd van hem en houd van degene die van hem houdt.”
Bron: Sahih Muslim, Blz. 1136, # 2431
Al-Bukhari:
Van Abu Huraira, die zei: Ik was met de Profeet (s) in één van de markten van Medina. Hij vertrok, dus vertrok ik ook. Hij (s) zei: “Waar is het kleine kind?” – 3 maal. “Roep Al-Hasan bin Ali.” Dus Al-Hasan bin Ali stond op en liep, en om zijn nek had hij een ketting. De Profeet (s) gebaarde iets met zijn hand en Al-Hasan deed dat ook. De Profeet (s) omhelsde hem vervolgens en zei: “O Allah, ik houd van hem, dus houd van hem. En houd van degene die van hem houdt.” Dus niemand was zo geliefd bij mij zoals Al-Hasan bin Ali, nadat de Profeet (s) dat gezegd heeft.”
Bron: Sahih al-Bukhari, Blz. 1485, # 5884
Ahmad bin Hanbal:
Van Zuhair bin al-Aqmar, die zei: Al-Hasan bin Ali was een preek aan het geven en vervolgens stond er een man op die zei: Ik heb de Profeet (s) gezien dat hij hem droeg in zijn schoot en zei: “Wie van mij houdt, moet van hem houden. Dus de aanwezige moet de afwezige (hierover) informeren.” En als het niet wegens de vastberaden keuze van de Profeet (s) was, dan had ik het niet verteld.
Wasiuallah bin Mohammad `Abbas: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”
Van Al-Bara’ bin `Azib, die zei: “Ik zag de Profeet (s), en Al-Hasan was op zijn nek, en hij zei: “O Allah, ik houd van hem, dus houd van hem.”
Wasiuallah bin Mohammad `Abbas: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”
Bron: Fada’il as-Sahaba, Vol. 2, Blz. 980
Allah houdt van degene die van Hasan en Husain houdt. Haast je dan als soenniet zijnde naar de oprechte liefde voor Hasan en Husain. Simpelweg zeggen dat je van hen houdt, volstaat niet. Doe er alles aan omwille van hen, om er achter te komen of hun rechten zijn ontnomen door de metgezellen. Het is opmerkelijk hoe de soennieten zo simpel kunnen omgaan met dit onderwerp. Alsof er helemaal geen aanwijzingen en bewijzen zijn voor hun rechten.
Liefde voor Hasan en Husain (a).
Ibn Maja:
Van Abu Huraira, die zei dat de Profeet (s) tegen Hasan zei: “O Allah, ik houd van hem, dus houd van hem, en houd van degene die van hem houdt.”
Al-Albaani: “Sahih (authentiek).”
Van Abu Huraira, die zei: De Profeet (s) zei: “Wie van Hasan en Husain houdt, die houdt van mij. En wie hen haat, die haat mij.”
Al-Albaani: “Hasan (goed).”
Bron: Sahih Sunan Ibn Maja, Vol. 1, Blz. 64, # 116 – 117
De meesters van het paradijs.
Al-Tirmidhi:
Van Abi Sa`id al-Khudri, die zei: De Profeet (s) zei: “Al-Hasan en Al-Husain zijn meesters van de jeugdigen van het paradijs.”
Bron: Sahih Sunan al-Tirmidhi, Vol. 3, Blz. 538, # 3770
Al-Hakim & Al-Dhahabi:
Van Abu Huraira, die zei: De Profeet (s) kwam naar ons, en Hasan en Husain waren met hem. Beiden zaten op één van zijn schouders, en hij (s) zou zijn schouders om de beurt bewegen, totdat hij bij ons aankwam. Een man zei tegen hem (s): “O Profeet, houd jij van hen?” Hij (s) zei: “Ja, wie van hen houdt, houdt van mij. En wie hen haat, haat mij.”
Al-Hakim: “De overleveringsketen is sahih (authentiek).”
Van Abdallah, die zei: De Profeet (s) zei: “Al-Hasan en Al-Husain zijn meesters van de jeugdigen van het paradijs, en hun vader (Ali) is beter dan hen.”
Al-Hakim: “Deze overlevering is sahih met deze toevoeging.”
Al-Dhahabi: “Sahih (authentiek).”
Bron: Al-Mustadrak, Vol. 3, Blz. 182, # 4777 – 4779
Al-Suyuti:
De Profeet (s) zei: “Deze twee zonen van mij, Hasan en Husain, zijn meesters van de jeugdigen van het paradijs, en hun vader (Ali) is beter dan hen.”
Al-Albaani: “Sahih (authentiek).”
Bron: Sahih al-Jami` al-Saghir, Vol. 1, Blz. 70, # 47
Deze overlevering toont in feite al aan dat Hasan en Husain heilig en verkozen zijn. Toen de Profeet (s) deze overlevering deed, waren Hasan en Husain nog niet eens ouder dan 10 jaar. Het waren nog maar kinderen. Het was door Allah al bepaald dat zij meesters zouden zijn. En indien het meesters zijn in het hiernamaals, dan zijn zij ook meesters in dit leven. En wat is Imam Ali (a), de vader van deze twee meesters, dan wel niet? Vandaar dat de Profeet (s) ook zei: “Ali is beter dan hen.” We hebben namelijk al besproken dat Imam Ali (a) de verdeler is tussen het paradijs en het hellevuur. Een hogere status dan dit is er niet. Dit is waarom Imam Ali (a) beter is dan Hasan en Husain. Imam Ali (a) zal gaan bepalen wie het paradijs binnentreed, waarna Hasan en Husain over die mensen gaan regeren.
Wat overigens wel belangrijk is om te weten, is dat de Profeet (s) kennelijk ook gezegd heeft dat Abu Bakr en Omar leiders zullen zijn in het paradijs. De overlevering staat o.a. in Sunan Ibn Maja. Alleen is de overlevering ietsje anders.
Ibn Maja:
عن عون بن أبي جحيفة عن أبيه قال قال رسول الله صلى الله عليه و سلم أبو بكر وعمر سيدا كهول أهل الجنة من الأولين والآخرين إلا النبيين والمرسلين
Van Abi Juhayfa, die zei: De Profeet (s) zei: “Abu Bakr en Omar zijn de meesters van de ouderen van het paradijs, zowel van de eerste generaties als de latere generaties, behalve van de profeten en de boodschappers.”
Bron: Sahih Sunan Ibn Maja, # 97
Het verschil hier is dat Abu Bakr en Omar de meesters zullen zijn van de ouderen van het paradijs. Dit is onmogelijk, want in het paradijs zijn er alleen maar jeugdigen aanwezig. We lezen op een officiele soennitische website, die ons antwoord in feite prima heeft beschreven, het volgende:
Islamweb:
إذا انتقل الناس إلى الجنة فإنهم يكونون جميعاً كبيرهم وصغيرهم في عمر واحد، كما قال النبي صلى الله عليه وسلم: يدخل أهل الجنة الجنة جرداً مرداً مكحلين أبناء ثلاثين أو ثلاث وثلاثين سنة. رواه أحمد والترمذي وحسنه الألباني
Wanneer de mensen naar het paradijs zullen worden gebracht, zullen zij allemaal, zowel de ouderen als de jeugdigen, van dezelfde leeftijd zijn. Zoals de Profeet (s) ook zei: “De mensen van het paradijs, zullen het paradijs binnentreden zonder lichaamshaar, met murd, met kool op de ogen, en met de leeftijd van 30 of 33 jaar.” Dit is overgeleverd door Ahmad, Tirmidhi, en het is hasan (goed) verklaard door Al-Albaani.
Bron: Fatwa # 116064
Hiermee wordt duidelijk dat de overlevering over Abu Bakr en Omar verzonnen is. En het is logisch waarom deze overlevering verzonnen is, want de soennitische geleerden begrepen het belang van het hebben van meesterschap in het paradijs. Dit is een status wat niet te evenaren is. Derhalve moest er iets soortgelijks voor Abu Bakr en Omar komen. Maar leugens hebben altijd korte pootjes.
Op de rug van de Profeet (s).
Hieronder enkele hartverwarmende overleveringen.
Al-Hakim & Al-Dhahabi:
Van Abdallah bin Shiddad bin al-Haad, van zijn vader, die zei: De Profeet (s) kwam naar ons tijdens één van mijn gebeden van het Dhuhr- of `Asr-gebed, terwijl hij één van zijn zonen, Al-Hasan of Al-Husain, droeg. De Profeet (s) kwam naar voren en plaatste hem naast zijn rechtervoet. Vervolgens knielde de Profeet (s) een lange tijd. Ik verhief mijn hoofd tussen de mensen en opeens zag ik dat de Profeet geknield was en dat er een jongeling op zijn rug was geklommen. Nadat de Profeet (s) klaar was, zeiden de mensen: “O Profeet! U heeft in dit gebed van uw geknield zoals u niet eerder gedaan heeft. Is u iets bevolen om te doen of is er iets geopenbaard aan u?” Hij (s) zei: “Dat allemaal is niet het geval. Mijn zoon beklom mij, dus wilde ik hem niet laten haasten, totdat hij zijn ding had gedaan.”
Al-Hakim: “Deze overlevering is sahih (authentiek) volgens de criteria van Bukhari en Muslim.”
Al-Dhahabi: “Volgens de criteria van Bukhari en Muslim.”
Bron: Al-Mustadrak, Vol. 3, Blz. 181, # 4775
Umm Shu`aib al-Wadi`iyya:
[Zelfde overlevering].
De overlevering is sahih (authentiek). En het is overgeleverd door Ibn Abi Shayba in zijn Musannaf.
Bron: Al-Sahih ul-Musnad min Dala’il un-Nubuwwa, Blz. 83 – 84, # 114
Al-Hakim & Al-Dhahabi:
Van Abu Huraira, die zei: We waren het gebed van Al-`Isha’ aan het bidden met de Profeet (s) en toen hij knielde sprongen Al-Hasan en Al-Husain op zijn rug. Wanneer de Profeet (s) zijn hoofd omhoog deed, pakte hij hen en plaatste hen samen. Dit bleef zich herhalen. Nadat hij (s) gebeden had, nam hij de één aan deze kant en de ander aan deze kant. Ik ging naar hem (s) toe en zei: “O boodschapper van Allah, zal ik ze niet wegbrengen naar hun moeder?” Hij (s) zei: “Nee”, en vervolgens glinsterde er een glinstering, en hij (s) zei vervolgens: “Ga naar jullie moeder”, en zij stopten niet met lopen richting haar glinstering, totdat zij het huis binnentraden.
Al-Hakim: “De overlevering is sahih (authentiek).”
Al-Dhahabi: “Sahih (authentiek).”
Bron: Al-Mustadrak, Vol. 3, Blz. 183, # 4782
Deze overlevering hierboven bevat eigenlijk ook iets bijzonders, namelijk dat Fatima (a) licht straalde. Dit is iets bekends binnen het sjiisme, maar ook binnen soennitische bronnen is dit terug te vinden. Waaronder in de overlevering hierboven. Dezelfde overlevering is ook overgeleverd in de Majma` van Al-Haythami.
Al-Haythami:
[Zelfde overlevering].
Overgeleverd door Ahmad en Al-Bazzar, en de overleveraars van Ahmad zijn betrouwbaar.
Bron: Majma`, Vol. 9, Blz. 209, # 15076
Van Al-Bara’ bin `Azib, die zei: De Profeet (s) was aan het bidden, en Al-Hasan en Al-Husain of één van hen, klommen op de rug van de Profeet (s). Dus wanneer hij (s) zijn hoofd omhoog deed, greep hij hun vast.
Overgeleverd door Al-Tabarani in Al-Awsat, en de overleveringsketen is hasan (goed).
Bron: Majma`, Vol. 9, Blz. 210, # 15080
Al-Albaani:
De Profeet (s) bad en toen hij knielde, klommen Al-Hasan en Al-Husain op zijn rug. Toen de mensen hen wilden tegenhouden, gaf de Profeet (s) een sein aan de mensen om hen te laten. Toen het gebed afgelopen was, plaatste hij (s) hen in zijn schoot en zei: “Wie van mij houdt, moet van deze twee houden.”
“De overleveringsketen is hasan (goed).”
Bron: Silsilat ul-Ahadith as-Sahiha, Vol. 1, Blz. 623, # 312
Ter illustratie:
De twee zoete planten.
Al-Bukhari:
Van Anas, die zei: “Niemand leek meer op de Profeet (s) dan Al-Hasan bin Ali.”
Van Ibn Abi Nu`m, die zei: Een persoon vroeg Abdallah bin Omar of een moslim vliegen mag doden. Hij zei: De mensen van Irak vragen over het doden van vliegen, terwijl zij zelf de zoon van de dochter van de Profeet (s) hebben vermoord. De Profeet (s) zei altijd: “Hasan en Husain zijn mijn twee zoete planten van deze wereld.”
Bron: Sahih al-Bukhari, Blz. 921, # 3753
Al-Tirmidhi:
Van Abd al-Rahma bin Abi Nu`m, die zei: Een persoon van de mensen van Irak vroeg Ibn Omar of je een mug mag doden die op je kleding komt. Ibn Omar zei: Kijk naar deze persoon. Hij vraagt over het doden van muggen, terwijl zij zelf de zoon van de Profeet (s) hebben vermoord. En ik heb de Profeet (s) horen zeggen: “Al-Hasan en Al-Husain zijn mijn twee zoete planten van deze wereld.”
Al-Albaani: “Sahih (authentiek).”
Al-Tirmidhi: “Deze overlevering is sahih (authentiek).”
Bron: Sahih Sunan al-Tirmidhi, Vol. 3, Blz. 538, # 3770
Altijd gesteund.
In de onderstaande overleveringen zijn Hasan en Husain op speelse wijze met elkaar aan het stoeien. De overlevering kent een onverwachte wending.
Yusuf al-Salihi:
وروى أبو القاسم البغوي والحارث بن أبي أسامة عن جعفر بن محمد- رضي الله تعالى عنهما- عن أبيه قال: إن الحسن والحسين- رضي الله تعالى عنهما- كانا يصطرعان فاطلع علي على رسول الله صلى الله عليه وسلم وهو يقول: وهي الحسن، فقال علي- رضي الله تعالى عنه- يا رسول الله، هي الحسين، فقال رسول الله صلى الله عليه وسلم: «أن جبريل يقول: وهي الحسين
Abu al-Qasim al-Baghawi en Al-Harith bin Abi Osama overleverden van Ja`far bin Mohammad, die zei: Al-Hasan en Al-Husain waren een keer aan het stoeien in het bijzijn van de Profeet (s). Ali kwam en zag dat de Profeet (s) Hasan aanmoedigde. Ali zei: “O boodschapper van Allah, moedig ook Husain aan.” Hij (s) zei: “Jibriel moedigt hem aan.”
Bron: Subul ul-Huda
Abi Na`im:
عن أبي هريرة ، قال : ” كان الحسن ، والحسين يصطرعان بين يدي النبي صلى الله عليه وسلم ، فقال رسول الله صلى عليه وسلم : هي حسن ، فقالت فاطمة : يا رسول ، تقول : هي حسن ؟ قال : إن جبريل عليه السلام ، يقول : هي حسين
Van Abu Huraira: [Zelfde overlevering, met de uitzondering dat het Fatima was i.p.v. Ali].
Bron: Fada’il ul-Khulafa’
Ibn ul-Athir:
عن أبي هريرة، عن رسول الله صلى الله عليه وسلم، قال: كان الحسن والحسين يصطرعان بين يدي رسول الله صلى الله عليه وسلم ورسول الله، ” يقول: هي حسن ” ، قالت فاطمة: لم تقول: هي حسن؟ قال: ” إن جبريل يقول: هي حسين
Van Abu Huraira: [Zelfde overlevering, met de uitzondering dat het Fatima was i.p.v. Ali].
Bron: Usd ul-Ghaba
Ibn Hajar al-`Asqalani:
وروى أبو يعلى من طريق محمد بن زياد عن أبي هريرة قال: كان الحسن والحسين يصطرعان بين يدي رسول الله صلى الله عليه وآله وسلم فجعل يقول: ” هي حسين ” فقالت فاطمة: لم تقول هي حسين فقال: ” إن جبريل يقول هي حسين
Abu Ya`la overleverde via Mohammad bin Ziyad, van Abu Huraira, die zei: [Zelfde overlevering, met de uitzondering dat het Fatima was i.p.v. Ali].
Bron: Al-Isaba
Het feit dat Husain aangemoedigd wordt door de engel Jibriel, betekent dat Husain Jibriel kan horen. Indien Husain Jibriel niet kan horen, hoe voelt hij zich dan aangemoedigd? Dan krijgt alleen Hasan wat te horen en Husain niet. Dat niet-profeten in staat zijn om engelen te horen is overigens niets nieuws. Er zijn enkele voorbeelden in de Koran te vinden dat niet-profeten konden communiceren met engelen of zelfs openbaring ontvingen. Een voorbeeld:
وَأَوْحَيْنَا إِلَىٰ أُمِّ مُوسَىٰ أَنْ أَرْضِعِيهِ ۖ فَإِذَا خِفْتِ عَلَيْهِ فَأَلْقِيهِ فِي الْيَمِّ وَلَا تَخَافِي وَلَا تَحْزَنِي ۖ إِنَّا رَادُّوهُ إِلَيْكِ وَجَاعِلُوهُ مِنَ الْمُرْسَلِينَ
En Wij openbaarden aan de moeder van Musa: “Geef hem borstvoeding, en indien jij voor hem vreest, werp hem dan in de rivier. En vrees niet en treur niet, want Wij zullen hem aan jou teruggeven, en zullen hem tot een boodschapper maken.” [28.7]
Indien er dus geopenbaard kan worden naar een vrouw, die geen profeet is, dan is het horen van een engel niet zo vreemd om te geloven.
Wat verder nog interessant is, is dat Jibriel op speelse wijze aanwezig is bij de Ahlalbait. Aan de soennieten om aan te tonen bij welke andere familie van de metgezellen dit ook het geval was.